donderdag 17 december 2015

Kerst 2015



 

O, maar zeg me niet dat ik niemand respecteer. Zo respecteer ik ook Kerst. Kerstfeest. Kerstmis. Ik heb er niets mee. Joden vieren geen Kerst, want zij geloven niet in Jezus. Zo simpel. Een christelijk feest en ieder het zijne/ hare.

Ik ben een jaar of veertien, mijn Moeder is naar Knokke met een vriendin uit Zutphen en met Kerst.. Hockeyvrienden zorgen voor mij en bij de familie Peters, ja die, van de sportzaak, schuif ik aan voor het Kerstdiner. Ik mag zelfs mee naar de mis. Da’s niet mis. Of ik een tosti wil. Nee, dank je wel meneer pastoor. Wat mij opvalt en mij mijn hele leven bijblijft is dat er vrede op aarde is. Twee dagen lang. En daarna hakt de hele wereld er weer op los. Ik hoef niet uit te wijden, wel? Pa Peters heeft het beter. Hij zet een paar poppetjes en overige attributen neer en zegt: “Zo dat is die kutstal. Wat een bende. Een beestenbende”. Dat komt mede door de twee flessen jonge jenever die hij achterover slaat. Anders krijgt hij de kans niet bij die ka van ‘m. Die klafte. De broek aan. Midden in de nacht aan het diner. Ik lust wel wat. Het zal kalkoen zijn, mij om het even, het is smullen en ik dank de familie hartelijk en fiets ’s op huus an. Het daglicht aan de horizon.

Kerst is een stille periode. Families komen, zij het eenmaal per jaar, bij elkaar en drinken en eten dat het een lust is. Ik niet. Ik schrijf. Maar meer nog gedenk ik mijn Vader z’’l. Zijn verjaardag is op 25 december. Van 1911. Weet je trouwens waarom het op 1 januari nieuw jaar is? Denk er ’s over en pijnig je grijze cellen… Net zoals mijn Vader z’’l is JC een Joods jongetje. Pas als het jongetje besneden is wordt hij ingewijd in het verbond. En is een Joods jongetje, Op de achtste dag. Reken maar na. 25 december is dag 1. En 1 januari is de 8ste dag. De dag van de besnijdenis van Jehoshua. Weet je dat ook weer.

Iedereen eet of is op vakantie naar een ver buitenland met zon. Ik vind het best. Restaurants zijn dicht, of vol. Met Kerstdiners.. Zoals zoveel Joodse jongetjes –de film kennen jullie zo langzamerhand wel- gaan zij naar de Chinees. Op de Zeedijk. Wang Kee, Kam Kee, Nam Kee. Waar maar plek is. Je ziet wel meer gelijkgestemden. Bij alle drie even goed en lekker. Ik kijk niet op andermans bordje, wat ie eet. Gaat me niks aan. Ik heb het meer dan naar de zin.






Kerstgratificatie. Krijgt men. Een bonus voor goed gedrag. Of als er nog een paar centen rewoochem (winst) is gescoord. Ik neem het nu niet serieus, maar onze islamitische medeburger pakt die centen toch wel. En weigeren om strikt streng religieuze reden echt niet. Ik ben zelf overigens voor eindejaarbonus. Maar dat terzijde. Nelleke, mijn secretaresse vraagt: “Bert, je moet even fiat geven voor de kerstpakketten’. “Huh? Vertel verder”.  Wel ons pakket kost zo’n slordige tweehonderd gulden, met veel onzin er in. Een taak leg ik mijzelf op is rendementsverbetering, schrik niet van zes naar zestien procent. “Wat denk je van een pakket van honderd gulden, Nelleke?”. En aldus geschiedt. Scheelt dik twintigduizend piek. Het volgend jaar afschaffen.

Piek. Ook zoiets. Wij hebben geen boom. Ik ook niet. Dus ook geen piek. Wel al vroeg in oktober de kerstverlichting op straat en de versiering in de winkels, restaurants. Galliesj word ik er van. Bovendien zingt iedereen en belooft men elkaar –en er komt toch niets, echt niets van terecht- een witte Kerst, a white Xmas. Nou, ik vertel je, ik heb al jaren geen sneeuw meegemaakt. Zeventien centimeter sneeuw in 1964. Kom er nog 's om. De muziek in de supermarkt is nog wel het ergst. Halfzacht. Irritant. Continue je oren kietelend pesten.

Eén anekdote en dan kap ik. Ik ken een meneer tussen Heiningen en Willemstad, met een vriendin en de man heeft twee volwassen kinderen met aanhang. Kerstdiner thuis. Foto’s. De ganse misjpooche gesjtiebeld en gesjpoord , de hele familie aangekleed gaat uit - in dit geval dus thuis, pontificaal in het lang en in smoking. In het lang en in smoking... Kijk ons ’s feest hebben! Baden in luxe. Weldaad. Overdaad. Wat een poppenkast, zeg. Alle jaargangen in lijst op het tafeltje. Afgezien dat ik een bloedhekel aan die chosen, gozer heb, is het te koddig voor woorden.

Hoe dan ook, ik wens al mijn niet-Joodse vrienden een vredig, vrolijk, wit, gezond Kerstfeest. Ik wens u tevens dat de kalkoen niet aangebrand uit de oven komt. En voor de rest een volle dis.

 

                               En ik? Ik vier mijn eigen Kermis. Deze is van 1961.

3 opmerkingen: