Zeven jaar ben ik nog maar wanneer mijn held mijn
Vader overlijdt. Ik kan als knulletje nog lang niet overzien wat mij
allemaal te wachten staat. Een paar jaar later word ik lid van de hockeyclub.
Uiteraard ben ik keeper. Nagenoeg álle vaders staan langs de lijn. De mijne
niet. Dat doet pijn en daar heb ik veel verdriet van. Om je een indruk te
geven: elke, ja iedere wedstrijd van Yoni en Avital –gelukkig op verschillende
tijden- zie ik. Geen wedstrijd sla ik over. Ben zelfs een paar jaar coach van
de meisjesploeg waarin Avital de scorende spits is. Mijn kinderen hebben
sowieso dit van mij overgenomen: een kick om voor publiek te spelen. Het liefst
véél publiek. Beiden spelen geregeld in het Nederlandse hockey eldorado, het
"Wagener" stadion van de hockeyclub Amsterdam. Als de mededeling in het clubblad
komt dat de volgende pot gespeeld wordt in het stadion beginnen de hormonen
zich danig te roeren. Hoe dichter bij de wedstrijd hoe groter de spanning. Yoni’s
moeder komt éénmaal naar een wedstrijd kijken. Later wordt Yoni landskampioen.
2005. De halve finale in het Wagener en zijn moeder zit op de tribune. Uit
beleefdheid, maar vooral als steun voor de keeper, ja hij ook al, van Amsterdam
zit ik naast haar. Het is rust. Zij kijkt op het horloge. Het is tijd. Zij
vertrekt. Je weet zo vaak gebeurt het niet, maar geloof me, ik sta met mijn bek
vol tanden. Mijn Moeder komt naar een
thuiswedstrijd van mij. Op gras. Op "Marialust" het park naast ons huis in
Apeldoorn. Veel herinner ik mij niet, maar ik denk, ik weet haast wel zeker dat
ik ’s avonds thuis aan de eettafel tijdens het diner te kennen geef dat het
geen onverdeeld succes is. Het doet me teveel pijn. En nog immer kan ik het
niet bevatten, niet overzien. Géén flauw idee van de consequentie. Van wat ik
mijn Moeder hiermee aandoe. Mijn Moeder is een wijze vrouw en vanaf dat moment wordt na
iedere wedstrijd mij het hemd van het lijf gevraagd over die wedstrijd.
Varierend van klootte bij verlies of Himmelhoch jauchzend bij winst. Ik heb
geen idee hoezeer mijn Moeder het ook pijn doet. Mijn Moeder is een
sportvrouw pur sang. Actief en een voorbeeldig sportief, eerlijk en fair
gedrag. En samen kijken we Ajax op tv.
Dan is het 1972. Familietoernooi op mijn
hockeyclub. Het kost niemand moeite mijn Moeder te overtuigen en overreden aanwezig te
zijn. Het is mooi weer. Er wordt een op- of inklapbaar zomerstoeltje geregeld
en Ma zit als de ware koningin te waken over haar discipelen. Van begin dag met
alle wedstrijden en volop zon tot einde dag, met z’n allen naar de plaatselijke
Chinees Ah Sing Wang op het Stationsplein. Mijn Moeder straalt, geniet, lacht
van oor tot oor. Later, veel later heb ik het door. Mijn Moeder overlijdt
op 18 oktober 1983. Te laat kom ik er achter dat berouw pas na, ver ná, de
zonde komt. 'Mam, wil je mij vergeven?'.