zaterdag 31 oktober 2015

Geluk geeft mij letterlijk een warm gevoel.


 

Geluk is voor iedereen weer anders. Geluk bestaat uit een varieteit aan mogelijkheden. Ik word gelukkig van mijn kinderen, van mijn kleinzoon, van mijn gezondheid. Van het leven.

“In our life there is a single color, as on an artists palette, which provides the meaning of life and art. It is the color of love”. Ik citeer Marc Chagall. Marc Chagall (1887-1985) is Frans kunstschilder van Joods-Wit-Russische afkomst. Hij is de oudste zoon in een gezin met negen kinderen. Zijn vader is haringhandelaar. Het gezin is chassidisch Joods. Het chassidisme aanhangend. Chagall (eigenlijk Movsja Zacharovitsj Sjagal) verhuist in 1910 naar Parijs. Zijn schilderijen worden met het surrealisme geassocieerd. Chagall heeft echter een geheel eigen stijl, die nogal dromerig aan doet. De rol van het Jodendom is prominent aanwezig in al zijn werk. Kleuren zijn zo opmerkelijk in zijn schilderijen, dat verleidt Picasso tot de volgende uitspraak: “…de enige kunstenaar die nog weet wat kleur is…”. Pas ná zijn zeventigste bekwaamt Chagall zich in glas-in-loodramen. Zijn herinneringen aan zijn jeugd vormen een belangrijke inspiratiebron. Véél Joodse thema’s, rabbijnen, violisten, arbeiders in het getto, synagogen (sjoels).

Mordechai Gebirtig (1877 -1942, Krakau) is de meest toonaangevende dichter en schrijver van het Jiddische lied. Eén van zijn liederen is: “Mojschele majn Frajnd”.

Frans van Dijk is mijn schoolmeester in de vierde klas lagere school in Lochem. In de derde (1963) overlijdt mijn Vader en gaat Frans, als ware hij een notabele, op huisbezoek bij mijn Moeder. Elk detail weet hij nog. Frans is van vóór de oorlog en van geboorte Joods, maar niet als zodanig opgevoed. Zijn Moeder geeft hem een belangrijk document. Een doopbewijs. Met de volgende tekst: “Dit kan ooit je leven redden.…”.

In 2003 presenteer ik mijn eerste boek “Da’s mooi voor Lochem” in de gerestaureerde sjoel van Lochem en reik het eerste exemplaar uit aan Yoni en Avital en aan Edith van Duijn, de burgemeester van Lochem. Viavia krijg ik de groeten van Frans. Figuurlijk vallen wij kort daarna in elkaars armen en halen vijftig jaar in. Wij zijn de beste vrienden. Frans leert van dokter Heijmans in Groenlo viool spelen. Frans geeft menig concert. Hij speelt veel Jiddische liederen. Tijdens het eerste concert van hem dat ik bijwoon speelt hij voor mij “Mojschele majn Frajnd”. Hij speelt het vaker voor mij. Droog houden is een probleem.

Het lied gaat over twee vrienden die elkaar na vele jaren weer ontmoeten en zij halen mooie herinneringen op. Wij verlangen naar die mooie tijd. Wij zijn de beste vrienden. Wij zijn tot tranen toe geroerd.

Voor mij het mooiste schilderij van Chagall, gecombineerd met tekst en muziek van Gebirtig, ten gehore gebracht door Frans van Dijk is “The blue fiddler”.  Er zijn veel Joodse violisten. Itzchak Perlman bijvoorbeeld, maar Tevje, de melkhandelaar uit Anatevka (Fiddler on the roof) is er ook één! The blue fiddler. De kleuren van Chagall zijn mooi, als gesteld. De mooiste is Chagall’s blauw. Zo kenmerkend, zo pregnant.
Alleen de gedachte al aan The blue fiddler geeft mij letterlijk een warm gevoel.








* Om te benadrukken: de afbeelding op de compact disc verpakking van Perlman's optreden met Klezmer muziek:  Live in the Fiddler's house.

vrijdag 23 oktober 2015

Opzienbarend testbeeld.



 

Even de klok gelijk zetten, dat we het over hetzelfde hebben. In mijn begintijd is op de  televisie een testbeeld. Om te controleren of de beeldbuis dan wel de televisieontvanger goed is ingesteld of afgesteld, of wat dan ook voor technisch verhaal. Vroeger  eerst en alleen zwart wit televisie. Later eind jaren zestig, jaren zeventig langzaam aan entree van de kleurentelevisie. Een kapitaal kost zo’n kleurentelevisieapparaat. Er zijn nog geen Japanners. Philips of wat Duitse merken, da’s het aanbod. Het testbeeld dus eerst zwart wit. Later in kleur. Je wil je vast wel indenken dat je, men, ik behoorlijk de pé er in hebt, heeft, heb wanneer, het testbeeld weer tevoorschijn komt. De kijkers praten in die tijd nog met de televisie, zij krijgen géén antwoord. Menig scheldpartij. Tegenwoordig zijn er andere testbeelden. Toen al veel irritante lui op de televisie. Barend Barendse, weet je nog de zaterdagavondspelshowversjteerder  En kun je je de Arnhemse commissaris van politie nog herinneren…., hij gaf verkeersles. Potverdikkie een trauma, nooit mijn diploma gehaald. En dan Ben de Graaf, de biljartcommentator. Zo zwartgallig.

Nee, maar wordt het later veel beter. Jan des Bouvrie. Wie kent hem niet? Hij wordt al snel testbeeld genoemd. Zo vaak is die kop op televisie en heeft overal verstand van. Waarom ik zo galliesj word van de televisie zijn de hedendaagse testbeelden. Gasten die je met de spons en zeem nog niet weg krijgt. Wanneer je de televisie aanzet, op welke zender dan ook dan verschijnt zo’n testbeeld. De ergste zijn Frits Barend. Van Israel verstand. Van Joden verstand. Van voetbal verstand. De beste vriend van Cruijff, van Prins Bernhard (Barend staat vooraan voor commentaar) en o ja: Andre Hazes en Harry Mulisch. Tijdens het live verslag van de begrafenis van Mulisch weet Barend tot treurnis steeds weer in de camera te lopen met het commentaar al vooruitspuwend  Beide begrafenissen worden opgeleukt door Barend. Afgezien van het feit dat ie mij een keer genaaid heeft op de Maccabiade 2005 in Israel en een ontzettend aardige (…) vrouw heeft, krijg ik telkenmale jeuk, heel veel jeuk van dit testbeeld. Je kan geen praatprogramma zien en B. zit erbij. In een dubbelrol, want hij moet en zal zich zelf laten gelden door vragen te stellen, op de stoel van de gastheer – of vrouw. Krabbé, Jeroen is er ook zo één. Ook vriend van alles en iedereen. Filmster. Dan ben je iemand. Schilder, dan tel je mee. Het meest gefotografeerd in de gossipbladen, überhaupt in alle kranten en tijdschrfiten, ook in het Nieuw Israelietisch Weekblad, want Krabbé is bevriend met de hele wereld. Van (weer) Prins Bernhard tot Barbara Streisand. Een rondleiding hier of daar, zoals Bibliotheca Rosenthaliana en Krabbé weet alles, zo leert een foto van de wereldvermaarde zangeres met de Nederlandse schilder. Op alle foto’s prominent aanwezig. De rode loper schuift langzaam onder zijn  voeten door. Man heeft ook overal verstand van en over de hele wereld zijn dikke vrienden.

Nee, dan wakker worden met zijn dochter Barbara Barend. Wat een autoriteit. Seichel van alles. Ik word jaloers. Iedere morgen op de radio en ook in die ontbijtshows, maandag tot en met vrijdag. De hemel zij geprezen dat serieuze programma’s –ik noem als voorbeeld- Buitenhof, op zondag, géén gebruik maakt van de Barendsen en Krabbelaars van deze wereld.

De praatprogramma’s op televisie worden gemaakt en gebroken door de gasten. Eén daarvan is Joost Zwagerman, hij rust in vrede. Zwagerman –van wie ik (echt!) nog geen boek heb gelezen- boeit mij zeer met zijn verhandelingen over de schilderijen die hij onder de loupe neemt. Hij spoort mij aan naar bepaalde exposities te gaan. Ik herinner in het Stedelijk Museum .. Marlene Dumas. Ik ben enorm onder de indruk. Ik kan het je bewijzen, een goeie vriend is mee en zal het zeker bevestigen. Weer mijmeren en genieten bij een doek. Uit de dagelijkse beslommering zweven.

Krabbé senior heeft deze weken een eigen programma, mind you. Krabbé zoekt van Gogh. Geloof me, ik heb geen trek. Krabbé junior heeft het over een tentoonstelling in het Van Gogh museum. Hij heeft er mee te maken. Een tentoonstelling van Edvard Munch, de wereldberoemde Noorse kunstschilder (1863-1944). De expositie over de parallellen tussen Van Gogh en Munch. Ik ga er nu niet op in, een andere keer misschien. Wel in dit kader dat geheel onvoorbereid, onwetend Yoni en ik ons vooraan in de rij manoeuvreren van het MOMA, Museum of Modern Art, New York. Wij zien allebei voor het eerst Munch. We zijn onder de indruk. De Schreeuw is mooi. De  rest ook. Voor het eerst een grote expositie van Munch met doeken van over de ganse wereld. Achteraan in de  rij en wij zijn nu nog niet binnen. Krabbé junior vertelt over de parallellen, gelijkenissen van Van Gogh en Munch. Boeiend, omdat ik het er nog over heb. Schildertechnieken niet aan mij besteed, onderwerpen, kleuren, sfeer en zo, dat wel. Ik denk dat de jonge Krabbé gelijk heeft. Het wordt interessant wanneer ik de kranten lees, internet afstruin en de tientallen afbeeldingen van de schilderijen van Van Gogh en Munch die ik op Google afbeeldingen aantref. Let wel: Van Gogh en Munch zijn tegelijkertijd in Parijs en hebben elkaar nooit gezien. Compositie. Kleuren . Onderwerpen. Kan zomaar een tweeling zijn.

Ik heb een mixed gevoel. Zwagerman ligt nog boven de grond, eerst  twee dagen later wordt hij begraven, en De wereld draait door heeft op 14 september 2015 niet het lef (hart) Krabbé een paar dagen later te laten verschijnen. Het pleit niet voor de redactie, voor de presentator en voor de omroep. Ja, het is ook onverklaarbaar dat Krabbé junior zo geil als boter is om tot de categorie testbeeld te behoren. Een schnabbel op tv doet waarschijnlijk meer dan een schilderij van hem. Weinig, heel weinig beschaving en empathie.

In de loop van de week word ik middels trailers op televisie opmerkzaam gemaakt op Senior op zoek naar Van Gogh. Vincent. Vincent uit het lied Starry starry night van de Amerikaanse zanger Don Mclean. Opvallende gelijkenis met werk van Munch. Zo ook afbeeldingen met een huis, de sterren dus, de tarwevelden, de cypressen, de brug. Enfin teveel om op te sommen. De ontdekkingsreis moet je zelf ervaren. Ik oordeel niet. Neen. Maar moet mijn visie over René Diekstra en Diederik Stapel heroverwegen, denk ik. Alle vier beroemd.

O ja, help me met de oplossing voor: Van Gogh inspireert Munch. Wie doet nou wat?

Wending.

Twee ooms van mij gaan vóór de oorlog in respectievelijk 1936 en 1938 naar Palestina. Bertus en Moos Vromen zijn een tweeling. Zij zijn de animatoren van de mosjav Moledeth. Inmiddels heten zij Baruch en Moshé. En hebben hun mooie gezinnen. Zijn altijd samen. Baruch zingt, Moshé speelt piano. Baruch speelt trompet. Werken zich een slag in de rondte, hun trots is de carrousel alwaar in no time enorme kuddes koeien gemolken worden. Ik ontmoet hen eerst midden jaren zeventig. Gepensioneerd. Baruch fotografeert. Moshé schildert. Zijn schilderijen spreken mij aan. De eerste die ik thuis heb is an sich vrij donker, vandaar een schilderijlampje. Afgebeeld  pianospelende neger. Jaren later de volgende een zelfportret. Héél recent, het kan geen toeval zijn, het volgende:

Op Facebook ben ik bevriend met een aantal Vromen. Eén daarvan is –mijn generatie, iets ouder (80!) Edward. Lijkt op Edvard. Nee, Edward lijkt op een echte Vromen. Trouwens hockeyer en bridger. Zijn  vrouw Babs overlijdt in 2014. Edward ruimt op. Edward telefoneert via Facebook: “Zeg Bert, heb jij belangstelling voor een schilderij van Moshé?”. “Nou, wat graag!”, en wij spreken af dat ik naar Leiderdorp kom. Aldus geschiedt op dezelfde dag dat ik in Leiden bij mijn nichtje Galith verjaardag lekkernijen scoor. De borekas zijn heerlijk. Ik denk steeds aan het schilderij. Nog geen vinger erachter. Ik laat het terstond inlijsten en ben er fier mee. Ik ben er  bij en kom er achter.  Zeker van mijn zaak. Van Gogh inspireert ook Vromen. Ik zoek de afbeelding van Van Gogh erbij. Verdomd. Ik heb een doek van grote waarde aan de muur in de slaapkamer. Onderin  geel tarweveld, bovenin blauwe lucht. In het midden groen twee cipressen. Op de voorgrond, goed kijken, schaapskudde en herder. En je kijkt en zoekt maar een end weg. Opzienbarend is dat Vromen zowel Van Gogh als Munch elkaar nooit zien., Dat kan niet meer.

PS Graag voeg ik toe wat ik vind van die 2 Rembrandts voor € 160 miljoen. Ik vind ze prachtig en horen zeker in het Rijks. Maar dan wel wanneer het kan. En nu kan het niet. De € 80 die het Rijksmuseum meebetaalt is al van de staat. Van ons. En dan nóg 's € 80 erbij. Ook van ons. Kan je niet maken, regering, nu de Thuiszorg en chronisch zieken (slechts een voorbeeld) het véél harder nodig hebben.

zondag 18 oktober 2015

Hek II



Stel je voor je koopt nét een nieuwe auto. Je rijdt ‘m de garage uit. Het is een (slechts als voorbeeld) Renault Twingo. M/V je bent blij en trots tegelijk. Op naar huis aan de familie showen. Onderweg kom je een heleboel auto’s tegen. Je ziet echter alleen Renault’s Twingo.
Stel je voor je hebt net een trui gekocht. Met een logo. Lijkt op een smile en een boemerang. Je hebt de trui aan en… wat zie je? Alleen maar mensen met dezelfde trui. Een boemerang effect is overigens heel iets anders.
Selectieve perceptie noemt men dat. Je maakt een keuze bij het waarnemen van iets. Een bevestiging van jouw keuze. Zo ook het volgende. Ik geloof niet in toeval en een andere verklaring, dan de actualiteit, heb ik niet.

Jongstleden zaterdag 17 oktober 2015 (gisteren) publiceer ik de blog “Hek”. Over het veiligheidshek van en in Israel. Je leest maar wat ik er van vind. Ik haal dezelfde dag mijn “Het Parool. Léés die krant" uit de bus en wat denk je… Op de voorpagina prijst de krant een artikel aan op pagina 16.
Subkop: “De terugkeer van de grensversperring”. Daaronder de kop: “Hekken als wapen om vluchtelingen buiten de landsgrenzen te houden”. Dat belooft wat…
Vanaf nu citeer ik Janne Choudron, expert…
“Een hek tegen de grote boze buitenwereld” (geldt in dit geval voor alle hekken en muren in de wereld, BV).
“In een poging de groeiende stroom vluchtelingen tegen te houden, bouwen steeds meer landen in Europa een hek langs de grens. Maar ook elders in de wereld worden obstakels opgeworpen. Echt helpen doen ze maar zelden”.
“Het Hongaarse grenshek maakt de tongen los, maar nieuw is het fenomeen niet in Europa. De Spaanse exclaves in Marokko – Ceuta en Melilla- waren de eerste die eind jaren negentig met een hek werden afgesloten om de migratiestroom vanuit Afrika in te dammen. Griekenland en Bulgarije volgden”. Dan gaat het verder over het Hongaarse hek. De functie van grensversperring is hier anders, zo wordt gesteld. De Amerikaanse politiek filosoof Brown wordt aangehaald: “….de symbolische waarde is veel groter…”.  “Moslims zijn hier niet welkom, wij willen de christelijke waarden beschermen (?BV) en verzetten ons tegen het neoliberale gedachtengoed”.
Ben je er nog?
Er wordt met geen pepernoot geschreven over het veiligheidshek in en van Israel. Wel dat zij “gebouwd is met de hulp van illegalen, Palestijnen. ...”. Het wordt "controversieel" genoemd. Het hek wordt gebouwd door dezelfde mensen die buiten gehouden moeten worden. Ze hoeven niet te bouwen, dan een ander op die plek. En in plaats van niets worden zij goed betaald.
De essentie van deze blog: er wordt met géén woord gerept over het veiligheidshek. De reden waarom. Om terroristen buiten te houden. Warempel het Israelische hek is het enige effectieve in de wereld.
Slechte en onvolledige polariserende houding van mijn krant. Mezelf herhalend: blijf dus met je poten van het hek af.

 

vrijdag 16 oktober 2015

Hek.


 

 

Mag ik ook een duit in het zakje doen? Ja, dat mag ik. Ik snap het allemaal niet meer en ik wil het ook niet begrijpen.  Een hek is een afrastering bedoeld als erfafscheiding. Om je territorium kenbaar te  maken, je eigendom, je erf. Jouw gebied. Uitzondering is de dikke Duitser op het strand van Zandvoort die een nieuw rijkje sticht met een heuse vlag erop. Daar maken wij ons terecht kwaad over. Ik ga niet meer naar Zandvoort. Ook om andere redenen.
Herinner je nog, 1971, Jan Wolkers op Rottumerplaat. Hij bouwt een symbolisch hek. Wolkers: 2 x bellen.

Men vertelt dat de uitzendingen van ‘De rijdende rechter’ gedomineerd worden door bonje over de erfafscheiding. Buren zijn nimmer vrienden. En ja dan moet de schutting drie centimeter naar rechts. Op kosten van de andere buurman. Zo blijft het hommeles.

Ik herinner mij het hek om onze tuin. Alleen de voorzijde zo’n honderd meter is een reeks paaltjes van een meter hoog en daar tussen kippengaas en aan de bovenzijde een stalen bar met een doorsnede van een paar centimeter. Op één plek wat ingedeukt. Daar zit een zus. Te wachten op een vriendje. Die mesjoggene hond Nico Kruininger, die mij al stotterend vertelt dat ie in F…I voetbalt…. Hij zestien, ik negen. Ik ben ben ben onder de indu, du, druk De beide opritten zijn voorzien van houten zuiltjes met een kop als een pyramide, maar géén hek ertussen. Open deur, open huis politiek.

Ik herinner me de vier hekjes op de begane grond, twee op de eerste etage en de vierde op zolder. Veiligheidshekjes voor Yoni en Avital.

Veiligheidshekjes. Met dat ik dat woord schrijf denk ik aan het hek rond Israel. Een veiligheidshek. Om de terroristen, de moordenaars buiten te houden. En? Wat is daar mis mee?

Muren, hekken zijn er gebouwd. In de ganse wereld. Laatst nog één in Hongarije tegen de Servische grens. Om vluchtelingen te weren. Ik hoor Dries niet, Gretta niet, Harry van B. niet. Ik hoor of lees niets over demonstraties op de Dam tegen dit hek. En wij Europa moeten toch die vluchtelingen opnemen? Zoals vroeger, weet je nog? De jaren dertig komen er wat vluchtelingen uit Duitsland (…). In de jaren vijftig zorgt Nederland voor onze Indische broeders. Welke beloften doen wij allemaal aan de Molukkers? O, en wat denk je van die gek in Zandvoort, waar anders?, die een kopie in zijn tuin plaatst van het hek van Buchenwald. Hek is weg.

De hele lijst met hekken en muren in de wereld hier te noemen voert te ver. Het blijft even bij het hek van en om Israel. Gek he, juist dat hek moet het ontgelden, wordt tegen geageerd, gedemonstreerd, de moties vliegen door de Tweede Kamer en in plaats van het testbeeld op televisie zijn ze daar weer….de Harry van B’s.

Maar lieve lezer, laat je niet misleiden. Het is niet dat iemand tegen een hek is. Welnee. Er zijn er nog steeds onder ons die tegen Joden zijn. Tegen Israel. Onderscheid wordt er uberhaupt niet gemaakt. Tegen Israel. Tegen Joden. Tegen het hek. Tegen producten uit Israel. Wow….genuanceerd!

Ik verzoek tot een andere nuance. Dat als een paar van die narren als Dries, als Gretta, als Harry van B. een beetje héél erg ziek zijn en het einde nadert (ik denk er maar héél even aan) en de enige redding is toepassing van Israelische medische techniek en wetenschap. De Israelische medicijnen horen in dit rijtje ook thuis. En als die Joodse dokter in Nederland nu zegt: “Jammer dan. Niet voor jou mieschazzer Dries”.


Ik denk er maar héél even aan.

Anders gezegd: blijf met je poten van het hek af.  

De tijden veranderen helemaal niet.


 

Wellicht herinner je je één van mijn blogs, juni 2015 over “De doordeweekse dag bij de Jumbo”. De Jumbo biedt een Nazi-pakket aan voor een paar centen. Dan weet je vast nog wel dat ik schrijf over de analogie met het aangeven van een Jood voor drie knaken, drie rijksdaalders, drie achterwielen. Ik hoef het je niet uit te leggen wel? O ja, drie knaken, dfl. 7.50 is te vergelijken met  € 37,50.

Gisteravond op nationale televisie het praatprogramma 'Pauw'. Vrij baan voor fuck you Youness Ouaali. Zijn stelling: maak ze af, vermoord ze die Israelische toeristen die hier in Nederland hun centen uitgeven. Het wordt tijd dat ze die knaap een kopje kleiner maken.

Vandaag bij mij in de buurt wéér langs een abri met reclame gereden. Afbeelding zie je hieronder. De firma Taco Mundo gaat behoorlijk over de schreef, met deze metsieje.

Zij bieden maar liefst € 9,50 voor twee Mexican Burgers.

 

zaterdag 10 oktober 2015

Je bent een product van je opvoeding.


 


 





Eén van mijn beste vrienden Berry overlijdt met Pésach 2001. Twee jaar daarna vraagt zijn zoon Jossi of hij een interview mag afnemen. Mét camera. Voor school. Opdracht: interview met een creatief iemand. Ik heb nét één boek geschreven, dus Jossi vindt dat wel passen. Trots als een pauw -wat denk je- stem ik toe. Enige tijd later telefoon! Paniek! De laatste vijf minuten op de video zijn zonder geluid. Of “die meneer” naar school wil komen, om het interview nogmaals te laten plaatsvinden, nu in de klas. Zo’n veer heb ik nog nooit meegemaakt. Ik naar klas 3 van het Vossius Gymnasium. De docente heet mij welkom, stelt mij op mijn gemak, vertelt de klas van mijn hartZusjtand en vraagt om kalmte. Interview loopt vlotjes. Er wordt gevraagd door de kinderen of ik een verhaaltje uit het boek “Da’s mooi voor Lochem” wil voorlezen. Ik kies het verhaal “Knien’n”, over de konijnen van Gerrit Pasman. Ze vinden het prachtig. Weer een serie vragen. Nu moet je weten dat in het sjieke Amsterdam Zuid op het voorname en notabele gymnasium deze klas een toonvoorbeeld is van een “melting pot”. Alle geuren en kleuren. Inclusief de vele minderheden Joods, Indonesisch (de dochter van de mevrouw van ‘onze toko’ Warung Baru), Chinees, Turks, Marokkaans. Op Zuid is Nieuw West significant oververtegenwoordigd, is mijn indruk. Er komen vragen aan de ‘schrijvert’. Ik ben volledig onvoorbereid. “Vindt u de jeugd van tegenwoordig ook zo slecht?”, vraagt een schat van een kind. Nieuw West, denk ik. Ben op mijn qui vive. Tot mijn mazzel komt dit antwoord eruit: “De jeugd van nu is niet beter of slechter dan vroeger, voor zover ik dat mag bepalen. Ik ben niet gezaghebbend op dit onderwerp. Maar ik kan je wel vertellen dat elk kind een product is van zijn of haar opvoeding”. M/ V wat ben ik blij dat ik daar mee wegkom. Later in de docentenkamer bevestigt de lerares met een kop koffie en mooie woorden mijn antwoord.
Vandaag 26 december 2014 krijg ik van een vriend een bericht over Kerst in Duitsland anno 2014. Uit de krant dus, van internet, overal vandaan dit nieuws: “Mönchengladbach: Kinder stürmen Gottesdienst und beschimpfen Besucher”. Het bericht gaat verder….”muslimische Kinder….wordt benadrukt. Het doet mij veel verdriet. Heel veel verdriet. Wat gebeurt er in de wereld, in Europa, Brussel, Antwerpen, Parijs, Londen, nu Duitsland weer? Niet veel later gevolgd door een andere Geschichte in Duitsland. Een paar uur later deze erover heen: “German is stabbed in back by muslim after wishing him and two muslim women Merry Xmas…”. Moet ik verder gaan?
Ik maak mij er niet met een Jantje van Leiden vanaf, maar als kinderen, gelijk in Oost Jeruzalem en Gaza, zich zó gedragen dan zijn dat géén incidenten. Neen, het is erbij ingebakken. Door de ouders. Niemand meer en niemand minder. Ik pleit die kinderen niet vrij, integendeel, maar ook zij zijn een product van hun opvoeding. Cellen genoeg voor de ouders. Ik vraag mij af of ik van Meneer Smeets de volgende vergelijking mag maken. Van mezelf mag het ook. Die voorvallen als beschreven en álle niet genoemde bij elkaar zijn een infiltratieve groei. Een carcinoom. De rest mag je invullen.
Ik ben er ziek van.

Na alle bomaanslagen, zelfmoordterroristen, raketaanvallen is er een nieuwe hobby van het zootje Palestijnse jongeren. Stabbing. Met messen, zelfs een schroevendraaier, onschuldige mensen steken. Neersteken. Verwonden, liefst dat de dood er op volgt. Er is een oplossing, vind ik. Dader kapot schieten met harde hand en zijn lieve ouders een jaar of wat de cel in. Water en brood. In Israel wordt allen van legerwege aanbevolen uitsluitend naar buiten te gaan met pistool op zak. Vandaag tellen wij 8 oktober 2015. Wij willen vrede. Niets meer dan dat. En niet minder.

Ik ben er ziek van.
 

zaterdag 3 oktober 2015

Spitting images


 

Midden jaren negentig kom ik ’s avonds thuis en hoor ik op televisie de bekende stem van de Joodse journalist Jaap van Meekren. “….en dan volgt nu het oorlogsjournaal..”. Ik schrik me een ongeluk, er is toch niets aan de hand in of met Israel? Mijn zorg wordt omgezet in enige verbazing. Het betreft een serie over de Tweede Wereldoorlog. Deze aflevering: de Nederlandse kampen. Binnen een paar seconden een foto van het appél in Westerbork. Eén van de mannen is mijn Vader z’’l. Ik word gek. Mijn beide ouders z’’l ontsnappen gelukkig samen tegelijkertijd op unieke en spectaculaire uit Westerbork. Zie mijn boek: “Wejiwrech”.Daarin het verslag. Terug naar de foto. Die WIL ik hebben. Veel speurwerk leidt naar het RIOD, Rijks Instituut voor Oorlogs Documentatie. Ik word buitengemeen sympathiek en behulpzaam behandeld als ik daar op afspraak op een ochtend binnen kom. In een kamer haalt de gastvrije medewerker uit een kast een kartonnen doos met foto’s. En dan…..de foto van mijn Vader z’’l. |Op appél in Westerbork. Ik krijg het te kwaad en met een vloek zeg ik dat ik die foto helemaal niet wil hebben. Ik dank de medewerker zeer hartelijk en ik vertel hem dat ik gelukkig foto’s heb van mijn Vader z’’l in vrijheid. En dat –ondanks de heel korte tijd van zeven jaar- ik mijn Vader z’’l ken op elke mooie en dierbare wijze die je bedenkt, maar zeker niet op zo’n k..foto uit het Drentse concentratiekamp. Durchgangslager. Naar Auschwitz. Naar Sobibor.

In mijn boek “Debbie” verwijs ik naar een Canadese fotograaf. Een hele serie foto’s van dubbelgangers. Mensen die elkaar niet kennen en sprekend op elkaar lijken. Spitting images. Een neef van me heeft jaren geleden een verloofde in Londen: Rachelle. Sprekend Debbie. Yoni en Avital laten bij Heno een foto maken. Ik weet de gelijkenis in de karakters, heel opmerkelijk.Nu ook qua uiterlijk, en zo blijkt nu overduidelijk de volstrekte gelijkenis met mijn Vader en Moeder z’’l.  Zoveel genetische overeenkomsten. Ik hang steeds meer de idee aan dat nagenoeg iedereen op elkaar lijkt. Allemaal afstammelingen van de twaalf stammen.

Ik zit lang en vaak in het pittoreske café Marcafé op de Ben Yehuda straat in Tel Aviv. Focussen op schrijven van het boek “Debbie”. Mensen kijken. Zooooo veel dezelfde koppen. Er gaat een man zitten. Honderd procent identiek aan Don Perry uit Durban, Natal, Zuid Afrika. Ik kan veel meer, honderden, voorbeelden noemen. Marcafé is van een uit Bordeaux, Frankrijk afkomstige banketbakker. Lekker spul en prima koffie. Creatieve impulsen heb ik daar. Mensen kijken.

Een paar dagen geleden overlijdt Moti Kirschenbaum. Van 24 september 1939 overlijdt op 25 september 2015. Kirschenbaum vaak gezien op de Israelische televisie. Hij is een anchor en grootheid op televisie in Israel én een geweldig documentairemaker. Bij het zien van zijn foto's op internet overduidelijk een sterke gelijkenis met mijn Vader z’’l. Ik beschrijf niet wat precies en hoezo. Ik plaats de foto van Kirschenbaum en zij die mijn Vader z’’l kennen, of hun Opa z’’l helaas slechts van foto’s  zullen zeggen: ‘  …spitting images…’. Moeilijk momentje.


De Canadees heeft andere voorbeelden. Deze vind ik heeft ook wel wat.