zaterdag 19 april 2014

Bridge

“Ze” vragen me nog wel eens naar sterke verhalen over bridge. Er zijn genoeg boeken daarover, het internet staat vol, de bridgemagazines vinden gretig aftrek. Aldus zijn er honderdduuz’nd’n publicaties met spellen, handen, gifts.
Met bridge ben ik grootgebracht. Met de paplepel ingegeven. Mijn Vader speelde vóór de oorlog al whist en bridge. In het casino van Knokke overigens baccarat.
Met vrienden heeft mijn Vader in Lochem de bridgeclub M.O.T. opgericht. Jaren 50. De club bestaat nog steeds. MOT betekent: Mes onder tafel. ’s Morgens vroeg aan de ontbijttafel, meestal op dinsdagochtend, ik zat aan mijn boterhammetje met weet ik veel en een glas thee, zei mijn Vader vanachter de foute De Telegraaf tegen mijn Moeder: “Heb jij ook dat slam gemaakt. Die 6 harten?” Dat soort teksten, ik zal je er verder niet mee vermoeien.  En doe je het volgende toch, geef mekaar dan vóór het bridgen een welterusten kus, want de beste les leerde ik ooit aan diezelfde ontbijttafel in Lochem: speel nooit met je man of vrouw, dat wordt bloedbonje. Ik zal je de voorbeelden (…) onthouden.
Van mijn Moeder heb ik samen met drie klasgenoten van de HBS en tevens vrienden Paul Venhoeven, Joost Haan en Jan Streng uit mijn hockeyelftal het edele bridgespel geleerd. Althans de beginselen. Ik spreek over eind jaren 60. En verdomd…véél van die lessen worden vandaag de dag nog toegepast! En ook wat er allemaal gebeurt aan tafel. Taalgebruik, houding, lichaamstaal, bewegen van de handen, bijgooien van de kaart. Bert ziet alles. Meestal walg ik ervan. Wraak is om ze een slechte score aan te smeren. Honesty is still the best policy.
Wees gerust in deze blog zal ik je niet vermoeien met mooie handen, goede contracten of wat dies meer zij. Ik wil je (graag) meenemen naar een paar mooie momenten.
Zo hadden de vier adspirant bridgers eens bij Paul op de kamer een hand (een spel) gestoken, toen Paul even piesen was, of een biertje halen. Paul krijgt 13 schoppenkaarten in zijn hand. Hij glundert. Hij biedt 7 sans atout. Alle dertien slagen, groot slam, zonder troef. Enfin de speler links van hem komt uit, legt de eerste kaart op tafel, dan de dummy alle kaarten bloot op tafel en het uitspelen kan beginnen. Je weet nog van een regel geleden dat Paul alle slagen moet maken, zonder troef. Niet zo moeilijk om te bedenken dat er dus géén schoppen voorgespeeld kan worden. En Paul moet alle kaarten bijlopen bij de kaarten van de tegenstanders. Een beetje lullig om nu te stellen dat ie het nou nog niet doorheeft, maar ik vermoed af en toe wel een slechte droom. Zoals poker nu populair is, zo speelden wij bridge. Verslavend, tot op de hockeyclub, ná de trainingen, driemaal per week. En ga zo maar door.
Een aantal jaren had ik niet of minder gebridged. Mijn eerste werkdag bij Cap Gemini vergeet ik niet snel. Directie Nederland had een vierdaagse  incentive reis gewonnen naar Fins Lapland. En ik mocht mee, om kennis te maken met mijn collega’s. Lekker begin, want zo’n sneeuwsafari is écht héél bijzonder en spectaculair. In het vliegtuig al zegt Wim Heukels: “Bert, hier een hand en spelen”. Elk denkbaar moment hebben we met vier man zitten bridgen, ik had de smaak weer te pakken. Er wordt besloten aan het Nederlands bedrijvenkampioenschap viertallen mee te doen (Cap was vaste deelnemer). Je speelt dan als team met twee paren tegen twee andere paren, het verschil in de scores per spel bepaalt de uitslag. Heukels is mijn maat. Ons nevenpaar is Ment Lagas met Peter Koppens. De Ahoy hal in 010 boordevol.  We worden tweede. Met dat resultaat was ik in mijn nopjes. Zegt Wim: ”Als jij in spel 14 ruiten drie had gelegd in plaats van ruiten twee, dan waren we eerste geworden”. Hij had verdomd gelijk, een dikke domper op mijn feestvreugde. Cap Gemini was ook jarenlang de grote sponsor van het Cap Gemini World Invitational. De 16 allerbeste paren van de wereld gaven - dik betaald-  acte de présence. Het toernooi vond altijd plaats in ‘Des Indes’, Lange Voorhout in Den Haag. Op vrijdagavond, de avond voorafgaand aan het echte werk werd immer een ‘pro-am’ gespeeld in het clubhuis van de Wassenaarse golfclub. Een prof had voor één avondje een amateur als partner. Het is vrijdagavond 19 januari 1996. Henk van Dalen, public relations manager van Cap en verwoed bridger smeedde een mooi plan. Ik moest maar aanwezig zijn om een zakenrelatie de Hand te drukken, vrijdagmiddag laat, borrel, diner en vroeg start de drive (wedstrijd). Ik weet nog van niks. Alleen dat ik vandaag jarig ben. Zegt Henk: “Gefeliciteerd Bert, met je verjaardag. Vanavond speel je met Larry Cohen”.  Ik dacht dat ik gek werd. De Cruijff onder de bridgers. Samen met zijn maat David Berkowitz grote kampioenen. “Hi, Bert, mazal tov it’s your birthday!”, zegt de New Yorker Cohen. “Maak je niet te sappel, maak je niet druk. Er is maar één ding”. “Noe?”, zeg ik. “Dat we boven die eikel Berkowitz eindigen!”  Dat geschiedde overigens, maar het liep me allemaal dun door de boks. En dat kwam mede door de eerste tafel. Rechts van mij komt te zitten in een super gesneden Italiaans kostuum, een pico bello gekapte, geschoren, overdadig naar de after shave met muskaat ruikende, sigaretje in de rechterhand, met drie beeldschone dames als begeleider (kibitzer) en één van de vermaarde wereldtoppers: Zia Mahmood, uit Pakistan. Ik zat niet te shaken, maar ik zat te shaken. Wow, wat een spanning. Die was ná de eerste tafel verdwenen. Het begon leuk te worden. We veegden Alain Levy van tafel. Een in Casablanca geboren Franse Jood en cum laude afgestudeerd arts. We speelden nog tegen een Duitse dametopper Auken. En anderen, ook de Noorse toppers Geir Helgemo en Tor Helness kwam ik tegen te spelen. Uiteraard beiden apart met een amateur. Doel was bereikt. We eindigden boven Berkowitz. Cohen grijnzen, glunderen. En ik…ik had ook een feestdag!
Een jaar ná mijn scheiding belt een mevrouw mij op. Wil je met me bridgen? Bridgen wellicht. En voor de rest niets. Duidelijker kan ik niet zijn. Zij speelde nog maar net, maar ik meende een streber te ontwaren. Om achter haar motivatie te komen vroeg ik haar naar haar doel. Clubkampioen, dan in het district zo hoog mogelijk en daarna landelijk. Als mixed paar. Bridge van m/m en v/v is populair. Mixed pairs hangt er (gechargeerd) een beetje bij. Aldus besloten we tot een bridgepartnership. Clubkampioen is geen prestatie. Het herhalen ook niet. In het district Amsterdam scoorden we goed. Zelfs door dat resultaat mochten we naar het landskampioenschap paren. Middenmoot. Wel gaaf. Zo belandden wij ook op het jaarlijkse grote internationale  Scheveningse bridgefestijn dat wel een week duurt. Dat jaar in het Kurhaus. Wij schrijven ons in. Calimero. Zoiets. Wij doen mee aan het gemengd paren toernooi, met drie zittingen. Op vrijdagavond en op zaterdagmiddag en –avond de tweede en derde zitting. Steeds meldde ik aan mijn partner welke bridgekanjer aan tafel zit. Van enige nervositeit bij haar is sprake, maar we doen het goed. De laatste tafel, de laatste vier spellen, handen, op vrijdagavond vergeet ik nooit meer. Wij komen te spelen tegen Thomas en Barbara Gotard. In met een Duits accent gesproken Engels zegt hij dat zij al een jaar of tien in Duitsland wonen. Afkomstig uit Polen. Het wordt feest. Dan vertelt ie verder dat zijn vrouw Barbara meermalen Duits kampioen is en zij voegt toe dat haar Thomas net terugkomt van het Europees kampioenschap in Boekarest en tweede is geworden. Ik schoof steeds meer naar het puntje van mijn  stoel. Dit wil ik meemaken. Enfin, spel 1. Van de maximaal te behalen 100% scoren wij…100%. Je had z’n ponem moeten zien. Het tweede spel, Barbara maakt –in de tweede hand- een cruciale fout, met later ná het spel het opbouwende commentaar: “Immer klein, Barbara!” Wat denk je? Wéér 100%. Het wordt spannend. Het derde spel. De man wordt gek. Weer 100% voor ons. (Overigens zo’n 100% score betekent dat je op dat spel de beste, hoogste score hebt van de hele zaal. Zo’n 148 paren). Zegt ie: “Haben Sie immer so viel Gluck?” . “Dat hangt er vanaf tegen wie ik speel, vriend”.  Hij begint in het Pools tegen Barbara…”Hallo, mag dat in het Duits of Engels? Enne is dit bij jou te doen gebruikelijk? “ “Nee, nee”, zegt Gotard, “…ik vroeg aan haar of jullie de komende week in het viertallentoernooi samen met ons een viertal willen vormen”. “Dat zullen we je morgenochtend vertellen.”.  Hij een slechte nacht en ik een goeie. Het vierde spel moet ook even vermeld. Op het uiterste puntje van mijn stoel en…shit man, weer 100%. 400 van de 400. Het is géén droom. Ik had allang bedacht dat ik een dag van de zaak weg zou blijven, maar dat hoefde ik hem niet meteen te vertellen. Zij stonden de zaterdagmorgen ons al gespannen en vol verwachting op te wachten in de grote hal van het Kurhaus, als aasgieren. “Ja, hoor, jullie mogen met ons een viertal vormen”. Na zo’n top avond kon ik me de nodige arrogantie veroorloven. Van de 148 paren eindigden wij als 14e. Hetgeen, echt!, een geweldige prestatie is. Volledig voldoend aan het initiele doel. Het viertallentoernooi hebben wij goed gespeeld. Beter dan onze kampioenen uit het mieze oosten. Ik meen dat we twaalfde waren van de 32 viertallen. Barbara kostte ons uiteindelijk veel punten en een goede klassering.
Een reden te stoppen met deze bridgepartner is mijn gezondheid. Ik weid daar verder niet over uit, maar druk me uiterst beschaafd uit en stel me bescheiden op. Het zij zo. Het liefst had ik nu met mijn Vader en Moeder gebridged. Dat kan niet meer. Ik hoop dat mijn kinderen ooit een bridgekaart leggen.
Vandaag speel ik met mijn maten: Nico Bino, Rob Konijn en Philip van Oevelen. Troost je ik ga niet weer een verhaal in deze blog zetten. Alleen dat ik het geweldig getroffen heb met mijn vrienden en bridgepartners. Wie weet, ooit, zal ik ’s een blog schrijven over de grappen en grollen met Nico, Rob en Philip. Lol hebben we. Zeker. En van spanning, stress is geen sprake meer. Ik speel met hen met veel plezier. De eerste plek steeds in het vizier en op onze conduitestaat.


1 opmerking:

  1. gezellig geschreven B!
    zelf speel ik helemaal geen kaart maar dit lezen was de moeite waard.
    G.

    BeantwoordenVerwijderen