zaterdag 30 januari 2016

Marketing volgens de Wet van Salomo Goldberg


 

De oude Salomo staat bekend om zijn wijsheid. De Salomo van de huidige tijd doet niet voor hem onder. Eerst even terug naar Ellis Island, New York City Een deel van de haven dat als aankomstterminal gebruikt wordt eind negentiende eeuw, begin twintigste eeuw Een Joods gezin arriveert vanuit Polen. Wij schrijven begin twintigste eeuw. Pal achter hen een Chinees. Pa, Ma, vijf kinderen Goldberg. “Naam?”, zegt de douane beambte . “Goldberg”, is het antwoord. En dat nog zes keer."Goldberg, Goldberg, Goldberg, Goldberg, Goldberg en eenmaal Goldberg - Miesberg". En tegen de Chinees: “Well, Chinese, name!”. “Mi Tu”,  antwoordt de Chinees eerlijk en beleefd. Zijn gedrag beloont dat de green card - permissie voor verblijf-  meteen wordt ingevuld en gestempeld, met handtekening van Mi Tu. Zijn kleinzoon runt nu Opa Mi Tu Goldberg's té gek lekkere koosjer Chinees restaurant in Canal Street, Chinatown op Manhattan: "GOLDBERG”. In Chinese karakters..

Een blog van mijn hand beschrijft de kaashandelaar en schoonzoon van Tevje uit Anatevka. Hij maakt de overheerlijke kaas: "Stinking Bishop". Origineel 'Stinking Rabbi'' , maar Tevje geeft zijn schoonzoon geen toestemming deze naam te gebruiken voor zijn kaas. Welnu, kom ik nóg een zeer vermaarde Joodse kaasmaker tegen: Salomo Goldberg. Kleinzoon van de Salomo van Ellis Island!Lees!

In Israel in Cheesarea heeft hij zijn kaasmakerij. In Cheesarea wonen zo’n beetje de rijkste Israeli’s, early adopters  Hij kan het niet aanslepen! Met de kritische houding van de Israeli’s bedenkt hij dat ie dan zelfs de rest van de wereld kan veroveren. Frankrijk, kaasland bij uitstek dweept inmiddels met zijn kaas. Zwitserland doet niet voor de westerburen onder. De distributeurs rijden af en aan. Wow! Sinds kort in Nederland bij de beste kaaswinkels, zoals Kef in Amsterdam, Abraham Kef. (Marnixstraat en Czaar Peterstraat). Lees de geschiedenis van Abraham Kef!

Op Google kun je alles vinden over de kaas uit Cheesarea, Israel.. Zo’n delicatesse. Het water loopt je in de mond! Enfin, de blog heet: "Marketing volgens de Wet van Salomo Goldberg". Salomo verkoopt onder eigen naam. Mooie naam, sterk merk. Smaakvol en het waard te eten. Binnen de marketing geldt ook: een goeie promotie, met een sterke naam! Keep it simple, stupid. Goldberg kent de wijze marketingregel en bedenkt zich dat Goldberg in Europa niet zo'n vaart zal lopen. Het kán niet onder eigen naam. Keep it simple, Salomo! realiseert hij zich.
Vanaf nu heet de kaas, what 's in a name …                                            


En is Salomo ook nog sponsor zijn van het bridgetoernooi in Denver 2015.

zondag 24 januari 2016

20.000 en Ravel, Jossi en Bo.


 

“We should always remember that sensitiveness and emotion constitute the real content of art”. Deze uitspraak leert ons de componist Maurice Ravel (1875-1937). Je zult mij niet horen zeggen dat mijn boeken en blogs art, kunst zijn. Integendeel. Voor mij een uitlaatklep, een therapie, een hobby.

Een jonge gymnasiast op het Vossius, Jossi Biedermann, moet aan een opdracht voldoen ten behoeve van het vak Nederlands. De opdracht: maak een interview met een kunstenaar. Jossi denkt dat een auteur ook een kunstenaar is. En warempel ik heb nét één boek geschreven. Ik ben geen auteur, ik schrijf boeken en nu ook blogs. Volgens mij wat anders. Het is 2003. Met zijn klasgenootje en vriendje, ik stem dus trots als een pauw toe, realiseren zij met videocamera het vijfenveertig minuten durende interview. Tijdens de presentatie in de les blijkt dat er bij de laatste vijf minuten geen geluid zit. De jongens teleurgesteld en de docente lost het op om mij uit te nodigen voor een live herhaling in de klas. Ik stem weer toe. Een pracht ervaring. Ik vind dat ik aardig voldoe aan de spreuk van Ravel. Jossi is overigens de zoon van mijn beste vriend Berry. Berry overlijdt tweede avond Pésach 2001. Yoni, Avital en ik vieren bij de Biedermannen de eerste Seideravond. Een dag later is Berry er niet meer.

Ravel, Maurice Ravel is de bekende klassiek componist. Ik mag toch veronderstellen dat je zijn naam kent. Eén van de composities die mij aanspreken is “Kaddish”. Zie You Tube de  uitvoering tijdens het Prinsengrachtconcert 2012. Zijn verreweg bekendste compositie is de populaire balletmuziek “Bolero”. Bolero wordt als ballet voor het eerst uitgevoerd door Ida Rubinstein in de Parijse “Opéra”. Ik zie daar ooit een optreden van de zanger Enrico Macias. Het is 1974. Het gebouw maakt veel indruk. Als Ravel al viereneenhalve  decade onder de zoden ligt wordt zijn muziek gebruikt, benut voor de film “Bolero”. Een romantisch drama met de wel héél bevallige Bo Derek in de glans- en hoofdrol. Mijzelf niet uitgesloten: welke kerel heeft niét van haar gedroomd…? En…ik heb het nog steeds over de spreuk van Ravel.

Indien je het boeit: wekelijks wordt in sjoel (synagoge) een deel uit de Thora voorgelezen. Het traktaat- dit jaar toevallig met mijn 60ste verjaardag-  heet: "Bo". Letterlijk vanuit het Hebreeuws vertaald betekent het "kom"" en begint met het gebod van G'd aan Moshe (Mozes) om naar de Farao te gaan om hem de boodschap te brengen: Laat mijn Volk gaan! Ná al die plagen kiest de Farao eieren voor zijn geld.

De wereld verandert. Je kent wel het fenomeen ‘kijkcijfer’. Het statistisch berekend aantal personen dat op een specifiek moment naar een televisiezender of -programma kijkt. In de nieuwe, huidige wereld van de blogs spreekt men van ‘views’. Het werkelijk aantal personen dat de blog opent. En kijkt. Daadwerkelijk lezen wordt nog niet afgeleid. Reacties van waardering komen wel binnen via meerdere kanalen.

Op het moment van plaatsen van deze blog wordt de twintigduizend views gescoord. Ik ben daar hartstikke blij mee. Zonder enige pretentie van art, kunst voldoe ik wel aan het gevoel en innerlijke beleving. Ik dank álle lezers, viewers! Het doet mij zichtbaar goed! En dát blijkt weer in de echte inhoud. Mijn inhoud.

 

donderdag 21 januari 2016

Ze kent mi ok oaveral II. Voor Avital.


 

Een baby ben ik nog. Midden jaren vijftig. Lochem. Groot huis, groot gezin, druk sociaal leven. De deur is altied los. Mijn Moeder heeft, zonder te bezitten, een “meisje voor dag en nacht”. Zo heet dat. En verdient enige uitleg. Het ‘meisje’ is zes van de zeven dagen intern en helpt in de huishouding zes maal vierentwintig. Gerrie Hilbert, zo heet zij, komt van een boerderij in Klein Dochteren, een buurtschap nabij Lochem. Gerrie’s vader Boer Hilbert doet minimaal één dag in de week de tuin en hij slacht de kippen. Hoe sneu dat ook is, een beest te doden, maar aan de kip en de kippensoep ben ik verslaafd. Snel gewend aan het brute slachten. Als een kip zonder kop loopt zo’n beest nog even verder. Boer Hilbert geeft me geregeld de  tenen van de kip. Wanneer je aan een spiertje trekt, dan bewegen alle tenen. Meisjes in de klas vinden dat niet zo leuk. Geloof ik. Boer Hilbert is hard aan het werk. Hij zegt niet veel, maar is een aardige man. Soms geeft hij me advies. De kikker waardering heb ik van hem. Gerrie, met een wit groot schort, met zo’n strik achterop de kont,  is de ganse dag bezig. Fijn is het dat Gerrie altijd met ons mee-eet. Vanzelfsprekend op vrijdagavond. Gerrie is één van ons. Gerrie gaat ook immer mee naar Knokke. Een zomermaand feest. Mijn Moeder en Gerrie zijn één. Een ééneiige tweeling, of zo. Gerrie gaat trouwen met Hannie Greutink. Hanny is kippenplukker in Warnsveld. Zij bouwen een huis in Klein Dochteren en een schuur van weet ik hoe groot. Vol met duuz’nd’n stuks pluimvee. Kuikens, kippen, hanen. Voor de handel. Privé. Alles kan. Wat ook kan is dat Gerrie en Hanny trouwen. 1964. Gerrie trouwt vanuit ons huis. Dat is bijzonder en dierbaar. Het toont de verhoudingen. Enige tijd later krijgen Hanny en Gerrie een tweeling. Twee zoons. De ene heet Harry. De ander heet Tonny. Dezelfde naam als mijn Moeder. Een paar jaar later overlijdt Gerrie, aan beide ogen kanker. Zij is fysiek snel weg. In mijn hart blijft zij.

Avital, Yoni en ik wonen in ons heerlijk huis, met tennisbaan achter in de tuin, op de Gerrit van Heemskerklaan. Wij hebben een nieuwe hulp in de huishouding. Brkti. Spreek uit Brikti. Brkti komt uit Asmara, Eritrea en woont een paar jaar in Canada. Engels geen probleem. Nederlands geen probleem. Brkti blijft zeker zes jaar bij ons en dan wordt zij niet van mij zwanger en krijgt van haar vriend uiteindelijk een baby. Een meisje. Zij heet Willemijn. Voluit heet zij Willemijn Avital. Haar waardering voor Avital benadrukkend en, zij heeft gelijk, een mooie naam. Een paar weken terug ben ik op een plek om mijn feestje voor te bereiden. “Bert!”, hoor ik een dame van een jaar of veertig zeggen. Zij is vergezeld van een oudere dame. Ik geef netjes een hand en “Neem me niet kwalijk, maar wat is uw naam?, zeg ik. Ik schaam me rot. “Brkti!, zegt zij. “Brkti, wow! Hoe is het met je?”. “Ja, héél goed”, zegt Brkti. “Hoe is het met Yoni en Avital?”. Ik ben het even kwijt, zij schiet me te hulp en vertelt van haar dochter Willemijn Avital. Zij noteert mijn telefoonnummer. Ik de hare. Wie weet wil zij opnieuw een handje helpen in de huishouding.

Een Joodse traditie is het een baby te vernoemen naar een overleden grootouder. Het vernoemen door een ‘fremd’n’ is héél bijzonder en zeer dierbaar.

woensdag 13 januari 2016

Wat de medische wetenschap en een hobby met elkaar te maken hebben...


 
 

Klok gelijk zetten. Een hobby is een activiteit in je vrije tijd, die je graag doet en waarbij persoonlijke voldoening van primair belang is. Zo’n hobby is het schrijven van boeken, of ook het schrijven van blogs. Ik heb wel hobbies ja. Kenmerk: kalmerend en therapeutisch. Het, de hobby, kan ook behoorlijk obsessief worden en daar ga ik het nu over hebben. In Rotterdam is een straat met de naam “Boompjes”. De straat loopt langs de rechteroever van de Nieuwe Maas. Al meer dan vierhonderd jaar geleden aangelegd als wandelpromenade. Nu een belangrijke verkeersader in de stad. Tijdens het begin van de oorlog, de Tweede Wereldoorlog, staat op de Boompjes de synagoge (sjoel) van de Joodse gemeente Rotterdam. Met hun bommenwerpers schieten de moffen op 14 mei 1940 de sjoel kapot, net als een heel groot deel van de stad. Basis geschiedenis kennis. De naam ken ik. En de Boompjes kom ik ook tegen in het boek ‘Isaac de Fuentes’ van de mij zo gewaardeerde schrijver Maurits Wertheim (ik heb al zijn boeken). De Boompjes als centrum van Joods Rotterdam neemt een belangrijke plaats in, ook in dit verhaal. Als kleine jongen leer ik al snel de liefde en respect voor de natuur. Voor alles dat groeit en bloeit. Dat de planten en bomen water nodig hebben om van te leven. Klinkt me als kind logisch in de oren. Ik begrijp dan ook als geen ander dat mijn Vader onderweg met de Oldsmobile af en toe stopt om een boom water te geven. Zo ook een zondagmiddag, dan ontmoeten wij halverwege Lochem en Winschoten mijn oom en tante.  Hotel Paping in Ommen is zo’n beetje het midden en daar wordt afgesproken. Paping is overigens de vader van Reinier, die in 1963 de Elfstedentocht wint. Voordat wij allen naar binnen gaan, bezoekt mijn Vader een boom. Gelukkig heb ik de foto nog. Hij moet nodig plassen en kan de plas niet nóg een minuutje ophouden. Plaspillen. Vochtafdrijvers. Hartproblemen. Vele jaren later, ik ben Yoni’s voorbeeld, doet hij mij na. Met een zeer krachtige straal plast hij keihard tegen een boom aan, bij voorkeur op een parkeerplaats langs de snelweg. Het doet hem goed, het doet mij goed en verrek de boom ook. Groeien dat ie doet! O, maar nu moet je niet denken dat wij onbeschaafd zijn, integendeel wil ik zeggen, maar ik doe Yoni alleen maar voor. Ik neem me de tijd niet om een deugdelijk toilet op te zoeken en pies wat af op parkeerplaatsen tegen struiken, bomen. Sterker nog, ik heb zelf zelfs een boom waartegen ik plas en net als Prinses Irene, zij praat met bomen, zo sjmoes ik ook even met mijn boom. Immer afsluitend met een: “Tabé, tot de volgende keer!”. Nou wil de medische wetenschap dat ik even geen bezoeken afleg aan mijn boom. Hoe zit dat. Ik lig in het Universitair Medisch Centrum in Utrecht, in verband met mijn steunhart hét enige ziekenhuis voor mij. Ik word behandeld voor een breukje in de luchtpijp en kan geen adem, lucht halen. Gevolg duidelijk. Na herstel mag ik naar huis. Op dat moment kan ik echter niet plassen. De korte versie: een katheter. En alles wat ik wil…géén katheter. Ná vier maanden is ie er uit. Op vrijdag 4 september 2015 ben ik ervan verlost. Wat een opluchting! Wat een feest! Verdomd ik moet wel wennen aan weer een nieuwe situatie. Het maakt mij blij en…ik kan snel weer aan de hobby. Dus als jullie mij missen dan ben ik even p… bij Bert’s Boompje!

maandag 11 januari 2016

Veritas odium parit.



De waarheid maakt vijanden. Eens en voor altijd, ja! ik heb ook so called ‘quasi vrienden’ tabé gezegd. De waarheid maakt vijanden. Mijn waarheid.

Als rasoptimist met een immer positieve instelling durf ik te zeggen dat ik geen zwartkijker ben. Ik ben ook geen historicus en evenmin een waarzegger, een toekomstvoorspeller, een helderziende of profeet. Wij hebben ooit een glazen bol, meer een kom. Voor de vissen Moos en Bram. Gevolgd door Shota en Archille. Daarna Dag en Nacht. Kom en vissen zijn niet meer.

Mijn veritas is deze. Er gebeurt al zoveel sinds de geboorte van JC. Of beter gezegd sinds zijn kruisiging. Dank aan de Romeinen. Met grote stappen ga ik door de tijd. Julius Caesar wil coute que coute Europa. Gallie, Frankrijk is zijn belangrijkste doel. Parijs wordt Lutetia. Toch één heldhaftig dorpje geeft zich niet over. Hun helden: Asterix en Obelix. Zij roepen de Romeinen een halt toe.

Nostradamus, wie kent ‘m niet?, voorspelt ná de Tweede Wereldoorlog…. terrorisme. Nostradamus leefde in de 16e eeuw…

En dan, wat denk je van Abraham Kuyper (1837-1920)? Ná zijn loopbaan gaat hij de ‘wijde’ wereld in. De Levant, het Midden Oosten. De Krim. Kuyper is predikant, krantenoprichter, universiteitsstichter, staatsman, journalist, theoloog. De wijsheid heeft hij in pacht. In 2015 een mooie serie op televisie “Om de oude wereldzee”. Kuyper heeft het al gezegd. Via Turkije komen de Islamieten Europa binnen. In grote getale. Ik houd me in…

1933. De nazi’s, de moffen komen aan de macht in toen nog Duitsland. Kristallnacht, de nacht van 9 op 10 november 1938. De vervolging. De concentratie- en vernietigingskampen. Auschwitz, Sobibor… De Holocaust, de Sjoa.

Wim Kan, onze grote cabaretier, vooral bekend van de Oudejaarsconferences, waarschuwt ons voor de Russen. “Zij komen”, zegt hij. “Zij komen”. “Maar dan wel één voor één…”.

In 1973 zie ik een prachtfilm. “Les Chinois á Paris”. De Chinezen komen. De invasie van Frankrijk. Parijs wordt hervormd. Bij honderdduizenden marcheert het Rode Leger over de Rue d'Italie, de Champs Elysees.

Ben je de welgevallige Ayaan Hirsi Ali (1946) al vergeten? Lid van de wereldvermaarde denktank nu. American Enterprise Institute. Zij is bekend om haar kritiek op de Islam. Zij persisteert in haar waarschuwing voor de Islam. “Wij“ drinken een kopje thee.

Toulouse. Marseille. New York City. Parijs. Parijs. Parijs. Antwerpen. Keulen. De zelfmoordterroristen en de messentrekkers van de Westbank. De lijst is –helaas- oneindig.

Ach, een heleboel zullen het niet met mij eens zijn. Je mag. Toch is dit mijn waarheid. En angst. Zo leert onze vriend Obelix ons: “Rare jongens, die Romeinen”.

zaterdag 9 januari 2016

Tom2 is levensgevaarlijk en het 'gelijk' van de Amstelveense verkeersplanoloog.



 

Vind ik. Ik bedoel dus de bestuurder met zo’n navigatiesysteem aan boord. Van alle voorbeelden voeg ik graag deze toe. Plek: Keizer Karelweg, Amstelveen. Meer specifieke plaatsbepaling: rijdend vanuit de richting Amsterdam, het verlengde van de Amsterdamseweg heet Keizer Karelweg. Een rotonde met de Mr. G. Groen van Prinstererlaan. De weg vervolgt zich in de richting van Stadshart, snelweg A9 en Amstelveen Zuid. Vanaf de rotonde eerst een stukkie eenbaansweg, daarna meerdere rijstroken. Twee voor rechtdoor en één voor het Stadshart. Dan weer twee en één links richting A9 en één voor rechtsaf richting A9 Schiphol. Zo je bent bij.

Pal ná de rotonde rijd ik achter een BMW stationcar. De auto vermindert vaart, tot wel twintig kilometer. Iemand knettergek geworden, onwel, weet ik veel. Dan weer gas. Dan weer remmen. De bestuurder hangt en buigt rechts voorover om op een gps-beeldscherm te kijken. Inmiddels kan ik al bijna mijn Ferrari tot botsautootje transformeren. Wij zijn er nog niet. Je ziet het ik rijd er achter en dan ineens –zonder richting aangeven- van rechterbaan naar linkerbaan. De vrouwelijke bestuurder is nog immer aan de studie en blijft maar staren naar het scherm. Géén enkel benul van welke verkeerssituatie dan ook. Ik sta in de rechterbaan zie het aan en verdomd: de kalle blijft maar studeren op het schermpje. Verkeerslicht op groen: dame trekt langzaam op, zwalkt naar links (de baan voor de A9 richting Utrecht, Almere) en ja…meteen weer terug naar de tweede baan, richting Amstelveen Zuid. Ze bedenkt zich en hup in een poep en scheet weer terug. Inmiddels rijdt een auto achter haar en moet flink in de remmen. Spiegels niet aan boord. Seichel ook niet.

Ik heb geen gps. Ik zie voor mijzelf het nut niet. Ik neem een gps bedenker of bouwer niets kwalijk De verantwoordelijkheid ligt nog steeds bij de bestuurder. Ik weet de weg. Waar dan ook. En als ik ‘m niet weet, dan vraag ik een bediende van de Shell benzinepomp. En als laatste redmiddel –héél incidenteel- de stadsplattegrond in boekvorm van Amsterdam, een verjaardagscadeau van Avital en Yoni van drieëntwintig haar geleden..

Ik constateer dat situaties als boven omschreven géén unicum zijn. En voor zover nog niet gebeurd, binnenkort dagelijkse kost.

Ik hou m’n hart vast. Wat een koekebakkers en huppelkutjes.

Wat wil het toeval? Het toeval wil dat ik op de rotonde Keizer Karelweg Mr. G. Groen van Prinstererlaan nu in noordelijke richting rijd. Van Amstelveen Zuid naar Amsterdam, Olympisch Stadion. Voor je ruimtelijk inzicht. Op de eerste rotonde, nog niets aan de hand zijn haaientanden geplaatst op het wegdek. Fietsers, bromfietsers moeten stoppen en voorrang verlenen aan de auto's.
Een rotonde verder...je gelooft je ogen niet...ik heb een extra rondje gereden....de haaientanden op het wegdek voor de auto's die nu moeten stoppen voor fietsers et cetera. Consequent? Ja, consequent. Amstelveen? Ja, Amstelveen. Ik hou mijn hart vast en ik weiger het te begrijpen.

Koekebakkers.

zaterdag 2 januari 2016

Het gaat er niet om welk pad je gaat, maar welke sporen je achterlaat. Jan Bargeman.


 

 

Lees ‘m nog ‘s. De uitspraak is van Jan Bargeman. Jan Bargeman oorspronkelijk uit Borculo is ereburger van de Stad Lochem. Jan overlijdt op 79-jarige leeftijd in oktober 2015. Ik ken Jan sinds maart 2003, wanneer de eerste exemplaren van mijn eerste boek “Da’s mooi voor Lochem” worden uitgereikt in de gerestaureerde synagoge van Lochem. Lochem mijn geboortestad. Jaren daarvoor zit ik al in het Comité van Aanbeveling ter bevordering van de restauratie en een aanbeveling de verbouwingskas te spekken. De synagoge is niet meer in gebruik als sjoel. De Joodse bevolking van Lochem is gedecimeerd. De sjoel waar mijn Vader z’’l in 1924 bar mitswa wordt. De grote motor achter de restauratie en daarmee het in ere houden is het echtpaar Boerman-Maas. Door verhuizing dragen zij de vrijwillige werkzaamheden over aan onder andere Jan Bargeman. De vicevoorzitter. Jan is weliswaar gepensioneerd als rector van het Staring College, geen van zijn kwaliteiten verdwijnen. Tijdens de boekuitreiking meldt Jan en passant dat ik de groeten krijg van Frans van Dijk. Mijn meester van de vierde klas lagere school. Niet veel later zijn wij weer de beste vrienden. En dát is zo.

Jan Bargeman legt een exemplaar van mijn boek prominent in één van de vitrines in sjoel. In het Achterhoeks is berg barg. Het dorpje Barchem, onder de rook van Lochem. Betekent: huis op de berg. Bargeman, een inwoner uit Barchem, of de man die woont op of bij de berg. Van Borculo al snel naar Lochem. Jan wijdt zijn leven aan de sjoel en dat wat er mee te maken heeft. Jan is ook de inspirerende kracht achter het Westerbork project. Kinderen uit de hoogste klas van het basisonderwijs, van uit de gehele Achterhoek krijgen les. Van Jan op de scholen zelf, dan een excursie naar de sjoel in Lochem, met Jan als dé docent en verder een bezoek met de klas aan Westerbork. Ik heb een foto van Jan bij het door Ralph Prins vervaardigde monument aldaar. De gekrulde rails. Ik herinner me dat Avital en ik daar spontaan  honderden tranen laten vloeien. Jan Bargeman organiseert ook de tentoonstelling van de werken van mijn favoriet H.N. Werkman! De druksels (schilderijen) ter illustratie van de ‘Chassidische legenden’ van Martin Buber. Tijdens de laatste lezing krijgt Jan de erepenning behorend bij het ereburgerschap van Lochem. In de zomer van 2013 zijn Jan en zijn lieve echtgenote Thea ook aanwezig in Amstelveen bij de overhandiging van de eerste exemplaren van mijn zesde boek “Wejiwrech”. Als ook eerder bij mijn vierde boek.

Jan Bargeman wordt door iedereen geprezen voor zijn betrokkenheid en gedrevenheid. Zijn drive en commitment. En ik adstrueer dat graag met het volgende voorbeeld. Een paar jaar terug, 2012, organiseert mijn bridgeclub ‘Minerva’ het jaarlijks uitje. Nu een week end naar Lochem. Bridge, eten, ontspanning. Ik vraag Jan –indien er belangstelling is- of de sjoel open mag op (mind you!) zaterdag, Sjabbat. Een grote groep gaat mee, maar is niet snel van Jan af. Tuurlijk koffie, maar ook een inleiding van zeker een uur. Iedereen is onder de indruk van zoveel bewogenheid en deskundigheid. 

Het is zomer 2015. Mijn suikernicht Irith, ook in Lochem geboren, vergezelt mij naar het UMC Utrecht. Een gesprek met één van de specialisten. Nadien drinken wij een kop koffie en….verrek… wie zitten daar? Thea en Jan Bargeman. Ik weet al dat Jan ernstig ziek is. Héél ernstig. Zij zitten ook aan de koffie en wij schuiven aan. Ontspannen praten wij over en weer. Een prachtig mooi moment en dus ervaring van reflectie en contemplatie. De laatste maanden speelt Frans van Dijk bij Jan thuis, alleen voor Thea en Jan, op zijn viool. Verzin er een beeld bij, dat zegt meer dan duizend woorden.

Steeds als ik aan Jan Bargeman denk, dan denk ik aan een rechtschapen vriend. In het Jiddisch heet dat “resjaffen”. Echter met een méér dan dierbare connotatie.

Jan  Bargeman: hem te gedenken strekt tot eer. Hij rust in vrede.