Wie helpt me bij het oplossen van wat vragen rond
het “negenmalen”? Al ver vóór de oorlog speelde mijn Vader kaartspellen als
whist, skat, baccarat en bridge. Mijn Moeder leerde ook snel bridge. Verreweg
het populairst bij ons thuis. In Knokke in het casino speelde mijn Vader
baccarat en mijn Moeder roulette. Die verhalen komen nog wel eens. Met mijn
Moeder heb ik ook canasta gespeeld, voordat ik bridge leerde (dat leer je
nooit, zie ik iemand wispelen) werd er in gezinsverband ook éénentwintigen,
éénendertigen en jokeren gespeeld. Pesten was meer favoriet van mijn jongste
zus. Met mijn Moeder heb ik nog wel veel gebridged, feest!, mijn Vader overleed
veel te vroeg, dus beiden hebben niet van elkaar kunnen genieten aan de
overkant van de bridgetafel. Vanzelfsprekend de bekende gezelschapsspellen,
welke ook gretig aftrek vonden met Yoni en Avital. Van Scrabble tot De
kolonisten van Catan. Mijn ultieme wens is om ooit zowel met Avital als met
Yoni te bridgen. Ook zonder de ballast van de kinderen gingen mijn Ouders in de
jaren vijftig en zestig vaak naar Knokke, met name rond Kerst. Zomers een maand
met z’n allen. Praktisch alle andere feestdagen als Oudjaar, Pasen, Pinksteren
kwamen mijn tante en lievelingsoom Bram een week end naar ons. De winkel en de
fabriek van de Winschoter Citroenballetjes van B. van Berg waren op maandag dan
dicht en Bram kon lekker vissen in het Twente-Rijnkanaal. Dat was zijn hobby.
Onder andere. Zij waren géén bridgers. Er werd veel en uitgebreid gegeten en
naar Wim Kan op de radio geluisterd. En dan kwam het: het feestje van Bram.
Negenmalen. Een kaartspel. Twee stokken kaarten. Eén bank: de deler. De anderen
zijn de spelers. Per rondje kocht je twee kaarten voor één cent of voor een
stuiver. Bram, de bank, de deler draaide van het andere spel negen kaarten
dicht op tafel, met de rug naar boven dus. Dan werden de eerste twee gekeerd.
Had je er één van, dan mocht je die ruilen. De derde en vierde kaart leverden
één cent op, de vijfde en zesde twee cent en nummer zeven en acht maar liefst drie
cent. De negende kaart was dus de negenmaal. Negenmaal je eigen inzet! Kwam dus
niet al te vaak voor, de bank wint steeds (welke bank niet?) en als ik dan als
kleine jongen een keer de negenmaal had met een stuiver, wow! ik was de koning
te rijk! Waar gaat het nu om? Als ik Google kom ik niets tegen. Alle mogelijke
trefwoorden al geprobeerd. Ik kom het uberhaupt nergens tegen. Niemand die er
iets van af weet. Is het een Bramspel? Komt het uit Winschoten? Uit Groningen?
Lochems was het niet, want mijn Vader vond er geen gein aan. Te kleinisch. Tot
ik de vraag stel aan een dierbare vriendin (GV) en een idem vriend (LG).
Verrek, zij hebben het vroeger thuis ook wel gespeeld. Het is dus bekend. Is
het dan een Joods kaartspelletje? Een Amsterdams spel misschien? Heb ik de
regels bij het rechte eind? Al dit soort vragen wil ik héél graag opgelost
zien. Okay, er zijn belangrijker problemen in de wereld, maar stel je weet één
van de antwoorden en je hebt een minuutje over (voor mij), dan hoor ik het
graag! Ik ben je dan negenmaal dank verschuldigd.
IK ken het niet Bert...jammer..maar misschien komt de oplossing nog voorbij.!
BeantwoordenVerwijderenLeuk stukje..X