zaterdag 11 april 2015

De draak van Den Bosch


 

Een korte inleiding. Ik ken meer identieke voorbeelden, als de volgende door mij beschreven. Ik herinner mij mét hen de schandalige behandeling van Margaretha R.L. te Boskoop. Vandaag 6 maart 2015 lees ik in het NIW, het Nieuw Israelietisch Weekblad een ingezonden brief met het onbeschrijflijke verdriet van Annet R-de G, uit Doetinchem. Door merg en been. Ik ben boos. Lees verder waarom.

Eind jaren 80, het is 1989. Ik werk tot 1990 in Den Bosch. Met de hockeyclub Den Bosch heb ik wel iets, dat wil zeggen het tenue: gele broek en zwart shirt spreekt mij zeer aan. Ik heb ooit wel ’s een Duitse keeper gezien met een identieke combinatie. Zwart shirt en een okergele broek. Heb ik ook: de medienekeeper. Mijn ploeg heeft uiteraard een andere outfit, maar dat spreekt vanzelf. Het kantoor is op het Stationsplein, naast het hotel ‘Terminus’. Ik zie het allemaal nog zó voor me. Tussen de middag, waar tussen?, tussen de middag loop ik even honderd meter en alras om de hoek zit aan de Stationsweg een broodjeszaak. Een keurig etablissement. Tegenover de bakker van de lekkerste Bossche bollen, Jan de Groot.  De broodjeszaak, misschien heet het wel lunchroom, wat chiquer, dat weet ik niet, heeft de naam ‘De Draak’. Ik kan wel wat bijpassende personen noemen…, want een lastig en onuitstaanbaar mens wordt ook wel draak genoemd. De draak is een fabeldier, mythologie en als zodanig niks met het Jodendom te maken. Dus ook niet in ‘onze’ verhalen. Den Bosch wel. ‘Dag mevrouw, mag ik van u een bruin broodje met pekelvlees en één met osseworst. Allebei zonder boter, alstublieft’.  Dat klinkt de dame als muziek in haar oren. Niet zozeer de wijze hoe ik het zeg, maar wát….: broodje vlees zónder boter!  Dat moet een Joodse man zijn, denkt de dame. Het ponem heeft al genoeg gezegd, maar nu komt de bevestiging. Ik kom er veel en vaak. Na enige tijd zegt de mevrouw: ‘Weet je dat ik bezig ben met een “gioer”?’. Bekering tot het Jodendom. ‘Nee’, zeg ik, ‘hoe kan ik dát nou weten’. Yvonne lucht meer dan regelmatig haar hart en spreekt over haar enorme inspanning en toewijding om tot het Jodendom toe te treden. Wordt ook wel ‘uitkomen’ genoemd. Nu heb ik wel ’s vaker gehoord van mensen m/v die bezig zijn met een gioer, maar dan……, dan uiteindelijk ná een weg met vele obstakels, worden afgewezen. Rachmones (medelijden)  heb ik daar telkens mee. Een ideaal, een wens, een levensvervulling wordt door een rabbijn teniet gedaan. Ik ken wat voorbeelden. Devastating. Inmiddels ben ik al lang weg uit Den Bosch, ben ooit nog wel terug geweest in ‘De Draak’, maar Yvonne is er niet meer. De broodjes zijn lekker, maar anders. Later, vele jaren later, een heel leven lang aan hoogte- en dieptepunten reageert iemand op de Joodse nieuwspagina op Facebook “Joods.nl” onder een blog van mij. “Dag Bert, kwam jij niet vroeger een lekker broodje osseworst eten bij  De Draak in Den Bosch? Groet, Yvonne’. Ja! dat ben ik. En wij tikken wat regels heen en weer op ons keyboard. Ná een zwaar leven en idem antwoorden, maar gelukkig wel met een leger kleinkinderen, is de gioer uiteindelijk nooit volbracht, geconverteerd. Hoe goed zij ook op alle fronten bezig is, toch wordt er door een rabbijn een stokje voorgestoken. Ik vind dat nebbisj (zielig). Nebbisj voor Yvonne. En nebbisj voor de rabbijn. Géén idee wie het betreft, ik wil het niet weten, maar als ik slecht eet dan heb ik een aardige hyperbool voor ogen. Op het begin van de Stationsweg op het plein vóór het station staat een standbeeld. Het drakenfontein. En zoals hullie daar allemaal zeggen: het standbeeld voor de schoonmoeders. Terug naar de rabbijn van de niet-vergunde gioer. Toepasselijk is de bijnaam van de stad ’s-Hertogenbosch: Moerasdraak.

woensdag 1 april 2015

Pésach babies


 

 

Het is Pésach 1955. 7 april. Lochem. Tien jaar ná de grote catastrofe. Een echtpaar met drie kinderen viert de Seideravond. Het begin van Pésach, het Joods paasfeest. Als man en vrouw na zo’n gelukkige familieavond voldaan gaan slapen en het buiten nog knap koud is, kruipen zij onder de dekbedden dicht tegen elkaar aan. Op vrijdagavond is het een mitswa, een gebod en een G’d welgevallige daad. Op Seideravond is het bovendien ook nog eens jom tov (jontef, een goeie dag, een feestdag). Negen maanden later op 19 januari wordt de vierde telg geboren. Ik! Welnu, ik wil wat wetenschap met jullie bespreken. Wetenschap van de kouwe Zwiepse grond. Niet dat mijn stelling een belangrijke bijdrage zal leveren aan Joods leven, vrede of een opmaat naar meer wetenschap. Neen. Negen maanden ná elke Pésach worden significant veel Joodse baby’s geboren. Al moet erbij vermeld worden dat er geen centrale verwarming op de slaapkamer mag zijn en wie weet, het liefst nog ijsbloemen op de ramen. Niemand heeft er verder onderzoek naar gedaan, origineel is het dus wel, maar bewijs is moeilijk. Toch: verifieer de verjaardagskalender op het toilet en… verdraaid… bij jou ook al!

Het blijkt al snel, ik ben een blije en gelukkige baby. En sinds enig besef is de eerste Seideravond, als ook héél Pésach mijn favoriete Joodse feest. Het gezin, aangevuld met een oom en een tante, het doorgeven van het verhaal, de traditie. Het overdadige eten… Voor mij als jongste is de vrome taak weggelegd de grote matzedoos van Hollandia van de provisiekast naar de eetkamer te tillen. En vice versa. Verguld van zo’n loodzware klus, ik ben immers amper groter dan de hoogte van de doos en moet mijn armpjes erom heen knellen. Vergelijk maar met mijn kleinzoon Levi, bijna twee jaar! Inclusief een trapje van de hall naar de gang waar de provisiekast is, een trap van drie treden. In mijn herinnering enorm. Wanneer je als volwassene nog ’s terugkomt blijkt het een trapje van niks te zijn. En ook de dozen met matzes lijken steeds kleiner.

Zoals vaker valt Pésach dit jaar gedeeltelijk samen met Pasen. Twee van de acht dagen. Dus hier en nu voor al mijn niet-Joodse vrienden en lezers een van harte bertse Paasdagen en ik hoop dat je alle eieren in de tuin zult vinden. Wat een pokkenklus was dat steeds. Of je al dan niet verwekt bent met Pésach, het maakt niets uit. Pésach staat voor de deur. Geniet van al het lekkers en ik wens je een koosjerePésach.