Soms zijn er van die momenten dat je gevangen wordt door een
woord. Of dat jij een woord vangt. Een woord dat je al véél langer kent en
misschien wel vaker of minder vaak, mij om het even, gebruikt. Zo ook ik. Dat
ik het woord in mijn dagelijks taalgebruik, spreektaal of schrijftaal niet echt
toepas. Ik kan me niet herinneren dat ik het O-woord gebruikte. Recent schreef
ik het zomaar spontaan plotseling als aanhef van een email aan mijn kinderen. Toen ik er over nadacht, bedacht ik
me dat het wel een heel mooi woord was. Ik ga dus eens zoeken. Dat briefje ligt dan
even op je bureau; er zijn andere prioriteiten. Zal ik er ’s een blog aan
wagen?
Taal is mooi. Woorden zijn mooi, althans de meeste. Een
woord geeft uitdrukking aan hoe je je voelt en aan wat je denkt. Wat je vindt.
Woorden kunnen ook veel kwaad doen. En een woord zegt meer dan duuz’nd
plaatjes. Het is andersom en gelijk ken ik mijn plaats. Voor schilder ben ik
niet in de weg gelegd. Ik stuitte op het woord, het O-woord. Verdraaid het is
al een oud woord. Dat ik dat dan niet weet, of gebruik. Ja, weten zal ik het
wel. Het komt al voor in Devarim (Deuteronomium), het vijfde boek van Tenach
(Oude Testament). Zoek maar na. Hij bewaarde hem als zijn oogappel.
Oogappel is het dierbaarste dat men bezit. Je kinderen. Je
kleinzoon. Je vrienden. Je vriendin. Voor een ieder nét weer even anders.
Geliefd persoon. Je favoriet. Hoe ik het bedacht? Geen flauw idee. Rolde zomaar
over het toetsenbord. Dat ik het bedacht heb is nooit te laat. Ten rechte
opgeschreven. Helemaal gemeend. Ik zal het beslist vaker gebruiken. En…ik vind
het een mooi woord.
Mijn O-woord. Les prunelles de mon oeil.
ik vind het ook een mooi woord maar heb dan zeker .....,ga maar tellen!
BeantwoordenVerwijderenG