Toeval bestaat niet, zeg ik altijd. Dus als alles
voorbestemd is, daar geloof ik in, dan nog stuit ik geregeld op een bizar
moment. Ik verzamel geen geld, nee, ik verzamel mooie momenten. Dus ook een
bizarre. Hier komt er één. Rond 1780 is mijn verre, verre voorvader van Urbach
(Duitsland) westwaarts getrokken.
Het was de tijd van de Verlichting. Veel Joden trokken weg uit het oosten en streken neer in veel dorpen en steden in heel Nederland. In praktisch elk dorp of iedere stad was wel een Joodse gemeenschap. Zo ook in Lochem. Daar heeft dus de eerste Vromen domicilie gekozen. Er was door de jaren en eeuwen heen een kehilla, Joodse gemeente, mét een eigen sjoel (synagoge).
Het was de tijd van de Verlichting. Veel Joden trokken weg uit het oosten en streken neer in veel dorpen en steden in heel Nederland. In praktisch elk dorp of iedere stad was wel een Joodse gemeenschap. Zo ook in Lochem. Daar heeft dus de eerste Vromen domicilie gekozen. Er was door de jaren en eeuwen heen een kehilla, Joodse gemeente, mét een eigen sjoel (synagoge).
Niet dat de Vromen tot de vromen behoorden, dat niet, maar ze namen wel deel aan sociale
activiteiten en bestuurszaken.
Ná de oorlog is er een handjevol teruggekeerd. De sjoel was
niet meer te bemannen en werd verkocht; deed dienst als opslagplaats en
antiquariaat. Inmiddels was de laatste Vromen geboren in Lochem. Ik. Helaas
vertrokken we daarvandaan. Slechts bezoeken aan de begraafplaats restten. Waarbij
Zwiep niet werd overgeslagen.
Later ook telkenmale naar Frans en Tineke van Dijk, maar
daarover eens in een andere blog. Gelukkig bleef het gebouw van de sjoel
overeind. In 1983 heeft het echtpaar Boerman – Maas de Stichting Synagoge
Lochem opgericht. “Opdat de herinnering niet verduisterd wordt”, staat ook
boven de dubbele voordeur. Ik had de eer in het Comité van aanbeveling te zitten.
Later in 2003 heb ik in de Lochemse sjoel het eerste exemplaar van mijn eerste
boek mogen overhandigen aan Yoni en Avital, mijn zoon en dochter en aan Edith
van Duijn, de Burgemeester van Lochem. In aanwezigheid van zo’n vijfenzeventig
vrienden en familie.
In 2004 had Van Duijn mij in het vizier om op 4 mei bij
sjoel de krans te leggen. Mijn ouwe meester van de vierde klas, eerdergenoemde Frans
van Dijk, speelde plechtig en hartverscheurend op zijn viool.
Dit is de sjoel waarin mijn Vader in 1924 Bar Mitswa
(kerkelijk meerderjarig) is geworden. Dit is de sjoel waarin ik dat niet meer
kon.
Kijk: dat ik wat met Lochem heb, spreekt voor zich. Alle
redenen hier op te sommen is niet bevorderlijk voor je leesplezier. Via Facebook
ben ik bevriend geraakt met een oudere, ex–Amsterdamse en nu in Brabant wonende
dame, een schilderes. Zij maakt prachtige doeken. In al onze gesprekken heb ik
ooit ’s geventileerd dat ik graag een schilderij wilde hebben van een koe. Een
Lochemse koe, of althans uit de directe omgeving. Mar heeft me daarop ’s een
tip gegeven, maar de stijl van de schilder uit de buurt van Lochem, ik meen
Ruurlo, sprak me niet aan. Op 11 januari
2014 kreeg ik een bericht van Mar. ‘Ik heb wat voor je! De in Lochem wonende
(wel import) Sonja Brussen heeft een heel mooi schilderij op Facebook gezet.’
“Dank je wel, Mar. “
Ik meteen kijken. En inderdaad héél mooi. Een gezicht van de
Enk richting de Kale Berg tussen Lochem en Zwiep, met daarop de voormalige
boerderi’je en nu de Erve Harkink. Groepen kunnen er logeren en een paar
caravans mogen er staan.
Toen ik een kleine jongen was, 7, 8, 9 jaar, heb ik vaak in
de zomervakantie Boer Harkink geholpen. De stal aanvegen, mee op de wagen met
een paard en Boer Harkink voorop. Een glas chocolademelk bij Vrouw Harkink.
Later mocht ik wel ’s proberen een koe te melken. Ik weet niet meer of me dát
lukte, maar ik vond het wél bijzonder.
Enfin, een aardig schilderij en ik mijmer wat weg en
verdwaal in mijn eigen sentimenten. Een ingeving en ik ging verder kijken naar
plaatjes van Sonja Brussen, dit allemaal in dezelfde post. Ik kwam een
afbeelding tegen vanaf de door mij zo geliefde IJssel en wel vanaf de
westelijke wal gezien (ik kom daar zo op terug) met een blik op de kerk en skyline van Zutphen. Zutphen werd niet
genoemd, maar ik herkende het. Gaf dat ook als commentaar op het plaatje. De
kunstenares kon dat wel waarderen. Zij had daar gewoond.
Ik ging verder kijken. Het begon me te boeien. Heel wat
plaatjes gezien. Tot een beeld van Lochem waar als tekst was bijgeschreven: Westerwal. De, mijn sjoel, staat op de
Westerwal. Nummer zes. Verdomd ik zag de sjoel geschilderd. Ik kreeg de
rillingen op mijn lijf. Dát schilderij wilde ik hebben. Kopen. Het contact in
chat vorm met Sonja Brussen diezelfde avond:
‘Wat een prachtige schilderijen. Ik kreeg de tip van Mar.’
‘Dank u wel.’
‘Die van de Westerwal, die wil ik graag kopen, wilt u hem
voor mij reserveren, mocht ie nog vrij zijn.’
‘Ja, hij is vrij, ik reserveer hem nu meteen voor u. Mag ik
u vragen vanwaar die interesse komt?’
In korte trekken vertel ik in drie zinnen de geschiedenis en
de reden.
‘Ja, ik wil dus straks de bezitter zijn van uw schilderij met
daarop de sjoel van Lochem.’
‘Wij wonen er naast. Dit is bizar’, zegt Sonja.
Snel gaan Annelies en ik weer naar Lochem. Onze plannen uitvoeren:
naar de begraafplaats, Zwiep voor de Zwiepse bolussen, koffie bij Tineke en
Frans van Dijk. Maar eerst gaan wij naar de Westerwal. Naar Sonja. Naar sjoel.
Bizar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten