“Ze” vragen me nog wel eens naar sterke verhalen over
bridge. Er zijn genoeg boeken daarover, het internet staat vol, de
bridgemagazines vinden gretig aftrek. Aldus zijn er honderdduuz’nd’n
publicaties met spellen, handen, gifts.
Met bridge ben ik grootgebracht. Met de paplepel ingegeven.
Mijn Vader speelde vóór de oorlog al whist en bridge. In het casino van Knokke
overigens baccarat.
Met vrienden heeft mijn Vader in Lochem de bridgeclub M.O.T.
opgericht. Jaren 50. De club bestaat nog steeds. MOT betekent: Mes onder tafel.
’s Morgens vroeg aan de ontbijttafel, meestal op dinsdagochtend, ik zat aan
mijn boterhammetje met weet ik veel en een glas thee, zei mijn Vader vanachter
de foute De Telegraaf tegen mijn Moeder: “Heb jij ook dat slam gemaakt. Die 6
harten?” Dat soort teksten, ik zal je er verder niet mee vermoeien. En doe je het volgende toch, geef mekaar dan
vóór het bridgen een welterusten kus, want de beste les leerde ik ooit aan diezelfde
ontbijttafel in Lochem: speel nooit met je man of vrouw, dat wordt bloedbonje.
Ik zal je de voorbeelden (…) onthouden.
Van mijn Moeder heb ik samen met drie klasgenoten van de HBS
en tevens vrienden Paul Venhoeven, Joost Haan en Jan Streng uit mijn
hockeyelftal het edele bridgespel geleerd. Althans de beginselen. Ik spreek
over eind jaren 60. En verdomd…véél van die lessen worden vandaag de dag nog
toegepast! En ook wat er allemaal gebeurt aan tafel. Taalgebruik, houding,
lichaamstaal, bewegen van de handen, bijgooien van de kaart. Bert ziet alles.
Meestal walg ik ervan. Wraak is om ze een slechte score aan te smeren. Honesty
is still the best policy.
Wees gerust in deze blog zal ik je niet vermoeien met mooie
handen, goede contracten of wat dies meer zij. Ik wil je (graag) meenemen naar
een paar mooie momenten.
Zo hadden de vier adspirant bridgers eens bij Paul op de
kamer een hand (een spel) gestoken, toen Paul even piesen was, of een biertje
halen. Paul krijgt 13 schoppenkaarten in zijn hand. Hij glundert. Hij biedt 7
sans atout. Alle dertien slagen, groot slam, zonder troef. Enfin de speler
links van hem komt uit, legt de eerste kaart op tafel, dan de dummy alle
kaarten bloot op tafel en het uitspelen kan beginnen. Je weet nog van een regel
geleden dat Paul alle slagen moet maken, zonder troef. Niet zo moeilijk om te
bedenken dat er dus géén schoppen voorgespeeld kan worden. En Paul moet alle
kaarten bijlopen bij de kaarten van de tegenstanders. Een beetje lullig om nu
te stellen dat ie het nou nog niet doorheeft, maar ik vermoed af en toe wel een
slechte droom. Zoals poker nu populair is, zo speelden wij bridge. Verslavend,
tot op de hockeyclub, ná de trainingen, driemaal per week. En ga zo maar door.
Een aantal jaren had ik niet of minder gebridged. Mijn
eerste werkdag bij Cap Gemini vergeet ik niet snel. Directie Nederland had een
vierdaagse incentive reis gewonnen naar
Fins Lapland. En ik mocht mee, om kennis te maken met mijn collega’s. Lekker
begin, want zo’n sneeuwsafari is écht héél bijzonder en spectaculair. In het
vliegtuig al zegt Wim Heukels: “Bert, hier een hand en spelen”. Elk denkbaar
moment hebben we met vier man zitten bridgen, ik had de smaak weer te pakken.
Er wordt besloten aan het Nederlands bedrijvenkampioenschap viertallen mee te
doen (Cap was vaste deelnemer). Je speelt dan als team met twee paren tegen
twee andere paren, het verschil in de scores per spel bepaalt de uitslag.
Heukels is mijn maat. Ons nevenpaar is Ment Lagas met Peter Koppens. De Ahoy
hal in 010 boordevol. We worden tweede.
Met dat resultaat was ik in mijn nopjes. Zegt Wim: ”Als jij in spel 14 ruiten
drie had gelegd in plaats van ruiten twee, dan waren we eerste geworden”. Hij
had verdomd gelijk, een dikke domper op mijn feestvreugde. Cap Gemini was ook
jarenlang de grote sponsor van het Cap Gemini World Invitational. De 16
allerbeste paren van de wereld gaven - dik betaald- acte de présence. Het toernooi vond altijd
plaats in ‘Des Indes’, Lange Voorhout in Den Haag. Op vrijdagavond, de avond
voorafgaand aan het echte werk werd immer een ‘pro-am’ gespeeld in het clubhuis
van de Wassenaarse golfclub. Een prof had voor één avondje een amateur als
partner. Het is vrijdagavond 19 januari 1996. Henk van Dalen, public relations
manager van Cap en verwoed bridger smeedde een mooi plan. Ik moest maar
aanwezig zijn om een zakenrelatie de Hand te drukken, vrijdagmiddag laat,
borrel, diner en vroeg start de drive (wedstrijd). Ik weet nog van niks. Alleen
dat ik vandaag jarig ben. Zegt Henk: “Gefeliciteerd Bert, met je verjaardag.
Vanavond speel je met Larry Cohen”. Ik
dacht dat ik gek werd. De Cruijff onder de bridgers. Samen met zijn maat David
Berkowitz grote kampioenen. “Hi, Bert, mazal tov it’s your birthday!”, zegt de
New Yorker Cohen. “Maak je niet te sappel, maak je niet druk. Er is maar één
ding”. “Noe?”, zeg ik. “Dat we boven die eikel Berkowitz eindigen!” Dat geschiedde overigens, maar het liep me
allemaal dun door de boks. En dat kwam mede door de eerste tafel. Rechts van
mij komt te zitten in een super gesneden Italiaans kostuum, een pico bello
gekapte, geschoren, overdadig naar de after shave met muskaat ruikende,
sigaretje in de rechterhand, met drie beeldschone dames als begeleider (kibitzer)
en één van de vermaarde wereldtoppers: Zia Mahmood, uit Pakistan. Ik zat niet
te shaken, maar ik zat te shaken. Wow, wat een spanning. Die was ná de eerste
tafel verdwenen. Het begon leuk te worden. We veegden Alain Levy van tafel. Een
in Casablanca geboren Franse Jood en cum laude afgestudeerd arts. We speelden
nog tegen een Duitse dametopper Auken. En anderen, ook de Noorse toppers Geir
Helgemo en Tor Helness kwam ik tegen te spelen. Uiteraard beiden apart met een
amateur. Doel was bereikt. We eindigden boven Berkowitz. Cohen grijnzen,
glunderen. En ik…ik had ook een feestdag!
Een jaar ná mijn scheiding belt een mevrouw mij op. Wil je
met me bridgen? Bridgen wellicht. En voor de rest niets. Duidelijker kan ik
niet zijn. Zij speelde nog maar net, maar ik meende een streber te ontwaren. Om
achter haar motivatie te komen vroeg ik haar naar haar doel. Clubkampioen, dan
in het district zo hoog mogelijk en daarna landelijk. Als mixed paar. Bridge
van m/m en v/v is populair. Mixed pairs hangt er (gechargeerd) een beetje bij.
Aldus besloten we tot een bridgepartnership. Clubkampioen is geen prestatie.
Het herhalen ook niet. In het district Amsterdam scoorden we goed. Zelfs door
dat resultaat mochten we naar het landskampioenschap paren. Middenmoot. Wel
gaaf. Zo belandden wij ook op het jaarlijkse grote internationale Scheveningse bridgefestijn dat wel een week
duurt. Dat jaar in het Kurhaus. Wij schrijven ons in. Calimero. Zoiets. Wij
doen mee aan het gemengd paren toernooi, met drie zittingen. Op vrijdagavond en
op zaterdagmiddag en –avond de tweede en derde zitting. Steeds meldde ik aan
mijn partner welke bridgekanjer aan tafel zit. Van enige nervositeit bij haar is
sprake, maar we doen het goed. De laatste tafel, de laatste vier spellen,
handen, op vrijdagavond vergeet ik nooit meer. Wij komen te spelen tegen Thomas
en Barbara Gotard. In met een Duits accent gesproken Engels zegt hij dat zij al
een jaar of tien in Duitsland wonen. Afkomstig uit Polen. Het wordt feest. Dan
vertelt ie verder dat zijn vrouw Barbara meermalen Duits kampioen is en zij
voegt toe dat haar Thomas net terugkomt van het Europees kampioenschap in
Boekarest en tweede is geworden. Ik schoof steeds meer naar het puntje van
mijn stoel. Dit wil ik meemaken. Enfin,
spel 1. Van de maximaal te behalen 100% scoren wij…100%. Je had z’n ponem
moeten zien. Het tweede spel, Barbara maakt –in de tweede hand- een cruciale
fout, met later ná het spel het opbouwende commentaar: “Immer klein, Barbara!”
Wat denk je? Wéér 100%. Het wordt spannend. Het derde spel. De man wordt gek.
Weer 100% voor ons. (Overigens zo’n 100% score betekent dat je op dat spel de
beste, hoogste score hebt van de hele zaal. Zo’n 148 paren). Zegt ie: “Haben
Sie immer so viel Gluck?” . “Dat hangt er vanaf tegen wie ik speel,
vriend”. Hij begint in het Pools tegen
Barbara…”Hallo, mag dat in het Duits of Engels? Enne is dit bij jou te doen
gebruikelijk? “ “Nee, nee”, zegt Gotard, “…ik vroeg aan haar of jullie de
komende week in het viertallentoernooi samen met ons een viertal willen
vormen”. “Dat zullen we je morgenochtend vertellen.”. Hij een slechte nacht en ik een goeie. Het
vierde spel moet ook even vermeld. Op het uiterste puntje van mijn stoel
en…shit man, weer 100%. 400 van de 400. Het is géén droom. Ik had allang
bedacht dat ik een dag van de zaak weg zou blijven, maar dat hoefde ik hem niet
meteen te vertellen. Zij stonden de zaterdagmorgen ons al gespannen en vol
verwachting op te wachten in de grote hal van het Kurhaus, als aasgieren. “Ja,
hoor, jullie mogen met ons een viertal vormen”. Na zo’n top avond kon ik me de
nodige arrogantie veroorloven. Van de 148 paren eindigden wij als 14e.
Hetgeen, echt!, een geweldige prestatie is. Volledig voldoend aan het initiele
doel. Het viertallentoernooi hebben wij goed gespeeld. Beter dan onze
kampioenen uit het mieze oosten. Ik meen dat we twaalfde waren van de 32
viertallen. Barbara kostte ons uiteindelijk veel punten en een goede
klassering.
Een reden te stoppen met deze bridgepartner is mijn
gezondheid. Ik weid daar verder niet over uit, maar druk me uiterst beschaafd
uit en stel me bescheiden op. Het zij zo. Het liefst had ik nu met mijn Vader
en Moeder gebridged. Dat kan niet meer. Ik hoop dat mijn kinderen ooit een
bridgekaart leggen.
Vandaag speel ik met mijn maten: Nico Bino, Rob Konijn en
Philip van Oevelen. Troost je ik ga niet weer een verhaal in deze blog zetten.
Alleen dat ik het geweldig getroffen heb met mijn vrienden en bridgepartners.
Wie weet, ooit, zal ik ’s een blog schrijven over de grappen en grollen met
Nico, Rob en Philip. Lol hebben we. Zeker. En van spanning, stress is geen
sprake meer. Ik speel met hen met veel plezier. De eerste plek steeds in het
vizier en op onze conduitestaat.
gezellig geschreven B!
BeantwoordenVerwijderenzelf speel ik helemaal geen kaart maar dit lezen was de moeite waard.
G.