
Jarenlang denk ik wel eens aan Mieke. Dik tien jaar
geleden zoek ik haar op. We treffen elkaar. Onze rendez vous is in een
Indonesisch restaurant alwaar wij ons te goed doen aan een rijsttafel. Zij
woont al dertig jaar samen met haar vriendin in de De Pijp en is nog steeds
professor aan de UvA. Zij denkt ook wel ’s aan mij, anders zegt zij niet
spontaan ‘Ja!’, om een keer ensemble te zijn. Wij hebben een genoeglijke avond
en spreken elkaars oren van het hoofd. Af en toe volgt een email, als ook
uitnodigingen een concert bij te wonen, of naar hun week end-huis te komen in
Winterswijk, een kilometer of wat voorbij Lochem en dan nóg verder.
Uiteindelijk rolt een invitatie in de bus: Mieke’s afscheid van de UvA, haar
pensionering. Ik heb me kennelijk toch vergist. Tant pis. Ik ga op de
uitnodiging in en word allerhartelijkst ontvangen, sterker nog: ik word
uitgebreid genoemd in haar speech. De enige van die tijd die aanwezig is. De
rest is ook niet gevraagd, dat terzijde. Je m’en fous.
Terug naar de vestibule. Eindelijk entre nous. De
hormonen slaan op hol. De jongeman bedenkt het meest superieure Frans dat hij
kent en stamelt op het moment supreme……. (wat ik zeg, wat dat betekent en wat
het moet zijn zoek je zelf maar op, of je belt Mieke)….. “Je te désire une
bonne nuit!”. “Dat hoor je anders te zeggen, Bert…!”. En wij gaan ieder naar onze eigen kamer. Honi
soit qui mal y pense.
Zij is 23, dacht ik.
*En als je een aardig boekje wil lezen over Le
Marais, eentje uit mijn persoonlijke top tien: ‘Meneer Ibrahim en de kleuren
van de koran’ door Eric-Emmanuel Schmitt. Aan te bevelen, zeker nu! Deze blog
heb ik juist geplaatst, omdat ik verscheurd ben, bewogen en geschokt na wat er
deze week allemaal in Parijs is gebeurd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten