Een Facebook-vriendin plaatst een paar foto’s van knotwilgen.
Zo mooi. Zo Hollands. Als ik dan knotwilgen zie, moet ik onwillekeurig ook
denken aan dé treurwilg. Hoe dat zit vertel ik je. De
treurwilg (Salix babylonica) is een boomsoort van de wilgenfamilie (Salicaceae)
en bereikt meestal een hoogte van tien tot vijftien meter. De glanzend bruine takken
zijn hangend, vandaar de naam treurwilg. De bladeren zijn ongeveer vijf tot
tien centimeter lang. De bovenkant van het blad is groen en de onderkant
blauwachtig groen. Achter in onze tuin in Lochem, op dik honderd meter afstand
van ons huis en dus mijn slaapkamer staat de statige en imposante
treurwilg. Er valt genoeg te zien en beleven in de tuin. De treurwilg maakt veel indruk. Het is zondag, Moederdag. 9 mei 1965. Ik ben negen jaar. Kieper
mijn spaarpot leeg en voor mijn Moeder schrijf ik een gedicht en koop een
fles Badedas. Favoriet van mijn Vader. Ik zit vaak met mijn Vader in bad in de
Badedas. Van mijn Moeder. Van mij. Van mijn kinderen. Ik schrijf er her en der in boek of blog
over. ’s Morgens vroeg al ga ik naar mijn Moeders slaapkamer. Ik kan niet
wachten mijn Moeder blij te maken. Trots als een pauw ben ik. En zeker blij. Geef kussen. Cadeau en gedicht.Ik
speel nog wat op mijn kamer en besluit met op het kussen en onder het dekbed
mij koest te houden. Het is zondagmorgen
en… noodweer. Zware regen, donker, donder en bliksem en een hoop kabaal. Ik
duik er nog even dieper in. Of ik bang ben? Nee, dan nog niet. Niet lang daarna
een knal! Dat kun je je niet voorstellen. Je kunt het niet navertellen. Zo’n
oorverdovend lawaai, zo’n reusachtige knal is nieuw voor mij. Ben ik wel eens
bang? Ja, tuurlijk ben ik wel ’s bang. Zoals ooit op terugreis van Milano
Marittima in Italie via Zwitserland, alwaar pech. De lokale garage repareert, het is
vrijdagmiddag. Mama zegt tegen Yoni (4) en Avital (2) en mij: wij zitten daar.
Waar? Anderhalf uur huppel ik doodspaaches door dat dorpje. Waar zijn mijn
kinderen? Later, veel later blijkt in een hotel-restaurant alle drie in pais en
vree te zitten en spelen. Gordijnen van de hele tent gesloten. En dat moet ik
maar raden? Precies tegenover de garage…
Ja, ik word er paaches (bang) van. Ik ben nog maar een
kereltje van negen…! Waanideeen als staat ons huis nog schieten me door de kop.
Geen flauw benul van de wetten van de natuur. Met een als het ware oerknal
slaat de bliksem in. In de treurwilg. Later die dag blijkt dat een forse tak
het loodje legt. Bang voor de grote knal bliksem in de treurwilg. Heel treurig.
Droef. Ja, ik weet The Big Bang, de oerknal is iets anders. Maar vergeef
me, voor mij doet de blikseminslag in mijn treurwilg niet onder als concurrent.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten