Thuis heb ik een
boek. “Cruijff, Hendrik Johannes, fenomeen”. Geschreven door één van mijn
favorieten: Nico Scheepmaker. Naar aanleiding van de vierde druk van dat boek
schreef de dichter Jan Kal het volgende (ik citeer slechts een klein stukje):
“Dus Cruijff, Hendrik Johannes, fenomeen
lerende kennende,
door merg en been,
waardeer je erger als
je ouder wordt”.
De verering van
Cruijff, léés zijn businessboek door Pieter Winsemius opgetekend in “Je gaat
pas zien als je het door hebt” kent geen grenzen. Die als het ware adoratie heb
ik overgebracht op mijn zoon. Toen ik een kleine jongen was en ook –net als hij
– hockeykeeper, was het wél altijd bord op schoot zeven uur Ajax. Zelf ging ik
zo af en toe vanuit het verre Oosten naar De Meer of het Olympisch. Nu al jaren
samen naar de Arena, het Rinus Michels Stadion en zijn (Yoni’s) dwepen van zijn
Godenvrienden kent géén grenzen. Ik vind het mooi. We lullen er over.
Voorafgaand. Tijdens. Erná. We zijn het ook eens. Vaak. Als ik zijn ponem naast
me zie, dan geniet ik. Dáár gaat het om. Of Ajax wint of verliest, er zijn
belangrijker zaken.
Zo ook de wedstrijd
van gisteren. ‘Wat dee jij op 5 november 2014?’ Yoni: ‘Ik was bij Ons Aller
Ajax tegen Barcelona. Waardeloos man, we waren beter, maar kregen er twee om
onze oren’. ‘Ja’, zei ik, ‘Ajax was echt héél goed. Voor mij was het Van
Turenhout NUL-NUL. Ik was er ook bij. Ajax versus Messi: 0-2’. We kunnen winnen
of verliezen, maar een betere club is er niet. En zo blijft Johan altijd Nummer
Eén. Messi is een goede tweede. Een héél goeie tweede. Wij waren erbij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten