zondag 24 augustus 2014

De puisten bij mij in de buurt.

De wereld staat in de hens. Nederland stuurt Led-lampen naar Irak en WE wisselen verkeerd tijdens de estafette. Het stokje valt. Holland spreekt een woordje mee. Vandaag zal je er aan moeten. Ik wind me weer eens even op. In dit geval over de twee enorme puisten bij mij in de buurt. En steeds moet ik denken aan Jan Schaeffer, wie kent hem niet, de te vroeg overleden wethouder (en ook staatssecretaris)  voor wonen.


Een afficheleus was: “In geouwehoer kun je niet wonen”. Later door de volksmond verworden tot ‘In gelul kun je niet wonen’.
Recent is er veel te lezen geweest, ja er was wat te doen om ze, over KMPG. De accountancygigant. Op de radio, op het Journaal en op tv, Nieuwsuur. De complete landelijke pers. Nou, dan moet er toch wel een fikkie zijn. 155.000 medewerkers, méér dan 140 landen en een omzet van pak ‘m beet € 23 miljard. Als accountants mensen zijn en een weerspiegeling van de maatschappij, dan zal er ook wel een foute bij zitten. Ja, toch? Of wel meer. Ik weet het niet, ik was er niet bij en ik heb het van horen zeggen, maar er schijnt behoorlijk gemalverseerd te zijn. Op zich, ach...ik ken kleinduimpjes… Maar nu gaat het me toch om een hoop poen. Ik ben zo langzamerhand de tel kwijt. En dan de niet echt koosjere transacties heen en terug met de grote bouwonderneming. (Ik dacht dat steekpenningen alleen bij Prins Bernhard hoorden.) Enfin, het schijnt een paar man de kop gekost te hebben. Een platina handdruk. En in de tussentijd al het nodige binnen geharkt. Nee, niet met een hark, daar zitten tanden aan, nee, met zo’n schuivertje. Weet je nog als klein kind bij je eerste eten met vork en schuivertje. Wel, daar kun je een hoop geld mee schuiven hoor.
Blijft over de twee megalomane, ja megamegalomane hoofdkantoren van die club. Eerst de ‘oude’. Zo’n zandkasteel als het kantoor van de ING in Zuidoost. Staat alweer een paar jaar leeg (minstens vier!). Aan de straatstenen niet te slijten. Ik geloof dat er honderd vierkante meter bezet is nu. Door de portier.
Wat ik  mij afvraag: heeft de gemeente Amstelveen dan zo zitten slapen? Een nieuw ‘pand’ bouwen? Het ouwe was nog niet zo oud. En aan wie wordt het dan verhuurd KPMG? Kun je dat zelf even regelen met wat klanten. Dat er straks niet een onverkoopbaar, niet verhuurbaar kantorenkasteel overblijft…Hetgeen dus geschiedde. Wie gaat er over vergunningen hier? Een financieel debacle wordt dat pompeuze gedoe. Ruimtegebrek was het argument voor verhuizen…Er staat niks leeg aan kantoren in Amstelveen? Zeker 200.000 m2.  Ze dreigden de gemeente Amstelveen met vertrek. Da’s geen dreigen. Da’s chantage. Naar de Zuid-as wilden ze…
Verhuizen dus. Naar het sprookje bij mij in de achtertuin. Ja, we hebben het iets te groot gekocht. Voor de groei. Nee, dat wisten wij ook niet, dat er meer en meer thuis gewerkt wordt. En dat ons personeelbestand krimpt. Nee, dat konden wij niet voorzien. Overschot in crisistijd. Humor avant la lettre.  Ik citeer vastgoed expert Ruud de Wit: “Dit kantoorgebouw van schaamte en schande blijft voor goed een smet”. G’dzijdank ik ben dus de enige niet.
Er loopt een strafrechtelijk onderzoek naar het onterecht aftrekken van de kosten van de bouw van de winst.  KPMG-partners hebben daar zo’n slordige €15.000.000 mee verdiend. Dit zijn niet mijn eigen woorden, maar ik lees al te vaak sjoemelen met de belastingaangifte, vermeende fraude, valsheid in geschrifte. Heb je ‘m….15 MILJOEN Euro…
Nu.nl op 13 juni 2014: “…de accountant zou een oogje hebben toegeknepen toen bouwbedrijf Ballast Nedam steekpenningen betaalde en werd in verband gebracht met fraude bij de bouw van zijn nieuwe hoofdkantoor in Amstelveen…”. Einde citaat.
Topman (-nen) stapt/ stappen op. Naam zuiveren. Zoiets. Wordt er werk gemaakt van deze zaak, OM? Ik hoor weinig. Allemaal vriendjes. Denk ik.
En ach gossie: de gemeente Amstelveen wilde het herbestemmen. Een woon- of zorgcentrum van 45.000 m2. In gelul kun je niet wonen. Een stelletje schijtbakken bij de gemeente. Dan gaan ze toch naar de Zuid-as. Nou, en? Ja, ik kan wel suggereren: tegen de vlakte en opdonderen, maar daar red ik het niet mee. Een beetje te destructief.
Maar: straffen? Ja, graag! Veel. Heel veel. Poen zat. En ik? Ik blijf zitten met twee puisten bij mij in de buurt.


woensdag 13 augustus 2014

Naegelholt


Je weet ik kom weg uut Lochem. De mooiste stad van het land. Stadsrechten 1233. Wat er ook weg komt uut Lochem is Naegelholt. Een recept. Naegelholt is dus om te eten (en hoe!).
Taal is niet zo moeilijk dat je niet kunt zien dat naegelholt hetzelfde is als nagelhout. Een nagel is synoniem voor spijker, dus je bent al een heel end. Naegelholt is aan de lucht gedroogd rundvlees. Vergelijk het met rookvlees. Het wordt met een touwtje aan de spijker op de plank opgehangen. Afhangen noemt de slager dat. Het vlees dat benut wordt is van de koe en wordt ingewreven met zout; dat heet pekelen. En nootmuskaat wordt toegevoegd.. Zeker een week of zes, acht afhangen in de koeling en drogen aan de lucht. Er zijn nog maar weinig slagers die het bereiden en verkopen. Mijn slager Rob Zikking op de Marathonweg is de goeie uitzondering.

Naegelholt is eigenlijk de muis, of achtermuis, de lange bilspier. Zó moet je het ook bestellen bij je échte slager. Muis, achtermuis, lange bilspier…je stijgt in zijn achting. Ben benieuwd of jouw slager het op voorraad heeft, of in de vitrine… Als ie het allemaal niet snapt: rosbief mag ook. Ezel ook. En er is bresaola of afgehangen rib-eye. Als goedkoop alternatief rookvlees. Je merkt het verschil. Laat de slager het als carpaccio heel dun afsnijden op de machine. En carpaccio is weer duurder en een ander deel van de koe. De ossenhaas weet je wel.

Aardappelsalade. Aardappelsalade kent vele varianten. Ik houd het bij het recept van mijn Moeder. Deze aardappelsalade is het best te vergelijken met de Duitse. Welaan hier gaan we:
Voor 4 personen heb je nodig: 1 kg niet-kruimige aardappelen, peper van de molen, 1 grote fijngesnipperde ui, azijn, hete bouillon, halvanaise, augurk in stukjes, bieslook gesneden, peterselie gesneden en optioneel een pietsie mosterd. 

Het werk: 1. Aardappels in de schil koken, meteen pellen en in dunne plakjes snijden; 2. Vermeng met wat peper van de molen, ui, scheut azijn, de hete bouillon (250 cc, trekken van kippenbouillonblokje) en halvanaise, een paar eetlepels, dat zie je vanzelf. Op 1 kg 4,5 eetlepels. Dit doe je als de aardappels nog warm zijn. Augurk erbij. Eventueel wat mosterd, de grove. Goed omroeren met spatel. Dan 3. In koelkast afkoelen; 4. Garneren met fijngeknipte bieslook en krul- óf bladpeterselie. Bladpeterselie kennen wij als Amsterdamse peterselie. Dan heb je een toffe aardappelsalade.

Naegelholt: een Lochems voorgerecht. Eerst de aardappelsalade: maak al of niet met behulp van een mal, een kegelvorm, een ronde piramide op ieders bord. De knutselaar gebruikt een stevig papier, rolt tot een kegel, aardappelsalade er in, omdraaien op bord. Drapeer of omkleed met 75 gr naegelholt per persoon. Zodat je de aardappelsalade niet ziet. De verrassing is dan nog groter en nog véél lekkerder. Eet smakelijk. Zeg er met volle mond wel bij dat ie weg komp uut Lochem.

zaterdag 2 augustus 2014

Schön ist die Jugend

Op nog geen 400 meter van mijn huis waren in het park Marialust de velden van mijn hockeyclub. Onder leiding van onze coach (Rinus Michels) Ron Soeteman werd ten tijde van de verhuizing een lied gezongen. Werd een lied gezongen. Werd een lied gezongen. Tot we er galliesj van werden. Een wel heel oud volkswijsje uit Hessen (Duitsland) begin 19e eeuw. Schön ist die Jugend. Sie kommt nicht mehr. Sie kommt nicht mehr, nicht mehr, Sie kommt nicht wieder mehr, schön is die Jugend, Sie kommt nicht mehr! Met weemoed namen wij afscheid van Marialust naar vijfentwintig minuten fietsen verderop. En dat alle dagen in de week. Trainingen, keeperstraining, wedstrijddag. Met mijn grote keeperstas met legguards en toebehoren en een paar sticks voorop op het stuur. Met één hand sturen, met de ander de tas in balans houden en als het moest het praten ondersteunen. Of ondersteun je met tekst je handgebaren? Mijn jeugd was een mooie, warme, liefdevolle jeugd, met véél onvergetelijke momenten. Eén dissonant: toen ik zeven jaar was overleed mijn Vader. Niet zo bedoeld, maar als ik dit zo schrijf dan komt die tekst van dat lied wel weer binnen.
Ik schrijf deze blog op maandagmorgen 10 februari 2014. En eergisteren, zaterdag dus, zijn Annelies en ik naar Lochem geweest. Met een veelheid aan doelen. Wij maken er een mooie dag van, die niet vergeten zal worden. Een welbesteed en overladen programma met bezoek aan de Joodse begraafplaats; mijn beide ouders liggen er. Daarna door naar de schilderes Sonja Brussen. Op de Westerwal, vlak naast de voormalige synagoge. Naar Frans en Tineke van Dijk, gezellig toeven, warme ontvangst, heerlijke lunch. Frans en Bert dikste vrienden sinds 1963. Hij is mijn meester van de vierde klas. “Wij hebben jullie nog nooit zo stralend gezien”, is zijn tekst.
Door naar Zwiep. Naar de voormalige bakkerij en restaurant, uitspanning, dierentuin, speeltuin van Gait Postel. De lekkerste bolussen, de Zwiepse. Ook de Witte Wievenkoek en de krentenwegge komen uit Zwiep. Gait is dood. En de hele tent is overgenomen door een enthousiaste jongeman. Wij rijden aan en zien de twee woonhuisjes, waarvan één de bakkerswinkel was. Leeg. Wij zien een krijtbord met héél dunne, vale lettertjes wij zijn open en lopen het pad af door de tuin. Gek, ik  mis zoveel Witte Wievenpoppen. In de tuin, het park  géén beesten. We lopen langs het restaurant en zien in de zaal waar nog een winkel was nu een vergadertafel. Met stoelen. We treden het restaurant binnen. Schoon, absoluut. Meubilair in een kwartslag gedraaid. De open haard brandt. Een juffrouw, de serveerster achter de toonbank. Leeg. De nieuwe eigenaar voor de haard die serviel plaats maakt voor ons. Het is waterkoud buiten. Tout Lochem en tout Nederland zit thuis voor de buis, Olympische Spelen, Sven Kramer, goud. Geen gast. Geen klant. We bestellen thee en koffie. Prima. En om mee te nemen een drietal zakken met Zwiepse bolussen. Dat wordt geregeld. Vertelt de man dat ze elders gebakken worden en als ik veel geld neerleg voor dat recept, dan mag ik het hebben. Welk een drive. Wat een commitment. Ik heb nog steeds geen bolus geproefd. Ze zien er anders uit en als ze al door een ander, zonder elke emotionele binding, gebakken zijn, smaken ze zoals ze er uit zien. Te donker en dus te somber. De man vertelt dat ie het vergaderzaaltje verhuurt. Dat in het voorjaar de nieuwe beesten naar buiten gaan en dat de klanten, gasten met kleine kinderen weer terug zullen komen. Ik mag het hopen voor hem, anders is het een afgelopen zaak. Een enorme desillusie. Een ware deceptie. En hoe droevig ook: een dissonant in onze prachtige dag. Zwiep zonder hart. Zonder ziel. Terug naar Lochem, door Berkeloord, waar ik ben geboren, naar Lovink, op de Markt. Dé boekhandel. Mijn boek Wejiwrech ligt te prijken op één van de tafels. Naast échte schrijvers. Ik ben trots en niet geïnteresseerd in hoeveel er inmiddels zijn verkocht. We steken de Markt over, langs het Stadhuis en de Grote Kerk naar Restaurant Meenderink. Elke keer in Lochem is elke keer naar Meenderink. Een Vromen-traditie die ik van mijn Vader heb. Naast het pand het oudste pand van Lochem, uit 1639 en tot in de oorlog bewoond door familie van me. Het is onlangs gekocht door de eigenaar van Meenderink, sedert vele tientallen jaren, de familie Scholten. Ik heb hen mijn boeken eertijds gegeven, mijn blogs laten lezen en het verhaal van het huis verteld. De ouwe Scholten, vriend van mijn Vader leeft niet meer. Zijn zoon, die ik ook ken, zal zo’n vijfenzeventig, tachtig zijn nu. We spraken en hij vertelde van de vrachtwagen die de ouders Vromen en dat lieve meisje met lange zwarte haren in een paardenstaart en met een brilletje als beesten wegvoerden. Ná de oorlog is het huis verkocht aan de Gemeente Lochem. Het heeft dienst gedaan als Raadzaal en ook later als Bibliotheek. Scholten, de zoon van een jaar of vijfendertig en zijn vrouw hebben het gekocht. Om het in ere te houden en er een restaurant van te maken, een uitbreiding van het bestaande. Wij krijgen, zoals eerder al beloofd, een uitnodiging voor de opening. Naar alle waarschijnlijkheid in het voorjaar.
Schön ist die Jugend. Sie kommt nicht mehr. Dat wat  er vroeger was zal nooit meer terugkomen. Bruut. Hard. Droef.
Net als Postel en de uitspanning De Witte Wieven met de Zwiepse allerlekkerste bolussen. Een teleurstelling in de zo wonderbaarlijke en dierbare zaterdag in februari 2014.

Schön ist die Jugend. Sie kommt nicht wieder mehr.