zaterdag 30 april 2016

Waar maak je je druk over IV.


 

Ja, ik weet er zijn veel belangrijker zaken in de wereld. Anno nu: de wereld staat in de fik. En Vromen heeft het hier over… Ik verbaas me al jaren niet meer dat ‘mensen’ hun email niet beantwoorden. Ik noem geen voorbeelden, maar netjes is het niet. Bedrijven. De overheid. En als er dan iets is en je trekt van leer dan een klachtendame die je opbelt in drievoud om de klacht te noteren. Er gebeurt niets. De zaak is meteen ten einde. De lokale overheid is er ook zo ééntje. In dit geval Amstelveen. Daar woon ik.
Ik heb wel ’s een brief of email gestuurd aan de Gemeente Amstelveen. De post deugt niet, we hebben zieken, uw brief of email moet toch ergens zijn, ik denk dat u een antwoord krijgt van die of die, ja, we zijn er mee bezig hoor, komt goed.
Vrij recent heb ik mij tot de Burgemeester van Amstelveen gewend. Niet over de zaak van een tijdelijke opvang van vluchtelingen. Daar maken anderen hun hobby maar van. Hoe dan ook: ik krijg géén antwoord. En denk je dat die kalle (vrouw) mij blij maakt?
Waarom zit er een portier in een auto? Dan kan de berijder in- en uitstappen. Waarom gaat een portier open en dicht zoals ie gaat, in die zin dat de hele deur helemaal open kan? Die ruimte hebben invalide mensen nodig om in- en uit te stappen. Een voorbeeldje slechts….dan kan de rolstoel erbij….
In de wereld, in Nederland, warempel ook in het vooruitstrevende Amstelveen worden tegen voor een boel veel centen invaliden parkeerkaarten (of gehandicapten parkeerkaarten) uitgegeven. Da’s een feit. Een volgend feit is dat er steeds meer invaliden komen, als ook auto’s. Dan denk je toch dat “wij” wat meer parkeerplaatsen verzorgen voor onze medeburger, die amper kan lopen? Ook Amstelveen haakt af.
Feit: Ik wil even naar de Hema op het grote winkelcentrum van Amstelveen. Ik kom daar niet voor m’n lol, maar dit gebeurt. Inmiddels twee dagen op rij in een rij gestaan op de parkeerplaats. Vol. Vol is vol en blijft vol. Ik heb geen haast, zeker niet bij de Hema. Weer op huus an.
Feit: ik heb mijn ogen niet in mijn zak en constateer –ik noem maar wat- honderd parkeerplaatsen (op deze locatie). Feit: waarvan –schrik niet!- wel drie (3) voor invaliden…
Feit: ja, ik ben de trotse bezitter van zo’n kaart. G'dzijdank géén rolstoel. Ik ben er blij mee. Met de kaart. En ach, ik maak me geen zorgen, vandaag geen parkeerplek, dan toch zeker morgen.
Feit: het gaat niet om honderden, wel duizenden in Amstelveen, inclusief de vele bezoekers van buiten voor de zaterdagse ronde op het winkelcentrum.
Ik hou me in. Weet me gesterkt door zoveel gelijkgestemden. Ik ben een optimist, een ander zegt positief mens. Ooit komt het op de agenda van de lokale politiek. Wordt de Burgemeester wakker. Van de overige ambtenaren verwacht ik sowieso al niet dat zij meedenken… Ooit voor alle bezoekers met een invaliden parkeerkaart een gegarandeerde plek.
Waar maak ik me druk over? Het zijn dromen. De dromen van Vromen.

 

 

 

maandag 25 april 2016

De lefchosen.


 
Vandaag is zijn verjaardag. Als kleine jongen luister ik op zondagmiddag naar de radio. De radio van mijn broer. Het enige dat ik ooit in mijn hele leven samen met hem doe. En ja bij zijn gratie mag ik zijn auto wassen. Een Philips. Gele kast. Formaat –denk ik - 50 x 20 x 20 cm. Wit front. Rode draaischijf. Het geluid van Hilversum 1. Ik ben getuige van zijn debuut. Uit tegen GVAV (Groningen) op 15 november 1964. Ik ben acht jaar. “We” verliezen met 3-1. Mijn held scoort onze enige treffer. Zeventien jaar jong. De enorme impact blijkt later. Véél later. Een leven lang verering door vader én zoon.
Chaim Potok schrijft bestsellers. Eén daarvan is The Chosen. De ch uitspreken als tsj. Als je het verhaal, boek niet kent, dan is dit een verplichting het te lezen. Zo mooi. Er komt een film van. De beginscene is een honkbalwedstrijd. Mijn held is ook een begenadigd honkballer. Catcher. Hij moet een keuze maken. Voetbal. Eind jaren zeventig dus naar Tuschinsky voor de vertoning van de film. Samen met Tamara en haar ouders. De film is afgelopen en haar vaders enige commentaar is: ‘Ik heb helemaal geen chosen gezien’. Chosen uitspreken met de g van goed, gein, weet ik het. Het woord ‘chosen’ dus met de g van goed is afkomstig uit het Hebreeuws chatan. Chatan betekent: bruidegom. In het Jiddisch tot chosen verbasterd. De techniek en reden van de verbasteringen een andere keer. De film gaat niét over een bruidegom. Die constatering is juist. Chosen is in het Nederlands, Bargoens, ja zelfs Amsterdam West verworden tot gozer. Gozer! Kerel is het beste synoniem. Een ander woord in het Hebreeuws is LEV, LEF. En dat betekent: hart. Nu in het Nederlands als je het hart hebt, dan heb je lef. Moed.
Op zijn verjaardag verhaal ik nog maar eens van zijn hart en moed. Dat hij de beste voetballer aller tijden is, is een gegeven. Dat hij absoluut top is als echtgenoot, vader, opa mag bekend worden verondersteld. Zijn goedheid gaat verder. Véél verder! Op het speelveld zwaait en wijst hij met armen en handen om zijn medespelers te corrigeren, te sturen. Nog beter maken. De dirigent. Zo leidt hij de Nederlands XI-tal spelers tot betere honoraria. Portretrechten, ach de facto alles wordt beter voor hen. Dank zij hem. Als coach maakt hij hele elftallen beter. Als technisch-directeur bij Ajax komt hij tijdens de wedstrijd thuis tegen FC Twente bij een 0-3 achterstand van de tribune, neemt plaats in de dug out en vertelt coach en elftal wat wel. Ajax wint met 5-3. De dan vigerende coach verwordt tot het lachertje. Hij is de uitvinder van tikkie takkie. De hele wereld wordt beter. Dankzij zijn liefde voor anderen. Ná hun sportcarrieres vallen sporters in een zwart gat. Hij bedenkt zijn eigen University. Alle studenten worden er beter van en hebben goede posities in het bedrijfsleven. Veel films, nog veel meer boeken over hem. Om zijn goedheid te duiden en de wereld te verbeteren. Al zijn uitspraken, dagelijks door miljoenen geproclameerd en benut. Pieter Winsemius schrijft tijdens diverse gesprekken zijn wijze lessen op. Ik ken –werkelijk! – géén beter businessboek. "Je gaat het pas zien als je het doorhebt".

De Meersche held gaat verder en met zijn Foundation worden wereldwijd honderden, wellicht duizenden inmiddels, voetbalveldjes aangelegd. Om de jeugd een gezonde toekomst te geven. Lichtend voorbeeld met al zijn activiteiten voor sport ten behoeve van geestelijk en lichamelijk gehandicapte kinderen.




SCOOP! Uit 2000. Op een choepah (huwelijksinzegening) in Jeruzalem is ook mijn chawwer al 42 jaar Paul Stoppelman aanwezig. Waar niet? Hij heeft een keppeltje laten haken in Ajax rood-wit, met Ajax-logo en met nr. 14. Vanaf in ontvangstnemen van het kleinood heeft El Flaco de keppel drie (3!) dagen lang op zijn hoofd.









Kortom: hij heeft wel lef en moed en hart voor de goede zaak. Deze kerel. Deze chosen. Johan Cruijff is zijn naam. Vandaag zijn verjaardag. Nu: hij ruste in vrede. Cruijff is een échte LEFCHOSEN!

zaterdag 23 april 2016

Het ministerie van Vromen en mijn laatste hockeywedstrijd.


 

Nooit meer een biertje of een Spa Blauw met mijn maten. Nooit meer samen in auto’s naar verre uitwedstrijden. Nooit meer trainen tot je suf ziet. Tot kotsen aan toe. Nooit meer de kick van de saves. Nooit meer de KICK van de SAVES. Het applaus. Verrek, wat ga ik doen op zondagmiddag? Ná de wedstrijd met de hele ploeg eten. Onbeperkt geniet de voorkeur. Op vrijdagmorgen 26 oktober 2000, de dag en nacht ná mijn zware voorwandinfarct, zegt een cardioloog dat het beter is te stoppen met roken. Dat heb ik de avond ervóór al gedaan. Komt ie terug: “…en je snapt ook, Bert, dat je stopt met tophockey…”. Groot slam. Dat is een klap. Een paar maanden, juni 2000, eerder tweede bij de landskampioenschappen Veteranen. Met Pinoké. “Je kan in het vierentwintigste gaan ballen, maar keepen, vergeet het. Op elk niveau”. Mijn niveau is het hoogste dat ik kan halen. Ik zie mijzelf niet in het twaalfde, vierentwintigste, Veteranen Zoveel. Hou op. Ik ken mijn eigen consequentie. Ik moet stoppen. Ik stop. Die komt hard, héél hard binnen. Ik heb geen keus.

Het einde van het seizoen 2000/ 2001 nadert. Yoni en Avital spelen allebei op Amsterdam en jaarlijks de afsluiting met het “Familietoernooi”. Wij zijn trouwe deelnemers. Tweede plekken, derde plekken. Kennelijk beleven wij er veel plezier an. Familie en vrienden nemen deel aan ons team. Het zijn topdagen. Bloedgezellig. De biertjes en Spa Blauw blijven bestaan. Het diner, ook wel de Chinees, is en blijft traditie.

Het einde van een loopbaan nadert. Ik besluit eens flink in de buidel te tasten en onze grote ploeg met liefde te voorzien van naam en van een prachtige polo. Met daarop vanzelfsprekend die naam. De naam van de ploeg. Witte polo met zwarte letters. “MINISTERIE VAN VROMEN”. Da’s onze ploeg. Da’s mijn team.

Trots als een pauw heb ik dezelfde polo in een variant laten printen. De polo van de coach. De boss zelf. Op mijn polo staat: “MINISTER VAN VROMEN”. Ik heb geen sportkleding bij me. Iemand geeft me een stick in handen en zet me ‘linksachter’. Ik kan daar geen kwaad doen. Ik krijg van de mijnen ballen toegespeeld en pass door. Vijf minuten. En dan ben ik kapot. Ik stap af, doodmoe en realiseer me ‘...dat is het...’. De laatste keer IN het veld, de laatste slag, de laatste stop. Het is voorbij. Over. Uit. Schluss. Finito. Maspik. Wij eindigen op de tweede plek.

Fier accepteer ik de felicitaties. Voor die vijf minuten. Voor die loopbaan. Voor het leven. Blanes, van binnen mot je kommen. Komt aan. Hard. Keihard. Ik realiseer mij….dit is nu mijn laatste hockeywedstrijd…

zaterdag 16 april 2016

Sjesjbesj in Jericho.



De letter S is een rare. Moeder snijdt zeven scheve sneetjes brood. En nu hardop tien keer achter elkaar. In het Nederlands heb je de S en de Sch. Scheveningen. Die Sch wordt in het Duits uitgesproken als Sjeveningen. Uitstapje: de letters CH in het Duits. Spreek maar eens goed het woord Geschichte uit. G een harde G, als in de naam Goethe, sch als sj en ch in ichte als iesjte. Volg je me nog? In het Bahasa Indonesia zijn ook wat letters omgedraaid. Laat een Indonesier in het Nederlands ‘een kopje koffie’ zeggen. Wat denk je? '…een kopje koppie!'  Hoe heet de luchthaven van Amsterdam volgens een Israeli? Sjifhol. De P en de F worden nagenoeg hetzelfde geschreven. Het Hebreeuws, Ivrit kent in de letters een interpunctie. Streepje, puntje  et cetera. Zo ook de letter S. Zonder puntje is het een S. Mét puntje is het een SJ.

Je kent vast wel wat woorden in het Hebreeuws met een Sj. Sjalom, Sjabbat. Ik neem je mee naar een Sjabbat in 1975. Negentien ben ik. Huur een maand een Innocenti Abarth A112 en maak een cross-over door nagenoeg héél Israel. Ik ben op weg van Mosjav Moledet, daar woont familie van me, via Mount Tabor, Afula zuidwaarts richting Jeruzalem. Let op: ook Jerusalem en warempel in het Hebreeuws Jerusjalayim. Intermezzo: anekdote over Mount Tabor. Een heuvel vlakbij Moledet. In de Onafhankelijkheidsoorlog 1948 hebben de Israelische soldaten daar slechts de beschikking over één kanon. Een makkie....(sic!). Het Israelische leger verplaatst elk half uur het kanon een paar honderd meter. Wow….tegen die overmacht aan artillerie kan de Arabier niet op!  Het is Sjabbat. Ook mijn vrije dag. Het is Sjalom, Shalom. Het is vrede. Er is geen haar op mijn hoofd die bedenkt dat het ook maar enigszins riskant is via Jericho te rijden.  In Jericho is een pleintje, een soort brink met bomen. Niks te doen. Op de hoek een cafétje. Buiten zitten wat Arabieren met elkaar te smoezen, sjmoezen en een spelletje te spelen. Het spel ken ik niet. Shisha (waterpijp) op de grond en op grote ronde koperen dienbladen potten sterke Arabische koffie met kleine kopjes zonder oor. De mannen zitten op lage krukjes bij een laag tafeltje. Joden zitten niet op lage krukjes. Alleen in de eerste week van de rouw na een sterfgeval in de familie. Sjiwwe, van het getal zeven, heet die week. De krukjes worden sjiwwestoeltjes genoemd. Enfin ik kijk naar het spel. Krijg een kop koffie en wat zoetigheid.  Wat dadels en Turks fruit. Ik snap geen bal wat die gasten spelen. Die Arabieren met hun keffiyeh, kaftan en pantoffeltjes.

Backgammon heet het spel. Althans in de westerse wereld. Hier heet het “sjesjbesj”. Zoals ik het schrijf spreek je het uit. Ik kijk en ik leer. Ik ben onder de indruk van de snelheid van hun spel. Ervaring. Ik begin het te begrijpen en…ik vind het prachtig.  Ik ben zeker van plan het spel te kopen. Later blijkt dat het in Nederland al in ruime mate wordt gespeeld. Ook wel Tric trac genoemd, maar vergeet dat. Enfin, ik naar Jeruzalem en binnen een paar dagen naar de “sjuk”, of “sjoek”. Ook met SJ. Een sjoek is een markt. En deze is op de Via Dolorosa. Jezus wandelt daar ook wel. De sjoek komt uit bij de “Kottel”, de Klaagmuur, de westelijke muur van de tempel. Het enige overblijfsel van de Tweede Tempel. Het heiligste van het heiligste. Er is een ruime keuze aan de sjesjbesj koffertjes en stenen. Ik wil een leren koffertje en persé afdingen. De sport die de marktkooplui zelf bedenken en zij zijn zeer gewiekst. Er is maar één Bert. Ik heb daar nog wel ’s een doorslag. De foto heb ik via Google, maar -echt!-  deze backgammon koffer is precies onze versie!

Yoni en Avital zijn nog jong en zeer regelmatig spelen wij op de Gerrit van Heemskerklaan sjesjbesj. Wij gedrieen amuseren ons kostelijk. Als wij, zoals vaker, op vakantie zijn in Israel, zien wie de mannen sjesjbesj spelen. Op de Nachlat Benyamin, kunstmarkt in Tel Aviv, naast de Carmel markt, maar ook op de Tayelet, de boulevard van Tel Aviv. En hoe dichter bij Yaffo, hoe meer sjesjbesj spelende mannen zie je. Op de markt in Yaffo zitten zij volop. Wij kunnen het weten want wij eten vaak Sjaksjuka bij Dr. Sjaksjuka, op het marktje op een hoek. Gratis restaurant tip voor de beste sjaksjuka.  Op de foto een aantal Joodse mannen op de markt in Jeruzalem, de Machanee Yehuda.

Resumerend: de SJ is van grote importantie. Voor mij van grote waarde. Sjabath,  Sjalom en Sjesjbesj. What else?

 

zaterdag 9 april 2016

LHBT (LGBT) avant la lettre.


 

Nu neem ik je mee naar 1969. Minstens driemaal per dag wandelt een jongeman, een jaar of zes, zeven ouder dan ik en hij is een vriendje van mijn jongste zus Rita, met zijn hondje bij ons langs door het laantje. Wat me al snel opvalt is én zijn manier van lopen én dat hij elke keer, dus twee-, driemaal per dag andere kleren aan heeft. Kruidje-roer-me-niet roept licht geraakt, ik dus: ‘Wat een fat, wat een dandy!’. ‘Bert, kom ’s aan tafel, de eettafel’, zegt mijn Moeder. En dan is het serieus. Ik word even tot de orde geroepen en mijn Moeder legt mij alles haarfijn uit over homoseksualiteit. Mannen zowel als vrouwen. Of ik het maar wil respecteren en mijn gedrag aanpassen. De les is helder en duidelijk. ‘Ja Mam, ik begrijp het en zal zoals jij wil, mij leert en zoals het hoort mij vanaf nu passend gedragen’. Mijn Moeder z’’l is héél wijs. Haar lessen zijn kort maar krachtig, altijd juist qua inhoud en strekking. Immer de goeie toon. Haar raad beklijft. Mijn Moeder verhaalt over mijn Oom Sally. Eén van de twee broers van mijn Vader z’’l. Sally vertrekt al ver vóór de oorlog van Lochem naar Amsterdam. Daar kan hij in alle, relatieve, vrijheid zijn homoseksuele vrienden ontmoeten. Sally is een held. Hij komt voor in mijn boeken en mijn blogs. Vóór de oorlog trouwt Sally met de Weense Anny Mittler. Om haar middels de huwelijkse status het leven te redden. Beiden overleven de oorlog niet.

Ik neem je mee naar 1975. Het is zomer en ik rijd zo’n beetje een maand in een gehuurde Innocenti Abarth A112 door Israel. Het wordt geen reisverslag. Ik zal wel ’s een blog wijden aan “Sjesjbesj in Jericho”. Mijn oudste zus Loes en zwager Ries huren een flat in de buurt van het Kikar ha-Iria, het plein van het stadhuis in Tel Aviv, alwaar in 1995 minister president Jitschak Rabin wordt vermoord. Vanaf dan het Kikar Rabin, het Rabinplein. De moord –ik vergeet het nooit- vindt plaats op 4 november 1995. De vijfde verjaardag van m’n lieve dochter Avital. Ik logeer een paar dagen bij Loes, Ries en hun twee (de derde komt later) dochters Irith en Yael. Wij wandelen wat en belanden op het plein. Alwaar op dat moment een grote demonstratie is. Ries, hij woont in de jaren vijftig al jaren in Israel, komt een ouwe vriend tegen. Tegenwoordig journalist bij de  radio. De hereniging is innig. Loes en de kinderen gaan terug en Ries en ik blijven. Ries overigens altijd een fotocamera om zijn nek. De twee ouwe vrienden praten wat en dan moet de journalist verder aan het werk. Verslag doen van de demonstratie. Er wordt gedemonstreerd vóór acceptatie en uiteindelijk later, veel later legalisering van homoseksualiteit. Voorop gesteld ikzelf ben GÉÉN L, of H (G), of B, of T, maar ik ben het wel van ganser harte eens met juist die acceptatie en legalisering. Gedachtig de wijze lessen van mijn Moeder! Nederland spreekt een woordje mee en al in het begin van de 21ste eeuw, maart 2001 sluit Job Cohen, de burgemeester van Amsterdam, het eerste homohuwelijk. Toeval bestaat niet: in Mokum met haar historie, op het ouwe Waterlooplein –nu dus de Stopera – midden in de Jodenbuurt van ooit… en een Joodse burgemeester. Ik moet denken aan de demonstratie in 1975.
Tel Aviv anno nu. De kleurenfoto met demonstratie is van recente datum. Eerst de Amerikaanse West Coast, dan Amsterdam, Berlijn, centra van bloeiende vrijheid voor LHBT. Tel Aviv is hét centrum van de wereld. Ondanks vele tegenspartelingen in de Knesset,  het Israelische parlement. Van mij mag iedereen. Iedereen is gelijk en allemaal mij even lief. Het bewijs van trots zie je op bijgaande foto uit 1975 dus. Nu denk ik toch zeker dat ik een foto van mijzelf heb, met de tekst op een bord "Gay, proud and Jewish", maar deze foto kan ik 1,2,3 niet vinden in alle alba. Quod erat demonstrandum: sedert 1969 en 1975 is mijn steun onvoorwaardelijk

zaterdag 2 april 2016

Brisket. Op veler verzoek.


 
Een paar feiten vooraf. Mitsdien de koe gezond is, koosjer geslacht en behandeld door een ritueel slager, dan is ie geoorloofd. Waarom dit? De achtervoet van het rund wordt niet gegeten. Daarom zijn de overige delen van het rund zo populair bij Joden. Voorbeeld: het lekkerste stukje vlees longhaas wordt “Jodenhaas” genoemd. In Antwerpen zelfs “Diamanthaas”. Het is onbetaalbaar om koosjer vlees te eten. Dus kom ik al jaren bij de beste slager van Amsterdam. Op de Marathonweg. Vlees dat als stoofvlees gebruikt wordt en relatief niet duur is klapstuk (champrib) of puntborst. Het woord champ komt rechtstreeks uit het Russisch.Voor uitgebreidere beschrijvingen zoek je maar op Google. Vanuit Rusland, Polen westwaarts komt de “Brisket”. Synoniem voor puntborst en klapstuk (champrib). De zo arme Joden in het sjtetl, veelal Polen, waren allemaal orthodox, besteedden hele dagen aan bestudering van de wetten en hadden geen geld, geen beroep, werk, inkomen. Een sjtetl is een dorpje. Jiddisch. Vergelijk stad en Stadt met sjtetl. Vandaag de dag is brisket héél populair in de Verenigde Staten. Niet alleen de Joodse bevolking, nee iedereen legt ‘m op de barbecue. In tegenstelling tot bijvoorbeeld katholieken, bij wie op vrijdagavond vis gegeten wordt, is de traditionele vrijdagavond het hoogtepunt van de Joodse week en wordt de Sabbat (Sjabat) geheiligd. Met challe, dat is gevlochten brood, wijn en een copieuze maaltijd. Hoe zo’n maaltijd eruitziet een andere keer misschien. Nu in het kort: ‘zware’ voorgerechten, dan de verplichte kippensoep en de hoofdmaaltijd met twee soorten groente, aardappel (of een variant) en… vlees. Vaak kip. Ook ander vlees. Afhankelijk van het budget. Puntborst, klapstuk (champrib), brisket is er zo één. Van champrib wordt ook wel soep gekookt! En dan nog...een nagerecht. Daarna fruit en thee. Morgen maar weer goed aan de lijn...
En dan nu de brisket. Een héél eenvoudig recept. Begin maar met deze brisket, je bent verkocht. Je kan de brisket een dag van te voren maken en dan de volgende dag opwarmen. Je hebt nodig een glazen of metalen ovenschaal en aluminiumfolie.
Ingredienten: 1,5 kilo puntborst (et cetera); 1 grote ui in dunne plakjes; verse zwarte peper van de molen naar smaak; zo’n 400 cc bier uit blik; 400 cc Chilisaus; 150 gr bruine suiker.

Daar gaat ie: verwarm de oven voor op 165’C. Snijd het vet er af. Kruid de brisket met peper rondom en leg in de ovenschaal. Bedek met een laag plakjes ui. Mix in een grote kom het bier, de Chilisaus en de bruine suiker. Schenk over de brisket. Doe er strak, stevig aluminiumfolie over. Gedurende 3 uur in de oven. Verwijder dan de folie. En bak nóg een half uur. Laat dan de brisket rusten en snijd wanneer afgekoeld in plakken. Leg terug in de ovenschaal. Verwarm opnieuw (zelfde dag of een dag later) en lepel de saus er over.
Op de afbeelding een voorbeeld en je ziet hoe lekker! Combineer met een aardappeltje, gekookt, gebakken, waar je trek an hebt en een groene sla. Licht, met citroendressing voor de balans.

Veel plezier en eet smakelijk!