dinsdag 17 december 2013

Met Kerst weer naar de Chinees!

Zoals Theodor Holman het zo feilloos en duidelijk benoemde in zijn dagelijkse column in Het Parool, vrij en onverveerd, omschreef hij de synoniemen voor het woord racist: lul en Gordon. 
Als zo vaak ben ik het met Theo eens; ik schrijf hem regelmatig een email met een dankjewel.

Welnu via die non valeur Gordon kom ik zomaar bij Kerst. Ik heb met beiden niks. Het zal je helder zijn waarom. Joden vieren geen Kerst. En hebben geen Kerstboom. En geen piek. Ballen hebben ze wel. Althans de meesten (m/v) .
Als klein kind herinner ik mij van thuis onze Kerst. Dat is Chanoeka, ook met lichtjes, kaarsjes en cadeautjes. Liedjes. O ja, en Sinterklaas vierden we ook. Top! 
En mijn oom Leo zong de hele dag door tot midden in de zomer en weer verder het hele jaar  “O  denneboom, O denneboom, wat zijn je takken wonderschoon…” Het betrof hier eigenlijk een lofzang op een mooie dame uit Enschede met wie hij het stiekem dee, die de achternaam Denneboom droeg. Interpretatie: met een flink bos hout voor de deur.
Ook herinner ik mij dat mijn tante en suikeroom Bram kwamen. De snoepwinkel was dicht en zij logeerden bij ons. Ik kreeg altijd een puut met snoep. Een puut is een zak in het Gronings.
Voorbeeld:  de burgemeester van Groningen Wallage is een puut. Zoiets. 
Ook gingen mijn ouders wel naar Knokke. In de zomer een maand met ons en met Kerst met z’n tweetjes, zonder die drie druktemakers en Bert.
Mijn vader was op Eerste Kerstdag jarig. Geboren in de nacht van 24 op 25 december (1911). Dezelfde geboortedatum als Jezus. De volgende vraag dringt zich op: waarom is het op 1 januari Nieuwjaar? Heb je ‘m? Genoeg gedacht?  Die dag is het de achtste dag van het jonge leven van een jongetje en wordt hij tot een echt Joods jongetje besneden. Het verbond met G’d. Jezus dus ook. En zo wordt het nieuwe christelijke jaar genoemd. Vreemd dat juist zeer streng gelovigen en ongelovigen zich nu wel zo druk maken om de religieuze besnijdenis van Joodse en Islamitische (én Amerikaanse) jongetjes.

Enfin, mijn moeder was ’s naar Knokke en ik werd door de lieve katholieke familie Peters, van de sportwinkel, met Wijno die bij mij speelde in het hockeyteam gevraagd bij hen aan te zitten aan het Kerstdiner. Na het diner naar de kerk; of ik mee ging? Naar de nachtmis. Mijn voorkeur ging uit naar een nachtmis met twee essen, maar ik moest het er maar mee doen. Nou wilde ik hen niet beledigen en ach kom, ik wilde wel ’s zien hoe het circus er daar aan toeging. Pa Peters bleef thuis. De stal opzetten. En een stuk of wat jonge borrels.
Net als de sjoels, synagogen,  een paar keer per jaar vol zitten, zo was het ook volle bak in de katholieke kerk ter plaatse. Ik keek mijn ogen uit. Op een gegeven moment moest iedereen opstaan en een rondje door de kerk lopen langs de pastoor of kardinaal, het verschil weet ik nog niet (wel dat ze het allebei doen met kleine jongetjes). Bij de bisschop aangekomen kregen ze allemaal een pepermuntje op de tong. Ik dacht nog, dát komt goed uit, want menigeen stonk behoorlijk uit de bek. Ik had geen zin mee te doen aan poppenkast en ook niet me blij te maken met een snoepje. Dat ik sowieso niet van vreemden mocht aannemen. Zeker niet van de vriend van de huishoudster. Tosti noemen ze zo’n ding. Ja, zo kan je alles wel een naam geven…Uit naam van de Kerk van Rome. En de gedachten van toen zijn de gedachten van nu. Wat een hypocriet zootje. Vrede op aarde en als de Kerst weer voorbij is schieten ze overal in de wereld in godsnaam de hele wereld weer naar gort.
Toch, ja je gelooft het niet, ben ik speciaal met Kerst een blij man! De winkels zijn dicht. De restaurants volgeboekt voor Kerstdiners. Mijn christelijke vrienden zitten en famille onder de Kerstboom en de kapsoneslijers onder mijn Joodse vrienden zitten in Davos, Florida of Eilat. Thailand wellicht. Aruba, ook zo’n hit. En Galapagos. Geen idee waar het ligt. Klinkt goed.

Het is te koud om naar de Dapper te gaan. Dus dat wordt zeker één keer met Kerst buiten de deur eten. Wat Joodse jongens met Kerst allemaal doen. En ik doe mee. Ik geef ze en mezelf geen ongelijk.
Al jaren lang ga ik naar het Amsterdamse Chinatown. Binnenbantammer en Zeedijk met Kerst. Op de Zeedijk zit een heel aantal Chinese restaurants. Van hen noem ik er slechts een paar: Nam Kee, Wing Kee, Kam Kee, Wang Kee. 
Dankzij Lodewijk Asscher is het weer veilig op de Zeedijk. Schoongespoeld en een uitgaansgebied van nu en de verre toekomst. Daar achter de Wallen. Ze doen maar. 
Kippensoep met mais, miefan met kip of rode rijst met Peking Eend. Ik herinner me een verhaal van de sinoloog Boy (Leo) Schijveschuurder, die mij leerde hoe moeilijk de Chinese taal is. Beidzjing KAU ja of Beidzjing kau JA. Da’s een heel verschil. Het ene is Peking Eend. Het andere betekent neuken in Peking. Ik zeg het dus wel ’s verkeerd. Tsoi kin. Tot ziens!

Op het bijgevoegde youtube filmpje zie je wat ik bedoel en wens ik daarmee al mijn familie, vrienden, vriendinnen, mijn vrienden in de VUMC en UMCU, tegenstanders met bridge, al mijn bloglezers en –lezeressen een heel mooie, witte Kerst, volgend jaar weer een Chanoeka rond die datum en alvast véél gezondheid in het nieuwe jaar! En wie weet zie ik je bij één van de Kees.
Als die eend dan op tafel komt zeg ik eerst: hij is koosjer, hij is koosjer, hij is koosjer. Dus is ie koosjer.  Gelukkig kom ik die racist, lul, Gordon er niet tegen. Die is treife. Ik denk dat ik dit jaar nummer 39 kies.

http://www.youtube.com/watch?v=w1uZ_W7atDE&list=RDPtUYaSfC20Y


En voor de rest wens ik allemaal één brok gezondheid en bertse seizoensgroeten!

3 opmerkingen:

  1. Reacties
    1. Nee, hij is geen burgemeester meer. Op zich al een meevaller. Hij zal ongetwijfeld een groots burgemeester zijn geweest, het zij zo, maar ik mag hem toch wel nog steeds blijvend een puut vinden? Ja toch?

      Verwijderen