Vroeger waren er twee restaurants die ik frequenteerde.
Minimaal eenmaal per week naar “Cilubang” van Ali Marsa op de Keizersgracht en
later in de Runstraat. Indonesisch. Zeker maandelijks was ik te vinden op de
Willemsparkweg 87, ook in Amsterdam. Daar had ik zo mijn eigen tafel, bij
binnenkomst links, mijn stoel tegen de muur en uitzicht naar binnen en door het
ruime raam naar buiten. De verjaardagen die ik er vierde waren bovenin, een
lange tafel. Uitzicht op de keuken Onlangs kwam ik ze weer tegen. Ná dik dertig jaar. De lieve serveerster en de
lekkere kok. Op de bridgeclub. Zomeravonddrives bij Minerva, juli 2013.
Omhelzen. Zoenen.
Mijn Moeder
woonde destijds nog in Apeldoorn en ik al in de grote stad. Koken deed ik wel,
T-bones van anderhalf pond. Van de slagerij op de Westerstraat. Je kent dat
wel. Op een gegeven moment kreeg ik de tip van een hartstikke leuk eethuis,
restaurant. Joodse keuken. Niet koosjer, hetgeen voor mij OK is, maar o zo
Joods. De Joodse keuken én sfeer, lees warmte in optima forma. O ja heel opmerkelijk was dat alle recepten
Nederlands-Joodse of Joods-Nederlandse zo je wil signatuur hadden. Geen invloed
van de Portugezen of de laatste stromen Oost-Joden (uit Duitsland,
Polen). En ook geen Israelische shoarma, die toen aardig in zwang kwam. Ik werd
meteen vaste gast. Bij Restaurant SWART, van Fred en Maps Swart. Wat betreft de
spijswetten kwam het helemaal overeen met mijn ideeen. Geen varkensvlees. Melk
en vlees gescheiden. Geen schaal- en schelpdieren. In grote lijnen. Ik kon en
kan er prima mee leven. De keuken die al mijn voorouders in de rond 1780 uit
Duitsland meenamen. De periode van De Verlichting.
760700. Tring,
tring. ‘Restaurant Swart, met Maps’. ‘Hé Maps, met Bert, heb je een tafeltje
voor me?’ ‘Voor jou altijd, jongen’.
Op het menu, wat
ik mij nog herinner, linzensoep, matzeballensoep en rijkelijk gemeubileerde
groentesoep. Maps legt iedereen uit hoe de mierikswortelsaus te gebruiken bij
de soep. Er zijn er die een hele lepel zo weghappen….Ik zeg niks. Al ga ik zelf
voor de chrein, de Russische variant van de mierikswortelsaus. Mierik met rode
biet. En daar doe ik dan thuis een lepeltje van in de kippensoep. Enfin, zoetzuur –augurken en Amsterdamse uien-
op een zuurschaaltje op tafel. Warm
pekelvlees en pastrami. De gehakte lever
en ook de sjaletpot (zoek maar na wat dat is!). Kalfstong. Ja, zelfs kugel met
peren. Van welke bakker kwam eigenlijk jullie challe? Als het je allemaal niks
zegt, ik hoor het wel, je komt maar aan.
Mijn absolute topper bij Swart was “TANTE SAAR’S SUDDERKIP”. Bij het
uitspreken van de naam loopt het water je al in de mond, om van te watertanden.
De kip die ik thuis gewend ben op vrijdagavond. De kip die mijn oma’s ook
gemaakt moeten hebben. Vol nesjomme
(ziel). Ja, met ziel en zaligheid. Nu ik dit zit te tikken op mijn keyboard zie
ik haar weer voor me. Tante Saar’s Sudderkip. Ouderwets genot.
Medio tachtiger
jaren moest Fred vanwege gezondheidsreden stoppen. Laten we het overspannen
noemen. Geboren ’38. Onderduik. Alleen
teruggekomen. Ik hoef niet verder te vertellen, toch? Fred en zijn lieve Maps
hebben de tent verkocht en betrokken een huis op Gran Canaria. De zomers zijn
zij hier. En ook dit jaar hebben wij een paar keer tegen elkaar gebridged. Het
gaat dan niet over bridgen. Nee, het
gaat over de mooie momenten van toen. Die mooie momenten die ik zo graag
verzamel.
Zo’n moment dus.
Met Tante Saar’s Sudderkip voor m’n snufferd op tafel.
.
ja WIJ hebben er ook gegeten heerlijk nostalgie zoiets bestaat niet meer.
BeantwoordenVerwijderenFreddy Swart heel lang geleden een vriendje van Dave z'l