Het Koninklijk Meteorologisch Instituut van Belgie
is net als in Nederland erg belangrijk, want waar praten wij over? Over de
wedstrijd van Ajax overmorgen tegen FC Huppeldepup, wat de volgende editie –daar
heb je ‘m weer – ons brengen zal. Wie er gaat scheiden of de tijd uitgaat. En
zeg heb je de laatste aflevering van de Blog van de Woch al gelezen of één van
de zeven boeken van Bert Vromen. Niet in de laatste plaats: wat doet het weer
vandaag. Kijk mijn vertrouwen is daar al
lang opgezegd, want ons KNMI heeft het steeds bij het verkeerde eind. Dan maar
eens nader een heel scala weerberichten sparen met de weersvoorspelling van de dag,
in de hoop dat ze vóóruit kunnen voorspellen. Ik ken twee voorspellingen en die
zijn altijd goed. Weer in Apeldoorn regen. Als de wind komt van uit het westen.
Regen gaat oostwaarts en iets verderop ligt een aantal heuveltjes en de wolken
moet zich daar een weg tegen aan banen, laten bij gemis aan vaste drollen, nu
water, regen, buien. Klok er op gelijk zetten: regen dan altijd in Apeldoorn.
Rest droog. Een ander voorbeeld is het
schiereilandje Noirmoutier, zoek maar op in Frankrijk, zuid oost hoek van
Bretagne vlakbij Saint-Nazaire en het eilandje heet officieel Ile de
Nourmoitier. Wolken moeten aldaar met de wind uit het zuid west stijgen vanwege
het eilandje. Vlak achter de kust uitgeregend en werkelijk het droogste plekje
van de Vendee, zuid west kant Bretagne. In de twee gehuchten, dorpen is al te
veel, met camping, lokale boodschapper, een paar restaurants en in het iets
verder op liggende Pornic, een plaats met een ach, aardige vissersplaats.
Bijzonder is op de kade een tiental visrestaurants. Tous complets maar voor ons
niet. Droog weer, geen spet regen en het beste voer voor weinig geld. Pornic.
Kom er best wel vaak. Ik ben een circusnummer wanneer ik het weerbericht
voorlees.
Ja, maar nou komt het. Het weer wordt besproken. Te warm, te nat, te droog, te
koud. De tijd niet goed doorgekomen…. File rijden en daarop de tijd instellen.
En te droog. File. Te nat. File. En wat wil het toeval nu…het is al dagen-,
wekenlang van slag. Niet alleen dit jaar, maar elk jaar sinds we het woord “Klimaatverwarming”,
of iets wat er op lijkt. Allemaal goed. Het is nu woensdag 5 juli 2016. De zon
staat uit. De parasols staan gespannen. De zwembaden liggen vol. Op de stranden is geen plekje te krijgen. Op de
terrassen wordt geknokt om een plekje op je ‘favoriete’ terras. En er gebeurt
niks. De hele wereld is van slag. Overvolle magazijnen met
zonnebrand, bikini’s, groente hartstikke duur, maar de wintergroente kun je nu
uit elke hoek van de aardkloot bemachtigen. O ja…kruimige aardappelen uit Israel.
Demonstreren! Wintersport doe je altijd maar niet in de winter. Kijk op ieder
plekje waar ik mij thuis zal voelen, is er wel iets aan de hand. Het is de
fout, fout, fout van de inkoper dames- en herenmode. Niet dat ik veel verstand
heb van mode, maar er moet toch een lampje gaan branden. Je verkoopt, onderdeel
van marketing, datgene waar de hele wereld om schreeuwt! Alle landgenoten
zeuren ons de kop krom om winterkleding te leveren, er is geld zat.
Nee, dan de inkopers die schrijven ons de wet voor.
Winter is winterkleding. Ga zo maar door. De seizoenen zie je aan je fantasie
voorbij vliegen, gelijk de seizoensopruimingen, want we blijven Nederlanders om
ook die trend nauwgezet te volgen. Het is 5 juli 2016, sinds mensenheugenis zo lang, zo
koud, zo veel regen zo zeggen ons de meteorologen, de bijbehorende temperaturen
en de regen die bij bakken de hemel uitkomt. Vandaag 15 uur regen. Vandaag
vijftien uren neerslag. Zo lang, zo veel. Heel veel per minuut per vierkante
centimeter. Onze garderobe is er niet op aangepast. De wintergarderobe hangt al
in de kast, de zomergarderobe schreeuwt er om naar buiten te komen, gedragen te
worden. Nee, vriend, je gaat me te snel door de bocht. Het niks
niets vermoedende leert ons nu dat het december 2016 is en dat nu de
zomerkledij uit de kast moet. En nu de winterse truien, broeken, allemaal
potdicht. Het is te gemakkelijk om de schuld aan de miljoenen
wetenschappers die er iets mee van doen hebben, of een dooddoener de
meteorologen. Ik vind het zo sneu voor hen.
Maar goed: de “Wet van de Zwiepse grond” leert ons
snel dat je je moet aanpassen aan de markt. De markt vraagt nu om
winterkleding. En die hebben we nog bij ladingen in de magazijnen liggen. Dat
houdt een dikke honderd-, tweehonderd duizenden nu nog aan de slag. Geen zaak
meer over de kop. Met andere woorden: het is NU winter, winterkleding en over
een half jaar hetzelfde.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten