zondag 9 maart 2014

Morgen is het altijd mooi weer!



Op zich een optimistische titel. Klopt. Optimistisch ben ik ook, althans ik wil dat graag zijn. Optimisme koestert succes. Wat wil het gekke nu? Er is geen enkel causaal verband  en dus geen wetenschappelijk bewijs, maar sinds ik een steunhart heb, is mijn ‘niesen’, of ‘niezen’ drastisch veranderd. Voor degene die het nog niet weet: mijn hartfunctie was tot bijna nul gereduceerd en een paar seconden vóór twaalf hebben Utrechtse kanjers een apparaat ingebracht ter ondersteuning van de linker ventrikel, hartkamer.
Een mens niest wat af in haar/ zijn leven. Meestal één keer per nies. Ook wel twee keer. En geregeld drie keer. Bij één keer niesen zeggen de aanwezige toeschouwers “Gezondheid!”. Moet je drie keer niesen, dan zegt iedereen: “Morgen mooi weer!”. Ik moet, als ik nies, nu altijd twee keer niesen. Ik vind het volslagen maf. Alleen maar twee keer. Niet één keer, niet drie keer. Nee. Zo atypisch als…, ja, als wat. Dat atypische weet ik al lang. Ooit zei ik, begin augustus 2012: “…ik zweef tussen hoop en vertrouwen…”. Dus dat optimisme zit er wel in.
Als filosoof van de koude Lochemse grond heb ik ’s het volgende bedacht. Je weet dat als je benzine  tankt voor de auto en de tank vol is, dat de slang vanzelf stopt met innemen. Vroeger keek je naar een bolletje op de pomp, een kijkglas. Als dat kijkglas vol was dan was de tank vol.
Benzine is absoluut noodzakelijk om de motor te laten draaien. Vitamine voor de auto. Zo zit dat ook met zo’n steunhart. Het steunhart is een geïmplanteerde pomp in je hart, zodat het bloed door het lichaam verspreid wordt. Tussen de vijf en vijfeneenhalf liter bloed per minuut wordt er gepompt. De benzine voor mijn motor. De vitamine voor mijn lijf. Bloed en zuurstof onlosmakelijk met elkaar verbonden.  Men zegt dat het glas half vol of half leeg is. In beide gevallen heb je slechts de helft. Ik ga voor het heel. Mijn glas is altijd vol.  Door deze gedachte noem ik mijzelf dus filosoof. Vriend van de wijsheid.
Mijn glas is dus altijd vol.
Als je dan eenmaal als pseudo schrijver de tijd nuttig besteedt en je moet af en toe ’s nadenken, dan is de stap naar de filosoof niet zo groot. Joop Braakhekke had ooit, jaren zeventig van de vorige eeuw een prima restaurant in Apeldoorn. “Le Philosophe”. (Ik hoor de mensen nog zeggen dat hij zelf  er de hens in heeft gestoken.) Je gaat me toch niet met Braakhekke meten toch?
Mijn leven is als een barcode. Iedere dag een streepje. Zo bedacht ik –en ik ben géén Latinist- het volgende. Vivo, maneo, ergo gaudeo. En dat nu betekent: ik leef, ik blijf, dus ik geniet. Met dankbaarheid voor de liefde en toewijding van mijn kinderen, voor de kennis en kunde van de specialisten, voor de trouw van mijn vriendin, vrienden en dierbaren ben ik nu zover dat als men mij vraagt hoe het gaat, ik in alle eerlijkheid zeg: ”…gegeven de omstandigheden gaat het héél goed….”
Wat zeur ik nou over twee keer niesen per niesbeurt? Nou en?  Voor mij is het elke dag morgen weer mooi weer!
Gisteren, 8 maart 2014, was ik even op en neer naar Utrecht, UMC, voor een update van de software in mijn buitenboordmotor. Kwartiertje erin en eruit. Niks aan de hand dus. En.. ik reed alleen. Een stap voorwaarts. Mijn grenzen weer een stukje verder verlegd. Dat vandaag de warmste 8 maart ooit is, is vanzelfsprekend. Een uur lui, met de ogen dicht op mijn terras in de zon. Mijn glas is altijd vol.
Goed, ik nies dus per niesbeurt tweemaal. Voor mij is het morgen ook mooi weer! Elke dag weer.

1 opmerking: