dinsdag 21 juli 2015

Hockeyhumor. Voor de Nederlandse Maccabiade ploeg, 2015 Berlijn.


 

Er zijn daar twee gastjes in die Nederlandse herenhockeyploeg die mij kennelijk moeten hebben. Ze mogen. Wij, mijn Nederlands XItal van 1981 wint `goud, als eerste land ooit op de Maccabiade 1981, Israel. De ploeg van vandaag, onderdeel van de Nederlandse delegatie op de Europese Maccabiade in Berlijn, eind juli – begin augustus, moet natuurlijk noblesse oblige met goud thuiskomen. Welnu die twee gastjes (zij hebben al goud op zak sinds 2005!), Maxime en Yoni, hebben het steeds (in plaats van 1981) over 1732. Inwrijven hoe oud Goud van Oud wel is. Fijne gastjes. Doet me denken aan hockeyhumor. De Nederlandse herenhockeyploeg voor de 11e Maccabiade in 1981 begint de voorbereidingen in 1979 op de velden van Hurley. De eerste keer komt ook de president, de chef de mission, zijn enorme puntneus laten zien. De mannen verstaan zijn naam verkeerd, ik attendeer hen daarop, maar het deert niet. Vanaf nu “De Jong”. Hockeyhumor. Kort ná opstijgen van Schiphol begint de eerste. Héél zachtjes. De tweede volgt. In no time de rest van de hockeyers. Alleen wij begrijpen ‘m. Hockeyhumor. Wij zingen, dus minuten lang van zacht naar hard: “De Jong, De Jong, De Jong…..De Jong, De Jong, De Jong…..De Jong… De Jong, De Jong, De Jong. …. De Jong”. Wij worden er zelf mesjogge van, net als van hem. Tijdens week acclimatiseren in het kibbutzhotel Sjefayim moeten wij met de hele Nederlandse equipe oefenen. Oefenen voor het marcheren. Marcheren bij binnenkomst van het stadion van Ramat Gan, tijdens de officiele openingsceremonie. In rotten van vier. Altijd een hockeyer links voor. De Jong gaat voor in het gebed. Commando. Weer een commando, laat ons zeggen “rechts!” en wat doet de man links voor en dus de hele equipe…..links! Je raadt het al. En dit een stief half uurtje volhouden. De puntneus wordt roder en roder. Hockeyhumor. Al doet de rest gewillig en gedreven mee! Coach, fysiotherapeut en één speler zijn op een vrije middag in Tel Aviv en zien in een winkel dezelfde petjes als die van ons officiele tenue. Met dien verstande deze zijn niet geheel wit, maar het logo van de 11e Maccabiade staat er op. Sterker nog je kan je naam er op laten printen. Hockeyhumor. Achttien van die petten in de kontzak. Afgesproken wordt een tweetal uren voor aanvang van de opening bij het stadion te zijn. De hele equipe is er. Dat wil zeggen de hockeyers niet. De puntmuts wordt ziedender en ziedender. Schelden, vloeken, tieren. En ja hoor, daar komen vier taxi’s met de heren. Gek wordt ie. En dan het stadion in. Intussen wisselen wij allemaal van pet en de lachers op onze hand. De Jong knapt uit zijn vel. Hockeyhumor De Jong. Enfin, wij spelen de finale tegen Zuid Afrika. 0-3 rust. De chef vertrekt, omdat er toch geen goud, eer voor hem, de kowedschlepper, te behalen valt. Eindstand 3-3. Verlenging geen score. Strafballen. Nederlandse keeper pakt drie van de vier strafballen, hockeyhumor, en Nederland wint goud. De manager van het voetbalelftal blijft wel kijken. De klasbak. Tot het eind. Sal van Gelder. De vader van het testbeeld Cheque. Goud dus. Goud van Oud uit 1732. Doe het hem/ hen maar na! Maar vooral, ja vooral: hartstikke veel plezier en hockeyhumor!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten