zaterdag 30 november 2013

Strand


Zit ik net aan 2 Noordzeetongen op een spiegel van pompoenmousse en verse botersla met ouderwetse dressing. Daarbij niet getreurd, de vandaag eerder gemaakte kippensoep smaakt over je einde. En zo meteen als dessert kwark met vers fruit die ik, help me eraan herinneren, over een kwartiertje uit de vriezer moet halen.

Over de Noordzee gaat het dus. Je gelooft het niet. Vroeger liep ik veel, vaak over het strand, bij voorkeur Knokke, vanaf Albert Strand  tot aan ’t Zwin. Net over de grens. En dan weer terug. Door weer en wind. Zomer. Winter. En fijn dat ik het vond! Nu ben ik al heel blij en bevoorrecht dat ik dagelijks vijfenveertig minuten wegtrap op mijn home trainer. Wandelen? Ach, ik heb vast wel weer een excuus.

Mijn helaas te vroeg overleden gabber Dave, van 15 augustus, was in die zin zo mesjogge als een deur, dat midden in de winter bij min tien en een Zuidwester kracht negen, moest en zou hij naar het strand. Noordwijk.
Anneliesje, óók van 15 augustus, is ook zo’n wandelaar. Sterker nog: tot voor kort een ervaren halve marathonloopster. 

“Zi kent mi ok oaveral”, maar in IJmuiden alleen bij de hockeyclub Strawberries en bij visrestaurant Van Es. Maar daar komt verandering in.

“We gaan naar Zilt. Een mooi paviljoen, goeie koffie. En voor jou niet té ver”, zei ze.

Ik: “OK, moet te doen zijn”.

Zij weer: “Dan neem jij maar een stuk of wat koffie en dan loop ik even het heen en weer tussen IJmuiden en only G’d knows Den Helder of zo”.

“Deal. Ik benut de tijd te schrijven aan een boek”, antwoordde ik.

Zilt blijkt dicht. In de winter. Pal ernaast, hoe briljant bedacht: Paviljoen Noordzee.  Anneliesje dropt me en gaat aan de wandel. Ik amuseer me met mijn opschrijfschrift met harde kaft en de tijd vliegt; zo’n slordige twee uur later blijkt dat ik behoorlijk ben gevorderd.  De nodige koffie, me gebracht door de IJmuidense serveerster met een Brabantse tongval uit Empel en door mij genuttigd.

Op zich al een prestatie dat iemand mij uit de auto krijgt om zo’n heel hoge duin op te lopen (niets is zwaarder dan tegen een berg oplopen), met wind tegen. Van zo’n klein stukje moet ik al rap rusten. Klinkt legitiem, dus ik hoef niet mee.
Een paar regels terug heb ik geschreven dat ze me overal kennen:
Noordzee tong. Noordzee. Paviljoen Noordzee. Noordzee strand. Ja hoor, zelfs op het IJmuidense Noordzeestrand ben ik inmiddels een celebrity. Een celeberty eigenlijk.  Met grote letters is in het zand geschreven: 

We noteren woensdagmiddag 27 november 2013. Mijn kleinzoon is vandaag een half jaar!


Dat je niet denkt dat ik het zelf heb geschreven daar op het strand van IJmuiden. Ik zat binnen, aan m’n boek, aan de koffie. Mij buigen over de herinneringen van zo’n tweeëndertig jaar geleden, om die op papier te krijgen.

donderdag 28 november 2013

Lekker Landje


heeft wel een heel bizarre betekenis gekregen. 
Kortelings was ik bij het Amstelstation, iemand afhalen. Sta geparkeerd en zit. Vóór mij komt een oude blauwe Peugeot 306 cabriolet staan. Met dit weer heb je niet zoveel aan de kap. De juffrouw met bontkraagje op een plastic jack en een spijkerbroek stapte uit. She had a pineapple on her head. Een soort knotje dus. Vriendlief komt aan, ze zoenen wat in de auto, zij stapt uit  en loopt naar de kofferbak en pakt twee blikjes fris. Wat zeur je nou, man? Een seconde later linker portier open… blikje op de grond, op het trottoir en…weg. Lekker weg. De auto was weg en ik zat daar met de bekende bek vol tanden. Ik viel van m’n eigen autostoel.
Vanochtend in het nieuws. Een Brabants dorp dat eindelijk de wereldpers haalt, geeft een oudere dame van minstens 75 jaar een boete van een halve ton of zo. In haar tuin is een waanzinnige hoeveelheid oliedrums neergekwakt met chemisch afval van een XTC-pillendraaierij in de buurt. De gemeente moet die troep weghalen. Enfin, je snapt het verhaal. Zo’n juffrouw van de gemeente toch. Je zou voor de gein het mini-interview met haar van vanochtend moeten bekijken. Heel fout Wakker Nederland van 28 november 2013. Ga toch lekker weg.

Zojuist aan de thee met Ipong, de schoonmaker en Mamik, zijn vriendin, die de strijk voor mij doet. Verbaast hij zich over de mevrouw in Rotterdam, die tien jaar lang dood in haar huis ligt. Die was ook lekker weg. Je snapt met je bolle verstand niet waar je je waart.
Al een paar dagen worden we bestookt met hét verhaal vanuit Arnhem. Een paar maanden geleden nog maar ernstig antisemitische geluiden en televisiebeelden. Jongeren. Producten van hun opvoeding. Arnhem Today, we spreken een woordje mee. Een flapdrol keurt een sollicitant af, omdat ie “een donker gekleurde (neger)” is. Moet ik meer vertellen?

Honderd kilometer verderop een achterlijke die op tv durft te grappen met een Chinese deelnemer aan een talentjacht. Ik heb het van horen zeggen, want ik kijk niet naar deze flauwekul. Hij, die heer met witte krulletjes komt er nog mee weg ook. Ik zal het niet doen, maar stel dat ik hém ’s discriminerend ga toeschrijven. De rapen zijn gaar. Trouwens dat stuk verdriet schijnt een huisje te hebben in Zuid Afrika...ben verheugd binnenkort te horen hoe ie daar de fout in is gegaan en een groepje stoere mannen met televisiecamera langskomt. Ga toch lekker weg, uit eigen land!

Nog één om een lachebekje van schaamte te krijgen. U betaalt belasting. Jij betaalt belasting. Ik ook. Van jouw en van mijn centen gaan er té veel naar terroristische organisaties. De PA is er eentje van. Via de Europese Gemeenschap worden dag-salarissen  gegeven aan in Israel gevangen gehouden overtreders van de wet. Hebben we nét die mafketel van een kunstenmaker Dario op televisie gehad, die onze Sinterklaas probeert te versjteren.

En hoe vind je die dan van die jeugdbende in de Amsterdamse Rivierenbuurt…zoek het maar op: 1939 als voorbeeld.  En dan dat fijne stel dat als de raven jatte van schoolkinderen op een middelbare school in Amsterdam Zuid! Ik mag niks zeggen. Weg.

Is de ontwerper van de postzegel van Koning Willem een wel heel foute fouterik, met z’n Auschwitz-hek ergens in Amsterdam West. Ga toch lekker weg allemaal. Referentiecheck? Bewijs van goed gedrag? Integriteitsonderzoek? Ooit gehoord van een antecedentenonderzoek? Kijk, dat je als Den Haag de schoonvader van de Koningin over ’t hoofd ziet, allez, ’t is je vergeven. Maar hebben koninklijke staf, postzegeluitgever en verantwoordelijk minister ooit iets over de ezel en dezelfde steen gelezen, gezien of gehoord? Geen spiegel thuis?
En dan vanaf 1 januari allemaal lekker likken in eigen land. Waar is de seichel op heden gebleven?

Seichel is verstand. Gezond verstand. Met mijn seichel zeg ik: “ga toch weg in je lekker landje..”

maandag 25 november 2013

De grens

De grens is de verkorte versie voor de grensrechter. Zaterdagavond 23 november 2013 weer zo genoten van de grens. De grens die onder ons stond, we keken op z’n kale kop vanaf onze vaste zetels bij Ajax. Mijn zoon en ik.

Toen ikzelf nog tophockey keepte hadden we goeie en minder goeie scheidsrechters. Ik gaf ze altijd een handje om hen te bedanken voor de leiding. Zo hoort ‘t. Als je dat in je hele sportleven wel honderden keren zo gedaan hebt, dan mag je best wel ’s minder vleiend over zo’n fluiter vertellen.
Er was er eentje, toen nog een broekje, een lange en slome pierlala die flink solliciteerde naar de Lacher van de Week. Door die week was hij waarschijnlijk vierde assistent in het magazijn van het filiaal van een schroefjes- en moertjesfabriek. Met een stofjas aan. Zo’n grijze stofjas.
Jaren geleden was een bekend gezicht op de Nederlandse eredivisie voetbalvelden de Engelse trainer Barry Hughes. Altijd een pet op de kale kop. Voetbalhumor. 
Op een gegeven moment pakte ie een feestfluitje (moet je op blazen en dan rolt ie uit, de fluit en hij fluit ook een fluitgeluid). Een paar stappen richting grensrechter en…blázen! De tribunes lagen plat. Studio Sport heeft het feit menigmaal herhaald en prominent in beeld gebracht. Eigenlijk zou je een pietsie mededogen met zo’n grens moeten hebben, maar nee, het was lachen.
Zo ook de trainer Rinus Israel. Amsterdammer met humor. Da’s een pleonasme. Enfin, Israel riep ooit, met de televisiecamera in het vizier, naar de grens met de kale kop: “Hé, krullenkop, ga nou ’s uit je doppen kijken.”
Scheidsrechters hebben het in de ogen van de supporters en van de spelers vaak gedaan. Ze kunnen niet veel doen, of… Geloof me, dat is niks voor mij, zo ga je niet om met de scheidsrechter, als speler niet en als supporter niet. Bij voetbal wordt al gauw de scheids vergeleken met een lichaamsdeel van een reu. Hockeypubliek, ik herinner me Bloemendaal, zong op de zelfde melodie ‘..de scheidsrechter is seropositief, seropositief..’. Ook niet fijntjes. In binnen- en buitenland wordt menigmaal verwezen naar het vermeende beroep van de moeder van de scheids. Hmm, past wel bij veel voetbalpubliek.

Maar eergisteravond weer genoten. Met mijn zoon. Da’s één. Naar Ajax, da’s twee. Een overwinning nummer drie. Vier is het prachtige spel van de Ajacied Daley Blind. Beste man in het veld.
De man buiten het veld, dravend langs de lijn, eiste werkelijk de hoofdrol van de avond op. Wij zitten op de eerste ring rij acht met een prima zicht en redelijk dicht op de doellijn, in het verlengde van die lijn dus. De grens hobbelt wat heen en weer van links naar rechts en weer terug.  Voorafgaand aan de wedstrijd gaan ze, de arbiter en zijn assistenten (zonder schmink en gouden oorringen) een warming up uitvoeren, als een ware show voor een volle zaal, volleerd toneelspelers. Pikoppoetsers avant la lettre. Zijn tenue heeft dezelfde uitwerking als strepen en sterren op een uniform.
Een prachtig uniform, opvallende kleuren, de naam van de sponsor, die zo blij met z’n mannen is, witte dunne beentjes en maar rennen langs de lijn. Hier en daar zwaaien naar iemand die alvast aan het sneren was. De wedstrijd begint. En omdat ik alles zie, zie ik ook onze chef stuntelaar. Zwaaien met zijn vlaggetje pas nadat de scheids in een bepaalde richting had gewezen. Met dichtgeknepen billen zich steeds afvragend wat er nu weer aan de hand was en welk regeltje werd overtreden en goed oplettend dat de bal over de lijn werd getrapt. Het enig wezenlijke dat de vogel moet bijhouden is de buitenspelval. Ik durf te beweren dat álle vrouwen de buitenspelregel beter kunnen uitleggen dan de grens van zaterdag. De situatie ga ik nu niet helemaal beschrijven, maar hij stak zijn vlaggetje de lucht in ten teken van, maar de scheidrechter vermande zich en vermaande de grens door z’n microfoontje en de boodschap kwam over bij de grens. Hij kromp een centimeter en knikte dat ie het had begrepen…De mensen op de tribune moesten lachen, een paar opmerkingen, maar het meest significant was de algehele compassie met deze schlemiel. De grens. Zien, dat deed ie niet zoveel. Ik zag zo uit de stripverhalen van Peter van Straaten de hilarische karakters Dijk en Stuiter terug.
’s Avonds laat kwam ie thuis. Zijn vrouw, met compassie: 
“Hoe was ’t vanavond?”
Hij: “Ik heb lekker gevlagd."

woensdag 20 november 2013

Zwiep

Zwiep is gered. Zo lijkt het. Een pak van m’n hart. 
De Zwiepse bolus blijft bestaan.

Wat je weten moet. Ik ben de laatst geboren Vromen in de land- en wereldstad Lochem, stadsrechten 1233. Vlakbij mijn ouderlijk huis via een smal Achterhoeks weggetje naar Barchem, kom je rechts langs de Enk en ook de Lochemse Berg. Je passeert de boerderi’je van Harkink, nu de Erve Harkink en daarachter de Witte Wievenkoele. En dat allemaal in minder dan drie kilometer.
Vanaf de Haitsma Mulierlaan, via de Staringweg, links af de Zwiepseweg op, ligt Zwiep. Het centrum van mijn  wereld. Een gehucht met een paar families, wat meer personen en géén kerk. Zo klein. Wel een brievenbus op de hoek van de Wengersteeg, de weg naar Nettelhorst. Eén keer blazen en dan is ’t weg.  Toch heeft Zwiep de storm van 1924 doorstaan. Die woei vooral tien kilometer verderop in Borculo.
Kortom: Zwiep zal er wel blijven. Met twee boerderijen, een molen, de oude melkfabriek en een smidse. En een houten wegwijzer, mét handen! En één paddenstoel.

In de Witte Wievenkoele is veel gepasseerd. Als klein jongetje hoorde ik al door mijn ouders aan de eettafel verteld dat er een brute verkrachting had plaatsgevonden op één van de leidsters van de welpen van de plaatselijke padvinderij van de ‘Graaf Ottogroep’. Mijn ouders keken zo ernstig en zorgelijk, ik kon wel vermoeden dat het dat ook was. Al had ik géén idee waar ’t over ging. Ikzelf ben er nog ’s achterna gezeten door een boer met een greep, een mestvork met acht tanden. Ik zal wel wat geflikt hebben, wat weet ik echt niet meer, maar ik herinner me dat ik toen voor zo’n klein kereltje behoorlijk hard kon lopen. Harder dan die boer. Zoek maar ’s uitgebreid op Google of in één van mijn boeken naar de fabel over de Witte Wieven; een koddig verhaal. En wie weet schrijf ik er wel ’s een blog over.
De Witte Wieven hebben een in de buitenlucht Zwieps Madame Tussauds opgeleverd. Hoe dat zit komt  nu. In Zwiep heb je de bakkerij van Gait Postel. Gait is Lochems voor Gerrit. Gait zat samen in de klas met mijn vader, begin vorige eeuw, rond 1920. Mijn vader was van 1911. Gait bakte brood en ook de heerlijke koek: de Witte Wievenkoek. Gait was een sluwe bakker. Hij was gek op dieren, op kinderen en op Zwiep. En centen verdienen mocht nog. Om nu de ouders een lekker kopje koffie te kunnen schenken bedacht hij een uitspanning met –voor de Achterhoek- onbekende dieren. Ik heb er geen verstand van maar je moet denken aan een Texels lam, Schotse pony en z’n neef uit Shetland en ook een buffel en een paar gemzen. Ik herinner me zelfs een lama. Achterin, er was ruimte zat, liep een zebra. Voor het drukke verkeer had je die niet nodig. Ik had ooit twee schoonvaders, zoek maar uit welke, maar als een van hen stond er eentje te blaten. Van de weg langs de oude bakkerswinkel is een hele uitspanning gebouwd en verderop dus de Zwiepse Zoo, gelardeerd met ouderwetse kinderspelen. Galgje, steltlopen, als Jezus over het water lopen, nu met een wiebelbrug van houten latten en ook ringsteken. En overal Witte Wievenpoppen. In alle rangen en standen. In één kleur. In de uitspanning een kop koffie. Een glaasje ranja. Later een flesje Sisi of Coca Cola, Chocomel of Hero Cassis. Met Witte Wievenkoek. Het werd er drukker en drukker. Zo kon je er vanaf toen ook de lunch gebruiken, met een omelet, een uitsmijter, weet ik het, Zwiepse mosterdsoep, Naegelholt, noem het en Gait zette het op de kaart. En de Witte Wievenkoek erbij. En dát leidde dus tot de extra verkoop van een koek voor thuis, voor Opoe, voor tante Die-en-die, voor als de dames van de Nederlandse Huisvrouwen Vereniging, wie kent ze niet, op de koffie kwamen. Marketing. Big business.
Als ik kwam, ging ik altijd eerst m’n handen wassen (letterlijk, want ik kwam namelijk rechtstreeks van de begraafplaats) en dan Gait een hand geven. ‘Ik zie ’t al, de zoon van Max. Fijn dat je er bent, jongen’. En dan moet je weten dat ik eigenlijk alléén maar kwam voor dé traktatie…de Zwiepse Bolus. Niet te verwarren met een Zeeuwse, of een Almense (wat een slechte imitatie) of de boletjes van Verdooner, de orgeade (orgade mag ook) en de gemberbolus. Nee, de Zwiepse Bolus is mijn favoriet. Met veel liefde, sentiment, een vleugje nostalgie met de gedachten op toen. Zoiets. En lang, lang genieten van mijn Zwiepse Bolus. Dat ie lekker is wordt bewezen doordat mijn kinderen ook tuk zijn op de Zwiepse Bolus en nog steeds vragen: ‘…en Pa, bolussen meegenomen..?’ De goeie lezer ziet het meervoud,  ja ik moest een paar zakken met bolussen afleveren.
Gait Postel is zo rond z’n 100ste overleden. De zaak werd al gedreven door zijn zoon. Later door de kleinzoon, maar ik geloof dat hij wilde emigreren naar Canada of zo. Of deze laatste nu de zaak verpacht had of niet, maar recent werd de boel gesloten.
Een aantal maanden geleden reed ik vol verwachting naar Zwiep. Een bordje met “Vandaag gesloten” stond voor aan de weg. Hevig teleurgesteld, maar wel blij dat ik een volgende keer wel weer Zwiepse Bolussen kan kopen.
De Lochemse krant lees ik niet meer. De radio is uit de lucht. En van Frans van Dijk (mijn Lochemse schoolmeester en nog altijd mijn vriend) had ik hierover niets gehoord. Gelukkig is er internet. Google. Facebook. Zo ben ik Facebook-vriend van de pagina’s “Lochem verleden in beeld” en ook van “Mooi Lochem”. Welnu, daar moest ik lezen dat de pachter failliet was. Dat was een schok. Niet dat ie failliet was, maar: ‘waar blijft het recept van de Bolus?’. Gelukkig was alles veilig en wordt de receptuur bewaard. Triest nieuws dus. Een paar weken geleden weer naar Lochem geweest: 19 oktober 2013, nog steeds dicht. Gesloten. Terwijl er toch al een nieuwe pachter gevonden was, die geheel volgens de traditie de bakkerij en uitspanning zal voortzetten. Zo meldt internet. Ik zal het nauwgezet blijven volgen, ik moet weer bolussen hebben.

Nog even over Zwiep. Op de HBS in Apeldoorn zat ik als behoorlijk eigenwijs mannetje in de aardrijkskundeles. En toen dat secreet de klas ook nog de topografie van Nederland wilde bijbrengen, zei ik dat ik die lessen wel kon missen en als zodanig ook gedurende een paar weken wel wat beters te doen had. ‘O ja?’, zei ze, ‘dan kom jij maar ’s voor de klas en moet je mij maar iets aanwijzen dat ik je vraag’. ‘Geen probleem, als ik u ook maar wat mag vragen’ en ik stond op. Bravoure. Bluf. Kapsones. Wat je wil. ‘Wijs mij dan maar aan: Tietjerksteradeel’. De klas lachen! Weet ie nooit…
Ik draaide me om weer naar de klas en zei: ‘De gemeente Tietjerksteradeel ligt in het natuurgebied De Alde Feanen in het midden van de driehoek Leeuwarden, Drachten, Heerenveen. In Friesland dus. Eén van de dorpjes in die gemeente is Eernewoude (Earnewald)’. Haar bek viel open van verbazing. ‘Zo genoeg, mevrouw Paaymans? En wilt u mij nu alstublieft vertellen waar Zwiep ligt. Zwiep’. Haar antwoord moet nog komen.
Wat zij niet wist en de klas ook niet en dat werd beslist niet verklaard, want dat zou de hele show ontkrachten, dat mijn lieve ouders en oudste zus hebben ondergedoken gezeten in Eernewoude.
Ik hoop gauw weer naar Zwiep te gaan. Naar Gait. Naar de Zwiepse bolus. Zwiep is gered.






dinsdag 12 november 2013

Uitgebreid


Zelf ben ik al lang uitgebreid. Het laatste breiwerk dat ik kreeg is mijn rood-witte Ajax shawl. Met trots. Verder brei ik niet. Vroeger had je al geitenbreiers op televisie; hét moment om allemansvriend Jan des Bouvrie de kop om te draaien. Er zaten toen nog draaiknoppen op de tv en je ging zo van Nederland 1 naar 2.

Vandaag de dag moeten we het doen met Jeroen Krabbé, Frits Barend en Jack van Gelder. Gelukkig is het toilet dichtbij. De beste vrienden zijn ze van Prins Bernhard, Harry Mulisch, Barbra Streisand. Je gelooft je eigen ogen niet. Op het moment dat deze geitenbreiers op de televisie verschijnen beslaat mijn multi-vocaal en op de tast switch ik op de afstandsbediening. Let wel: deze drie heren zijn om de drommel niet representatief voor de Joods Nederlandse bevolking en ook niet voor de echte vrienden van Bennie, Harry en Bar. Wel knap is het dat zij hun tooches overal zo in draaien dat zij vaker op het beeldscherm zijn dan het testbeeld.

Zo’n dagelijks twee uur durend testbeeld is De Telegraaf op televisie. Je wordt - net als in de krant - belazerd en bedonderd waar je bij zit. Zou dat met het verleden van de krant te maken hebben? Ten eerste wordt het eerste uur in het tweede uur herhaald. Dus tweemaal geen nieuws. De K3 (dat gehalte) jolige dames liggen in een deuk en zelfs Merel Westrik zou zo maar de dochter van Andries Knevel kunnen zijn. Zou hij in mediatraining zitten? De dames hebben vermoedelijk ook hun t. ergens ingedraaid. Anders kan ik het niet bedenken.
De grootste fout die je kan maken is om als krantenjongen televisie te maken. Een televisiemeisje moet je ook niet achter de drukpers zetten. Als wij het eens zijn dat een krant anders is dan televisie, anders dan een omroep, anders dan een programma, ga ik verder. Alle poppetjes die je ziet zijn van de krant. De vragen, door de meisjes opgelezen, komen van de redactie. Van de krant. Het taalgebruik, zo Tros, komt van de krant. Tranentrekkend.

Waarom weet ik dit zo goed? Er is ’s morgens vroeg geen cabaret op tv, geen sport, CNN is rustig en zij van 24Kitchen komen ook m’n strot uit. Ik zei al: de badkamer is dichtbij mijn slaapkamer. Om 7 uur ’s morgens word ik wakker. Vooruit, ik zet het nieuws aan, op de rand van het bed zie ik dat. Ik ga plassen en begin. Ik begin aan mijn dagelijkse fietstoer. Van mijn kinderen moet ik, van mijn vriendin moet ik, van alle betrokkenen in het transplantatieteam in Utrecht moet ik en van mijn revalidatiefysiotherapeut moet ik ook. Ik omarm het poldermodel en wij hebben consensus. 
Fietsen is goed, heel goed voor mijn herstel, mijn conditie en voor mijn gezondheid. Ik mag toch niet meer naar de zaak. Dus…inmiddels zit ik iedere ochtend vijfenveertig minuten op de Fit Bike.
Alle tijd dus om mij door Vandaag de dag te manoeuvreren. Het sturen gaat heel gemakkelijk op een home trainer. Ik lach me rot op de fiets om alle taalfouten. Te veel om op te noemen. Ik noem ze ook niet op, want ik houd er niet van iemand af te zeiken.
Enfin, ik ben steeds in de beste bui als ik naar dit wereldprogramma kijk, vooral als er naar de reizende reporters geschakeld wordt. Het is zo erg dat mijn papier in dit digitale document zelfs op TILT springt.
De mooiste gein, ik zeg toch dat ik geniet, is het steeds weer terugkerende woord UITGEBREID.
Uitgebreid betekent in dit verband zoiets als uitvoerig, beknopt en nog veel meer synonieme beschrijvingen. Ik zal er in dit verband niet uitgebreid op ingaan.
Dát gebeurt namelijk wel ’s morgens op Nederland 1. Een vraag van de krantenredactie voorgelezen door huppelK3tje, de expert geeft antwoord en meteen. “Daar komen we zo UITGEBREID op terug”. Vol verwachting klopt mijn hart wie de roe.., nee da’s een andere blog. Vol spanning wacht ik al doortrappend op het diepgaande interview. De badkamer is dichtbij.
Het ergst is de Henk van der Meijden van dit tv programma, ene Jan. Dé kenner pur sang van het wereld shownieuws en de beste vriend waarschijnlijk van Krabbe, Barend en Van Gelder. Ze bezoeken vast samen alle feesten en begrafenissen. En commentaar hebben ze ook, camera en microfoon in de buurt. Streisand heeft ie alle platen van. Van de week had ie in Londen een uitgebreid gesprek met een aantal sterren. Dag, hallo, tot ziens. Zoiets.
Dát was uitgebreid, zie je Merel mede namens mij denken. Vuilnisman?
Ik heb er precies 45 minuten opzitten en ben ook uitgebreid.

zaterdag 9 november 2013

Sinterklaas is Joods


Recentelijk heeft de non-discussie over Zwarte Piet is een slaaf weer de kop opgestoken. Dat Zwarte Piet moet verdwijnen. Gelukkig kwamen twee jonge gasten op de idee een Pietitie op Facebook te publiceren. Piet is Piet en Piet moet blijven. Binnen no time meer dan 2 miljoen adhesiebetuigingen. 
Ik geniet.
Ikzelf als kind heb er nooit last van gehad Zwarte Piet te associëren met slavernij. Er zijn briljante geesten die op deze wijze het Nederlandse kinderfeest bij uitstek moeten versjteren met deze gedachte. Ik doe nu niet mee aan deze hilarische volksmennerij.
Sterker nog: onze minister-president Rutte antwoordde een paar weken geleden op de prangende en van groot belang dienende vraag of Zwarte Piet nog wel zwart mocht zijn. "De regering heeft andere kopzorgen". Ruttes stelling beviel me, ik geniet: “…Zwarte Piet is zwart. En dat kan ik niet veranderen…” Einde citaat.
De ellende gaat maar door in Amsterdam…uitmondend in een briljante oplossing van burgemeester Van der Laan: Piet blijft Piet, Zwarte Piet en mag vanaf nu per decreet andere kleuren lippenstift gebruiken dan rood. Immers het blijft nog steeds een verkleedpartijtje. 
“Ze” hebben ook gewonnen met het bannen van de gouden oorring. Je vraagt je überhaupt af waarom. Ik kan slechts bedenken dat in deze tijden van economische en financiële crisis het ongepast is met zoveel puur goud aan de oren van een knecht. En met zoveel Oost-Europese zakkenrollers in de stad.

Sinterklaas is Joods. Hoe zit dat? Kijk eerst ’s op Google, Wikipedia en what have you, lees wat boeken en je weet het. Sinterklaas is ook maar een verklede man. Hij kwam uit Myra en uit Spanje, dat zegt ie, maar weet jij waar in Spanje? Telkens als hij naar Nederland kwam sliep hij in een hotel en at de hele dag…pekelvlees. Te veel gezegd?
Dat ikzelf Sinterklaas geweest ben spreekt natuurlijk vanzelf. In figuurlijke en letterlijke zin. Onze huishoudelijke hulp (knecht dus) Augusta was ook amateur clown en betrokken bij de organisatie van de intocht van Sinterklaas in de wereldstad Bovenkerk, een kerkdorp tegen Amstelveen aangeplakt. Over alle successen en herinneringen schrijf ik nu niet, maar erken wel dat ik 2 (twee!) knechten, slaven zo sommigen willen, had. De emancipatiegedachte volledig onderschrijvend waren die twee p.a.’s, personal assistants, dames. Vrouw. Dat zag ik tijdens het omkleden. Tijdens het verkleden. Ik zag het onder andere aan die dingen van Tante Jo, de tante van Toon Hermans. Die tante had namelijk twee van die dingen gelijk mijn twee Zwarte Pieten. Goed gelezen: een verkleedpartij. Voor kinderen. En het spelen van de rol van Sinterklaas is uiterst inspannend. Mijn gage ging rechtstreeks naar De Witte Bedjes, van Het Parool. Partners in crime. Toen mijn zoon om tekst en uitleg vroeg over Sinterklaas, omdat hij niet meer geloofde, heb ik de hele boel eerlijk opgebiecht (een snufje katholiek erbij). “O, dus het waren maar verklede mensen?” “Ja.” “Nou, dan waren het allemaal amateur Sinterklazen. Alleen die gast in Bovenkerk. Die was goed. Die was echt!”. “Dat was je vader, mijn zoon!”
Ik ken meerdere Joodse Sinterklazen. Een dienst terug bewijzen aan onze niet-Joodse vrienden, om niet dus steeds een amateur beschoten en onvoorbereid over de  vloer te hebben.
Sterker nog, deze Sinterklaas ging zelfs eens op Sjabbat ter synagoge. Een jaar of vijf geleden werd mij gevraagd de Bat Mitswa (van een meisje dus) op te leuken met mijn komst, na de dienst op het ‘feestje’. Juist daar had ik wel oren naar: ná de dienst. Ik had voor deze keer géén kruis op mijn mijter, geen paard op de gang, want je huisdier geef je een dag in de week rust. Overbodig te melden dat mijn slaven ook een vrije dag hadden.
Hoe dan ook: deze Sinterklaas was op Sjabbat in sjoel. Dus Joods.
Dat de lippen nu blauw, geel, groen, paars, wit, oranje mogen worden gestift is een steun aan de homobeweging in hun strijd tegen Poetin. En passant worden er bij Max Factor, Estee Lauder, Rubinstein en weet ik wie zo een paar centen meer verdiend. Sinterklaas heeft alle oorringen te gelde gemaakt in Antwerpen, goed verdiend en zo zijn er een heleboel kinderen meer in Nederland die van Sinterklaas een cadeautje krijgen. Somalische, Ghanese, Surinaamse, Antilliaanse kinderen. Géén uitzondering. Alleen die kwijlebabbel kunstenmaker Halve Gario gaat mee in de zak. Mee! Weg!
Op 6 december, altijd weer, is Sinterklaas vertrokken, in het geheim. Niemand weet waarheen. Wejiwrech (ontsnapt, gevlucht). Met zijn Zwarte Pieten een jaartje ondergedoken.
En let op: Sinterklaas is NIET de Kerstman. Sinterklaas viert geen Kerst, dus is hij geen Kerstman.

Quod erat demonstrandum. Sinterklaas is Sinterklaas en Sinterklaas zal zolang er pekelvlees is, geen ham eten. Sinterklaas is Joods.