Je moet me maar geen euvel duiden. Ik heb niets met
carnaval. Verkleedpartijtje, zuipen en nog meer. En dan de prachtige tijdelijke
plaatsnamen. In het rijtje Ballegat,
Ganzegat, Trekkersgat, Krabbegat, Klompengat, Kneutergat, Lampegat,
Kakkersgat, Strijkersgat, Papgat, Krutjesgat en Rommelgat komt Narrisjkatgat
niet voor. En toch gaat deze blog daarover. Morgen 24 maart 2016 is het Poerim, een Joods
feest. Al begint Poerim gelijk alle andere Joodse feest- en treurdagen de avond ervóór. Dus vanavond. De Nederlandse naam is Lotenfeest. Poerim is afkomstig uit het Perzisch. Poer is 'lot'. Vandaar Lotenfeest. Hoe dat zit, vertel ik je nu. Het feest herinnert aan de tijd van koning Achasjverosj, zijn sluwe vijand Haman, die een decreet uitvaardigt álle Joden te vernietigen. en de charmante koningin Esther. Ongeveer 450 jaar vóór de gewone jaartelling weet
Esther te voorkomen dat de Joden in het Babylonische Rijk vermoord worden. Het gedenkt de ballingschap. In sjoel, de synagoge wordt het hele verhaal van de Rol van Esther, één van de vijf delen van de Thora. Het woord rol (scroll Engels) is het hele verhaal dat wordt verteld. In het Hebreeuws is scroll, rol: megilla. In het Jiddisch: megille. Het is dus een hele megille betekent: het is een héél verhaal. Een hele megille is synoniem voor elk lang en saai verhaal. De g uitspreken als in goulash, goj. Het is ook traditie dat de kinderen verkleed zijn en lawaai maken. Met ratels. Een Joods feest is geen feest als er geen heerlijke gerechten bijgeleverd worden. Ik geef je hier mijn favoriet (en Yoni en Avital nasjen een héle doos leeg!). Het heet KIESJELIESJ. Kiesjeliesj ofwel Hamansoren zien er uit als grote chips of als kroepoek. Qua vorm. Niet qua inhoud.
Het recept. Kiesjeliesj.
Wat je nodig hebt: 400 gr bloem; 4 eieren; 2 theelepels (tl) olijfolie; 1 tl zout; 4 eetlepels (el) water en olie om te frituren. En...poedersuiker. Véél.
Zo bereid je Kiesjeliesj: gezeefde bloem in een diepe kom; in het midden van de bloem een kuil. De eieren schuimig kloppen en meng met 2 tl olijfolie. Eieren, water en zout in kuil gieten. Met houten pollepel vanuit het midden alles mengen en dan kneden tot een soepel deeg. Maak tien ballen van het deeg. Laat een uur rusten. Op een met meel bestrooid houten aanrecht, of plank de ballen flinterdun uitrollen. Uit het deeg ruiten steken van plm. 7 cm. Deze in hete frituurolie (180'C) goudgeel bakken en met schuimspaan uit de frituur halen. Laat goed uitlekken op keukenpapier. Vóór het serveren poedersuiker erop en erover strooien. Droge kiesjeliesj kun je in een trommel bewaren.
Terug naar Poerim. Ik heb er niks mee. Het verhaal, een héle megille dus, ken ik zo langzamerhand wel, het lawaai van de kinderen die tekeer gaan met hun ratels. Als ik al naar de synagoge ga - ik ben niet zo 'Bijbelvast' en voor mij hoeft het niet zo-, dan is het ná de dienst en kom ik voor de koffie én.... de kiesjeliesj. Thuis eten wordt geprefereerd. Met grote hoeveelheden wordt er geschranst. Ik herinner me trouwens een Poerim rond 1970. Voor het quorum, 10 (tien) volwassen mannen moeten aanwezig zijn voor een dienst. Ik kom sjoel binnen en Willem Tell telt. Méér dan 10. Ik op mijn fietsje als een haas terug, uitzending van kwart- of halve finale Europa Cup met Ajax. De kiesjeliesj komen toch wel en Ajax wint. Ik meen het was Arsenal. Mijn geheugen laat me hier even in de steek. Hoe dan ook: ik vind Poerim maar flauwekul. Ik heb er dus niks mee. Ik vind het NARRISJKAT. Nar is gek. Narrisjkat is gekkigheid. Een Jiddisch woord. Onzin, kletskoek, poppenkasterij, nonsens. Zoiets.
Amsterdam heeft veel bijnamen. Ik noem er enkele. Mokum. Groot Mokum. Klein Mokum (in vergelijk met Jeruzalem), Jeruzalem van het Westen, Mokum Alef (Ollef). Mokum betekent stad, mijn stad. Mokum Alef is Mokum Van de Hebreeuwse letter A, alef. Je hebt namelijk ook Mokum Beis. Van de letter B. Mokum Beis is Winschoten in Oost Groningen. En waarom? Omdat ná Amsterdam er in Winschoten vóór de oorlog het hoogste percentage van de bevolking Joden zijn.
Dat narrisjkat geen verzinsel is bewijs ik je nu met twee mooie boeken. Allereerst van Siegfried E. van Praag het boek: Jeruzalem van het Westen. Van Praag verhaalt over het wel en wee van een aantal Joodse families vóór en tijdens de oorlog. In: De B van Bemazzel (geluksvogel), van Sal Santen.tref je Sjakie Narrisjkat zelf aan.
Hoe dan ook: ik wens je allemaal een 'goed Poerim'. En het zal je inmiddels duidelijk zijn dat het dus één dag Poerim is in Narrisjkatgat.
Esther te voorkomen dat de Joden in het Babylonische Rijk vermoord worden. Het gedenkt de ballingschap. In sjoel, de synagoge wordt het hele verhaal van de Rol van Esther, één van de vijf delen van de Thora. Het woord rol (scroll Engels) is het hele verhaal dat wordt verteld. In het Hebreeuws is scroll, rol: megilla. In het Jiddisch: megille. Het is dus een hele megille betekent: het is een héél verhaal. Een hele megille is synoniem voor elk lang en saai verhaal. De g uitspreken als in goulash, goj. Het is ook traditie dat de kinderen verkleed zijn en lawaai maken. Met ratels. Een Joods feest is geen feest als er geen heerlijke gerechten bijgeleverd worden. Ik geef je hier mijn favoriet (en Yoni en Avital nasjen een héle doos leeg!). Het heet KIESJELIESJ. Kiesjeliesj ofwel Hamansoren zien er uit als grote chips of als kroepoek. Qua vorm. Niet qua inhoud.
Het recept. Kiesjeliesj.
Wat je nodig hebt: 400 gr bloem; 4 eieren; 2 theelepels (tl) olijfolie; 1 tl zout; 4 eetlepels (el) water en olie om te frituren. En...poedersuiker. Véél.
Zo bereid je Kiesjeliesj: gezeefde bloem in een diepe kom; in het midden van de bloem een kuil. De eieren schuimig kloppen en meng met 2 tl olijfolie. Eieren, water en zout in kuil gieten. Met houten pollepel vanuit het midden alles mengen en dan kneden tot een soepel deeg. Maak tien ballen van het deeg. Laat een uur rusten. Op een met meel bestrooid houten aanrecht, of plank de ballen flinterdun uitrollen. Uit het deeg ruiten steken van plm. 7 cm. Deze in hete frituurolie (180'C) goudgeel bakken en met schuimspaan uit de frituur halen. Laat goed uitlekken op keukenpapier. Vóór het serveren poedersuiker erop en erover strooien. Droge kiesjeliesj kun je in een trommel bewaren.
Terug naar Poerim. Ik heb er niks mee. Het verhaal, een héle megille dus, ken ik zo langzamerhand wel, het lawaai van de kinderen die tekeer gaan met hun ratels. Als ik al naar de synagoge ga - ik ben niet zo 'Bijbelvast' en voor mij hoeft het niet zo-, dan is het ná de dienst en kom ik voor de koffie én.... de kiesjeliesj. Thuis eten wordt geprefereerd. Met grote hoeveelheden wordt er geschranst. Ik herinner me trouwens een Poerim rond 1970. Voor het quorum, 10 (tien) volwassen mannen moeten aanwezig zijn voor een dienst. Ik kom sjoel binnen en Willem Tell telt. Méér dan 10. Ik op mijn fietsje als een haas terug, uitzending van kwart- of halve finale Europa Cup met Ajax. De kiesjeliesj komen toch wel en Ajax wint. Ik meen het was Arsenal. Mijn geheugen laat me hier even in de steek. Hoe dan ook: ik vind Poerim maar flauwekul. Ik heb er dus niks mee. Ik vind het NARRISJKAT. Nar is gek. Narrisjkat is gekkigheid. Een Jiddisch woord. Onzin, kletskoek, poppenkasterij, nonsens. Zoiets.
Amsterdam heeft veel bijnamen. Ik noem er enkele. Mokum. Groot Mokum. Klein Mokum (in vergelijk met Jeruzalem), Jeruzalem van het Westen, Mokum Alef (Ollef). Mokum betekent stad, mijn stad. Mokum Alef is Mokum Van de Hebreeuwse letter A, alef. Je hebt namelijk ook Mokum Beis. Van de letter B. Mokum Beis is Winschoten in Oost Groningen. En waarom? Omdat ná Amsterdam er in Winschoten vóór de oorlog het hoogste percentage van de bevolking Joden zijn.
Dat narrisjkat geen verzinsel is bewijs ik je nu met twee mooie boeken. Allereerst van Siegfried E. van Praag het boek: Jeruzalem van het Westen. Van Praag verhaalt over het wel en wee van een aantal Joodse families vóór en tijdens de oorlog. In: De B van Bemazzel (geluksvogel), van Sal Santen.tref je Sjakie Narrisjkat zelf aan.
Hoe dan ook: ik wens je allemaal een 'goed Poerim'. En het zal je inmiddels duidelijk zijn dat het dus één dag Poerim is in Narrisjkatgat.
*** O ja en nu maak ik geen geintje, maar mijn geboortestad is Lochem. Dat betekent hem, heem, heim: huis. En lo, loc, loch is bos of in het bos. Het huis in het bos. Eigenlijk niet zo vreemd toch dat de instelling voor revalidatie van Israelische oorlogsinvaliden heet: Beth Halochem (Beth Ha Lochem). Ik was bestuurslid in de tweede helft van de zeventiger jaren. Beth is huis. Ha is van. Lochem is strijder. Het huis van de strijder.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten