zaterdag 31 januari 2015

Het Witzenhausen effect.


  

 

imagesW31XAV1G Witzenhausen.jpgWitzenhausen  is een dorpje in de Duitse deelstaat Hessen. Het woord witz kennen wij. Ja toch? Het kan ook een verbastering zijn (nee hoor) van wittiesj. Onnozel. Hebben we vandaag de dag nog tijd? Tijd voor elkaar? Tijd voor een beetje gesprek? Uberhaupt interesse in elkaar?  Youp van ’t Hek heeft jaren geleden iets geroepen over de diepere discussies in het televisieprogramma Goeie Tijden, Slechte Tijden. Ik heb dit nog nooit gezien, ik zat op zolder. Ik citeer:  ‘Dag!’ ‘Dag!’ ‘Hoe gaat ‘t?’ ‘Nou, dag, tot ziens!’   En dan heb je tegelijk het niveau van de diepere discussie, zo voegt Van ’t Hek toe. Ik begrijp ‘m. Anno nu en zeker ná mijn eerste hartproblemen wordt te pas en te onpas, maar uitsluitend opportuun, gevraagd hoe het met je gaat. ‘Ja, hoor ’t gaat goed.’ Je ziet de ander denken…..’nou dan zal het binnenkort wel slechter gaan…’, of:  ‘Mwah, nee niet zo best…’. Verdomd: de ander denkt: ‘ik hoop maar dat het dan nóg minder zal gaan’. Kortom niemand interesseert zich in de ander, in jou. Eigen belang voorop. De goeden niet te na gesproken! Het zijn nietszeggende plichtplegingen. Karakterloos. Oppervlakkig. Helaas ken ik er maar al te veel. Eentje wil ik je niet onthouden. Ná de dienst voor de Bar Mitzwah (kerkelijk meerderjarig) in sjoel (synagoge) van de zoon van één van mijn allerbeste vrienden –die inmiddels helaas kort hiervoor is overleden -  het is voorjaar 2001, haal ik een kop koffie. De dienstdoend Chef Schenken ken ik. Jarenlang is ie met mij meegereden naar Ajax. Hij zat in de verf. Ik noemde hem ‘Rembrandt’.  ‘Goed Sjabbes (goeiemorgen vandaag), mag ik alsjeblieft een kop koffie?’ Hij quasi verbaasd:  ‘Hé, hoe is het met je?’ Ik: ‘Dat wil jij helemaal niet weten…’.  En ik pakte mijn koffie. Als ie het had willen weten dan had ie ooit eens gebeld, of zo. Wat een lougeiwes. Wat een flapdrol (Tweede Kamertaal). Ik noem dat ‘het Witzenhausen Effect’.

zaterdag 24 januari 2015

Mijn taal.


 

 

Iedereen heeft zo zijn/ haar eigen taal. De taal van het land waarin je woont, de streek, de stad, het dorp. Of tot welk een gemeenschap behoor je. Of een beroepsgroep. Straattaal, markttaal, dieventaal. Bargoens. Van de oude talen –de Tenach of het Oude Testament is genoteerd in het Aramees en Hebreeuws -  is in die zin niet veel over, dat Aramees niet meer gebezigd wordt, een dode taal, en het Hebreeuws gemoderniseerd is tot Ivriet, modern Hebreeuws. Het  Ivriet is eind 19e eeuw ontwikkeld door Eliezer ben Jehoeda. Mijn beste vrienden wonen in ‘zijn’ straat in Tel Aviv. Een korte verklaring: de Joden in de Diaspora en woonachtig zeg maar in Centraal Europa spraken vroeger ook al met elkaar en als er iets ‘geheim’ moest blijven, werd al ras overgestapt op Jiddisch. Simpel gezegd een mengelmoes van Hebreeuws en Duits. Aangevuld met her en der alles erbij. Het Jiddisch overigens werd geschreven met Hebreeuwse letters. Volgens mij omdat dan het geschrevene ‘geheim’ bleef, of beter wellicht: men was het schrijven van de plaatselijke taal niet machtig. Ja, ook bij ons thuis als mijn Vader en Moeder iets bespraken dat niet voor mijn oren bestemd was…   Vanuit Duitsland geredeneerd heb je onder andere het Oost Jiddisch en het West Jiddisch. Daarvan vind je nog veel verwantschap in de Nederlands streek- en familie varianten. En zo brachten de Joden met name in de periode van De Verlichting hun taal mee, Zo ook mijn voorvader Samuel Michiel Vromen, die zich in tussen 1765 en 1780 vestigde in Lochem. Hij kwam van Urbach, bij Neuwied in Duitsland. De taal ging over van generatie op generatie. Sterker nog: in Amsterdam, waar vóór de oorlog tien procent van de bevolking Joods was, wordt een flinke partij “Joods” gesproken. Echt geloof me, zowel in het Amsterdams, als in het Nederlands komen duizenden woorden en gezegden voor met een Joodse herkomst. Als ik dat allemaal ga benoemen…. Er zijn genoeg boeiende naslagwerken, ook op het internet met betrekking tot West en Oost Jiddisch. Standaardwerken zijn de boeken van Hartog Beem – één voorbeeld zijn boek ”Jerosche”, dat erfenis betekent, als ook het prachtige woordenboek van  Justus van de Kamp en Jacob van der Wijk (Contact 2006): “Koosjer Nederlands”. Joodse woorden in de Nederlandse taal. De taal die ik van mijn Vader en Moeder heb geef ik door aan Yoni en Avital. Volgens het principe “slippage’ heb ik ooit honderd woorden geboord, tachtig vond ik mooi, zestig heb ik onthouden, veertig gebruik ik regelmatig en twintig bezig ik wekelijks en vijf dagelijks. Zoiets. Wat ik probeer te stellen is dat taal helaas aan tijd gebonden is en met die tijd vergaat. Uit de tijd gaat. Zie ook ons Nederlands. Zo ik al veel minder woorden gebruik dan mijn Ouders, zo kan ik niet van mijn kinderen verwachten dat zij wél weer alles oppakken en benutten. Van binnen straal ik dan ook van geluk als er af en toe zo’n woord door mijn kinderen wordt gebezigd!

In een hop en een sjtob (Jiddische uitdrukking, betekent: in een wip, no time) naar Het Parool, léés die krant, van een paar decades geleden. Op Oudjaar, 31 december was er steeds een hele pagina gevuld met ‘wat wél moet blijven in het volgende jaar’ en ‘wat niet moet blijven’. En Henk Spaan deelde de oliebollen uit. Wie schetst nu mijn verbazing dat in het Nieuwjaarsnummer van het Nieuw Israelietisch Weekblad, de Rosh Hasjana editie van 19 september 2014 over de twee pagina’s in het hart van de krant de redactie met het volgende komt: “10 dingen die weg/ blijven moeten”. Eén van die gastjes zal waarschijnlijk door zijn collega’s de hemel in zijn geprezen voor dit briljante, creatieve idee. De persoon zal beslist hebben gedacht “goed gepikt is beter dan slecht nagemaakt”.  Nu heb ik niet vaak zo’n stelletje schlemielen bij elkaar gezien…. Zij hebben het volgens de kop over “10”, wat denk je… ze komen niet verder dan negen! Willem Tell. Als het hun bedoeling was mijn mening te geven over wat moet blijven…, nou dan zeker die redactie niet. Eén van de items is: “Nesjomme”(dat betekent ziel). Onder MOET WEG schrijft men: “Het koketteren met Jiddisje woorden en gezegden om de eigen Jiddisjkeit te benadrukken is oubollig, ouderwets en geforceerd en zorgt voor een afstand tot onze niet-Joodse medemens”.  Bij MOET BLIJVEN wordt geschreven: “Het is enig dat er nog menschen zijn die Jiddisje uitspraken in hun idioom hebben. Het is een teken van nesjomme. Nog belangrijker is dat ze deze, door ze te blijven gebruiken, doorgeven aan volgende generaties”.

Doe er dan wat aan! De Facebook pagina “Mokums Amsterdam” geeft de lezers dagelijks één woord. Fantastisch! Ik heb een paar taalvirtuozen en collega boeken schrijvers gekend, beiden expert in het onvervalst authentiek Amsterdams Jiddisch. Dikke chawwers. Dave Verdooner en Hans Sarfaty. Beiden helaas niet meer onder ons. Een genot om naar hen te luisteren. En dát heb ik veel gedaan. Nu is er mijn chawwer, vriend Leo Groenteman. Er zullen ongetwijfeld nog een paar anderen zijn, maar die hoor ik niet. Zo ken ik ook een oude niet-Joodse mevrouw die in elke zin –geschreven of gesproken- minstens één Joods woord gebruikt. Kijk, dát vind ik nou misplaatst. Onder het mom: Kijk mij nou ’s goed zijn! Wat te verbergen? Kan ik bij je aankloppen voor een onderduikadresje?

Hoe dan ook: in mijn eigen taalgebruik, in mijn boeken, in mijn blogs, in mijn brieven, ik zal mij altijd blijven bedienen van die woorden die ik reken tot MIJN TAAL!


zaterdag 17 januari 2015

Varkens in een omgekeerde wereld.


 

Eigenlijk te gek voor woorden: het is nu Sjabbat, Sjabbes en ik schrijf over varkens. Op zich al een omgekeerde wereld. Hoe zit het? Ook op internet volg ik nieuws. Het nieuws en de waan van de dag vandaag: “Oxford University Press heeft ‘varken’, ‘zwijn’, ‘worst’, ‘spek’ en andere aan varkens gerelateerde woorden in alle kinderboeken in de ban gedaan”.  Schijtlijsters zijn het. Hoe je het ook wendt of keert het slaat als een tang op een varken, boeren en varkens worden knorrend vet, dat varkentje zullen wij wel even wassen, het varken is tot op het oor na gevild, rozen voor de varkens strooien, schreeuwen als een mager varken, veel varkens maken de spoeling dun, onze varkens worden niet vet. Zo dom als het achtereind van een varken. Vraag: wordt het met de sharia in oprichting verboden varkens te fokken, te slachten, te eten? Nette mensen brodeloos maken? Menigeen een lekker stukje vlees onthouden?  Hallo jongens, wakker worden! Het is al een omgekeerde wereld. Nu –voor je het weet-  ook al is het varken voor mij niet koosjer en voor islamieten onrein, dan nóg hoeven de sjaria machers jouw en mijn taal niet te verkrachten. Waar gaan we naar toe?  Toen ik jaren geleden eens op vakantie in Portugal in een restaurant in een vitrine een varkensoor ontwaarde, althans ik wist niet wat het was en vroeg er naar. Ik kreeg de uitleg. Een varkensoor, Schijnbaar een delicatesse. Varken is niet koosjer. Onrein, Een Jiddisch woord is CHAZZER. Onrein. Vies. Vul maar in. Een chazzeroor (ook chazzerer) behoeft geen nadere uitleg. Ter plekke belde ik de oudste zoon van mijn Ouders en vertelde hem dat ik hem zojuist was tegengekomen. In de omgekeerde wereld.

 

zondag 11 januari 2015

Elle a 23 ans. Je pensais.


 
 
Als ouwe leerling kom ik de laatste twee jaar even mijn diploma scoren op Maimonides. De grote stad heeft vele verlokkingen. Een jonge lerares Frans wordt ons toegewezen. Zij studeert Franse taal en wetenschappen. Ik vermoed zij is 23. Ik noem haar Mieke. Zij studeert aan de UvA, de Universiteit van Amsterdam en waar zij tevens doceert. Zij publiceert ook,  in “Lust en gratie”, als voorbeeld. Dan móet zij goed zijn. Zeker voor zo’n jonge vrouw. In onze klas is zij ook goed, al kijk ik niet zo gek veel in de boeken. Om je een indruk te geven: Mireille Mathieu, Francoise Hardy. Op een gegeven moment vertrekken wij met de bovenbouw naar Parijs. Werkweek noemt men dat. Ik vind werken iets anders. Wij logeren in een hotel in Le Marais, de Joodse wijk van Parijs. Eten in een koosjer restaurant om de hoek. Op een middag ga ik op tour met Mieke, nog een leerling en een kabouterleraar die ik op een klein vel papier niet terug getekend wil zien. Enfin, wij bezoeken een alleraardigst museum, Musée Carnavalet. Prachtige uithangborden van eeuwen her. Zo vind je ze niet meer. Het is inmiddels al neon tijd. Daarna gaat het kleine mannetje “boodschappen” doen, de andere leerling bekijkt het en Mieke en ik drinken wat. Het wordt een lange avond. En uiteindelijk staan wij in het hotel in de vestibule.

Jarenlang denk ik wel eens aan Mieke. Dik tien jaar geleden zoek ik haar op. We treffen elkaar. Onze rendez vous is in een Indonesisch restaurant alwaar wij ons te goed doen aan een rijsttafel. Zij woont al dertig jaar samen met haar vriendin in de De Pijp en is nog steeds professor aan de UvA. Zij denkt ook wel ’s aan mij, anders zegt zij niet spontaan ‘Ja!’, om een keer ensemble te zijn. Wij hebben een genoeglijke avond en spreken elkaars oren van het hoofd. Af en toe volgt een email, als ook uitnodigingen een concert bij te wonen, of naar hun week end-huis te komen in Winterswijk, een kilometer of wat voorbij Lochem en dan nóg verder. Uiteindelijk rolt een invitatie in de bus: Mieke’s afscheid van de UvA, haar pensionering. Ik heb me kennelijk toch vergist. Tant pis. Ik ga op de uitnodiging in en word allerhartelijkst ontvangen, sterker nog: ik word uitgebreid genoemd in haar speech. De enige van die tijd die aanwezig is. De rest is ook niet gevraagd, dat terzijde. Je m’en fous.

Terug naar de vestibule. Eindelijk entre nous. De hormonen slaan op hol. De jongeman bedenkt het meest superieure Frans dat hij kent en stamelt op het moment supreme……. (wat ik zeg, wat dat betekent en wat het moet zijn zoek je zelf maar op, of je belt Mieke)….. “Je te désire une bonne nuit!”. “Dat hoor je anders te zeggen, Bert…!”.  En wij gaan ieder naar onze eigen kamer. Honi soit qui mal y pense.

Zij is 23, dacht ik.

 

 

*En als je een aardig boekje wil lezen over Le Marais, eentje uit mijn persoonlijke top tien: ‘Meneer Ibrahim en de kleuren van de koran’ door Eric-Emmanuel Schmitt. Aan te bevelen, zeker nu! Deze blog heb ik juist geplaatst, omdat ik verscheurd ben, bewogen en geschokt na wat er deze week allemaal in Parijs is gebeurd.

zaterdag 3 januari 2015

2015. G'ds eigen apotheek.


 

In het Jodendom mag je de naam van G’d niet uitspreken en ook niet schrijven. Vandaar de apostrof. Je doet ’t (nóg één)  er maar mee. Enige tijd geleden kreeg ik een alleraardigst verhaal, interessant te lezen en weten en ernaar te leven. Ik wil het graag delen. In de Nederlandse vertaling. Ik wens allen een gezond 2015 toe, het jaar is nét begonnen. Je blijft je verbazen. 2015, da’s 2+0+1+5=8. Ik geef je nu de acht eitses, raadgevingen:

1.      Snijd een plakje wortel. Je ziet een oog. Wortel is goed voor je ogen, maar ook voor de bloeddoorstroming van je ogen

2.      Een tomaat heeft vier kamers en is rood. Gelijk het hart. Een tomaat zit vol lycopeen, héél gezond voor hart en bloedvaten

3.      Een walnoot lijkt op je hersens, voor zover aanwezig, en stimuleert méér dan drie dozijn transmitters om je hersenfuncties te verbeteren

4.      Druiven groeien en hangen in een tros in de vorm van het hart. Druiven lijken op bloedcellen, maar bovendien zijn zij levenskrachtig voedsel voor het bloed

5.      Kidney bonen heten niet voor niets zo. Zij lijken op de nier en zijn bij uitstek geschikt om de nieren beter te maken en de nierfuncties te versterken

6.      De zoete aardappel lijkt op de alvleesklier, pancreas, en houdt de functie van de pancreas in balans

7.      Bleekselderij lijkt niet alleen op botten, maar zijn ook onmisbaar voedsel voor sterkere botten. Bovendien een geweldige plaspil

8.      Snijd een doorsnee van elke citrusvrucht en je ziet de vrouwelijke borstklieren. Citrusfruit versterkt de gezondheid van de borsten en stoot lymfe af tot een goede balans. En let op: gebruik je tabletten tegen jicht, dan géén grapefruit
Tips uit G’ds eigen apotheek. Geloof je niet dan toch evenveel respect heb ik voor je en zullen we zeggen dat Darwin het bedacht heeft. Daar vertrouw ik niet zo op. Toeval bestaat niet, maar de mensheid heeft bovenstaande adviezen niet zelf bedacht. Kortom: doe er mee wat je wil, ik wens je sowieso een héél gezond 2015 toe.