maandag 9 juni 2014

Een kruimeltje is ook een brood

Vannacht werd ik wakker en dacht aan het woord boterham. Ik werd er wakker van, want kennelijk vond ik het een raar woord. En waarom, zal ik proberen te beschrijven.

Zij die mij kennen weten dat ik van lekker eten houd en daar ook veel over praat. En aan Brood heb ik al ’s een blog gewijd. Nu de boterham. Ik vind het zo’n mesjogge woord. Beslist géén Joods woord. Ham is van een varken en niet koosjer. Melk en vlees dienen in een koosjere omgeving gescheiden te zijn. Dus boter én vlees en dan nu zelfs ongeoorloofd vlees. Wat heb jij op je boter? Ham? Wat heb jij op je boter? Ham! Een boterham is een plak gesneden brood. Boter er op en beleg.

Ik kan hele verhandelingen houden over kapje en kontje. En over beleg. De ideeën in mijn familie over beleg met brood zijn, in tegenstelling tot anderen: brood met beleg.
Boterham zou zomaar kunnen komen van het woord boteram, of met dubbel r: boterram. Vroeger werd een snee brood ook wel rammel of remmel genoemd. Ik rammel van de honger. Het woord ham kan ook komen van een afgesneden stuk eten. Een ham. Beboterd brood dus met een ham. En wie weet is ham wel een verbastering van het woord homp. Een homp brood of vlees: een dik afgesneden stuk.
Al kennen wij sinds de winter van 44 géén honger meer. Bij een niet nader te noemen oom van mij moest ik vroeger wel eens een boterham met tevredenheid eten. Traumatisch event en woord. Geef mij maar een aangeklede boterham. Beleg met een plak brood dus. Van mijn Moeder kreeg ik ook wel een klein taartje mee naar school, zo werd een dubbele snee brood met boter en speculaas genoemd.

Dus vanaf nu voor mij geen boterham meer, nee, een plak brood, of een snee brood. Mijn Moeder sneed zeven scheven sneetjes brood.


En ik? Ik houd het maar op een snee brood. En een afgelikte boterham is weer héél wat anders.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten