woensdag 10 september 2014

Tante Saar’s Sudderkip

Vroeger waren er twee restaurants die ik frequenteerde. Minimaal eenmaal per week naar “Cilubang” van Ali Marsa op de Keizersgracht en later in de Runstraat. Indonesisch. Zeker maandelijks was ik te vinden op de Willemsparkweg 87, ook in Amsterdam. Daar had ik zo mijn eigen tafel, bij binnenkomst links, mijn stoel tegen de muur en uitzicht naar binnen en door het ruime raam naar buiten. De verjaardagen die ik er vierde waren bovenin, een lange tafel. Uitzicht op de keuken Onlangs kwam ik ze weer tegen. Ná dik dertig jaar. De lieve serveerster en de lekkere kok. Op de bridgeclub. Zomeravonddrives bij Minerva, juli 2013. Omhelzen. Zoenen.

Mijn Moeder woonde destijds nog in Apeldoorn en ik al in de grote stad. Koken deed ik wel, T-bones van anderhalf pond. Van de slagerij op de Westerstraat. Je kent dat wel. Op een gegeven moment kreeg ik de tip van een hartstikke leuk eethuis, restaurant. Joodse keuken. Niet koosjer, hetgeen voor mij OK is, maar o zo Joods. De Joodse keuken én sfeer, lees warmte in optima forma. O ja heel  opmerkelijk was dat alle recepten Nederlands-Joodse of Joods-Nederlandse zo je wil signatuur hadden.  Geen invloed  van de Portugezen of de laatste stromen Oost-Joden (uit Duitsland, Polen). En ook geen Israelische shoarma, die toen aardig in zwang kwam. Ik werd meteen vaste gast. Bij Restaurant SWART, van Fred en Maps Swart. Wat betreft de spijswetten kwam het helemaal overeen met mijn ideeen. Geen varkensvlees. Melk en vlees gescheiden. Geen schaal- en schelpdieren. In grote lijnen. Ik kon en kan er prima mee leven. De keuken die al mijn voorouders in de rond 1780 uit Duitsland meenamen. De periode van De Verlichting.

760700. Tring, tring. ‘Restaurant Swart, met Maps’. ‘Hé Maps, met Bert, heb je een tafeltje voor me?’ ‘Voor jou altijd, jongen’.
Op het menu, wat ik mij nog herinner, linzensoep, matzeballensoep en rijkelijk gemeubileerde groentesoep. Maps legt iedereen uit hoe de mierikswortelsaus te gebruiken bij de soep. Er zijn er die een hele lepel zo weghappen….Ik zeg niks. Al ga ik zelf voor de chrein, de Russische variant van de mierikswortelsaus. Mierik met rode biet. En daar doe ik dan thuis een lepeltje van in de kippensoep.  Enfin, zoetzuur –augurken en Amsterdamse uien- op een zuurschaaltje op tafel.  Warm pekelvlees en pastrami.  De gehakte lever en ook de sjaletpot (zoek maar na wat dat is!). Kalfstong. Ja, zelfs kugel met peren. Van welke bakker kwam eigenlijk jullie challe? Als het je allemaal niks zegt, ik hoor het wel, je komt maar aan.  Mijn absolute topper bij Swart was “TANTE SAAR’S SUDDERKIP”. Bij het uitspreken van de naam loopt het water je al in de mond, om van te watertanden. De kip die ik thuis gewend ben op vrijdagavond. De kip die mijn oma’s ook gemaakt moeten hebben.  Vol nesjomme (ziel). Ja, met ziel en zaligheid. Nu ik dit zit te tikken op mijn keyboard zie ik haar weer voor me. Tante Saar’s Sudderkip. Ouderwets genot.
Medio tachtiger jaren moest Fred vanwege gezondheidsreden stoppen. Laten we het overspannen noemen. Geboren  ’38. Onderduik. Alleen teruggekomen. Ik hoef niet verder te vertellen, toch? Fred en zijn lieve Maps hebben de tent verkocht en betrokken een huis op Gran Canaria. De zomers zijn zij hier. En ook dit jaar hebben wij een paar keer tegen elkaar gebridged. Het gaat dan niet over bridgen.  Nee, het gaat over de mooie momenten van toen. Die mooie momenten die ik zo graag verzamel.
Zo’n moment dus. Met Tante Saar’s Sudderkip voor m’n snufferd op tafel.


.

1 opmerking:

  1. ja WIJ hebben er ook gegeten heerlijk nostalgie zoiets bestaat niet meer.
    Freddy Swart heel lang geleden een vriendje van Dave z'l

    BeantwoordenVerwijderen