Wie de eerste is die de uitdrukking “Ik heb iedere
dag 4 mei” bezigt weet ik niet. Ik heb ‘m van mijn Moeder z’’l. Ida Vos-Gudema
1931-2006, de kinderboekenschrijfster over de Tweede Wereldoorlog gebruikt het
gezegde ook. Anderen imiteren later.
Mijn suikeroom is Bram Gudema, van de Winschoter
Citroenballetjes en nog veel meer. Bram is getrouwd met een nicht van mijn
Moeder. Ida Gudema is de dochter van een neef van Bram. Ik treed nu niet verder
in genealogische details, wil alleen benadrukken dat in een zeer sterk
gedecimeerde Joodse gemeenschap in de stad Groningen ná de oorlog zeker
iedereen iedereen kent en beschouwt als familie. Van de drieduizend Joden komt
slechts een handjevol, driehonderd, terug uit de kampen of onderduik.
Mijn Moeder en Ida schelen zo’n twintig jaar. Toch
kennen zij elkaar en zijn op elkaar gesteld. Vriendinnen. Ida verwerkt haar
verleden door te schrijven. Voor de volgende generaties. Over de
verschrikkingen van de Holocaust, de Sjoa, het alles omvattende uitroeien door
middel van vergassing door de Moffen in de vernietigingskampen.
Bij alle verhalen die verteld worden, Leo Vroman
dicht zo mooi in zijn gedicht Vrede: “Kom vanavond met verhalen hoe de oorlog
is verdwenen, en herhaal ze honderd malen: alle malen zal ik wenen”. Bij alle
verhalen dus past deze zeker. Een gedicht van Ida Vos-Gudema.
Wat mooi! Ik ben Bert Vos, de zoon van Ida Gudema (Vos) en ik groet je, ver familielid.
BeantwoordenVerwijderenAls je wil neem dan contact met me op: vromen@xs4all.nl
Verwijderen