Er was eens een arme Joodse melkboer in een shtetl,
een klein Russisch dorpje, Tevje heet hij. En hij wil, net als alle andere
Joden in het dorp met liefde, trots en geloof vasthouden aan de traditie. Dat
geeft zekerheid. Nieuwe tijden breken aan. In het tsaristisch Rusland in de
negentiende eeuw worden de Joden van staatswege veel geintimideerd. Tevje
besluit vastberaden te overleven. Hij wil zijn dochter Tzeitel uithuwelijken
aan een veel oudere slager. Geheel in strijd met de traditie blijkt dat Tzeitel
zelf al een partner heeft gevonden. Mottel de kleermaker. In tegenstelling tot
de slager is de kleermaker nebbisj een arme sloeber. Toch geeft Tevje uiteindelijk zijn zegen aan dit
huwelijk. Het zit Tevje niet mee: zijn tweede dochter Hodol krijgt een relatie
met een Joodse revolutionair, die naar Siberie verbannen wordt. Geheel volgens
Joodse traditie, zie het boek Ruth, volgt Hodol haar man. Tevje kan met moeite
verdragen dat hij zijn dochter waarschijnlijk nooit meer zal zien. Zijn derde
dochter Chava trouwt met de niet-Joodse Fjedka. Dat nu wordt Tevje te veel. Hij
besluit zijn dochter dood te verklaren en hij negeert Chava en Fjedka als zij
hem liefdevol aanspreken. Op bevel van de tsaar moeten alle Joden uit het
shtetl wegtrekken, ook tot ontsteltenis en verontwaardiging van Fjedka, dan
bensjt Tevje haar in stilte en geeft haar zo G’ds zegen.
Matchmaker,
matchmaker
Make
me a match
Find
me a find
Catch
me a catch
Matchmaker,
matchmaker
Look
through your book
And
make me a perfect match
Als zovelen trekken Tevje, zijn vrouw Golde en hun
vierde dochter Lyala westwaarts. Niet alleen het leger van de tsaar zit achter
de bewoners van Anatevka aan. Nee, de periode van de Verlichting is
aangebroken. Joden verspreiden zich van oost naar west. Tevje de melkboer, zijn
lieve vrouw en hun mooie dochter strijken neer in het Duitse stadje Spier
(Speyer) aan de Rijn. In het overwegend katholieke Speyer wendt Tevje zich met
de ogen gesloten tot G’d en vraagt dat wat Golde de hele dag al mompelt en
Lyala breeduit en luid zingt. And make me a perfect match…
Als ware hij een echte Jack in the box verschijnt
Nochum ten tonele. Nochum Spier. Een knappe jongeman en kaasmaker van beroep.
Hij valt meteen in de smaak bij Tevje. Lyala inmiddels tot over haar oren
verliefd is héél blij dat Nochum ook door Tevje en in zijn kielzog Golde
goedgekeurd wordt. Tevje als melkboer hoef je natuurlijk weinig over kaasmaken
te vertellen. Hij helpt zijn schoonzoon met karnen, met de wrongel en de
stremsel, als ook het zuursel. De kaasemmer is voor hem wellicht nog bekender
dan de melkemmer. Nochum maakt een heerlijke kaas, over je einde zooooo lekker.
De kaas stinkt wel. De lucht doet Nochum
denken aan de rebbe, rabbijn van Spier en besluit de kaas “Stinking Rebbe” te
noemen. Tevje denkt na, krabt achter zijn oren, gaat in gesprek met boven en
besluit tegen Nochum in te gaan. Net zo min dat een Jood een andere Jood voor
het gerecht daagt, zo zal men ook niet kwaadspreken over een andere Jood. En zo
slecht is de rebbe toch niet…? In Talmoedische wijsheden erkent Nochum graag
zijn meerdere in zijn schoonvader Tevje. En om hem te plezieren verandert hij
de naam van de kaas. Nochum heeft een ingebakken, aangeboren, bloedhekel aan de
bisschop van Spier. Nochum loopt altijd met een grote boog om de kathedraal en
blijft zich verwonderen wat al die koorknaapjes daar steeds doen. De kaas wordt
een wereldsucces. In de beste kaasspeciaalzaken te verkrijgen, Kef in Amsterdam
is er één. Nochum werkt hard, Lyala helpt hem een hand, Tevje verleent
spandiensten en Golde zorgt voor het huis. Nochum en Lyala krijgen kinderen en
verdienen zeer behoorlijk met hun kaas. Die kaas heet voortaan: “Stinking
Bishop”. En zij leven nog lang en gelukkig!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten