maandag 1 september 2014

Voer voor gastronomen.

De liefde van de man gaat door de maag. Wie veel reist kan veel verhalen. Op internet is Iens, in de betere boekhandel de Guide Michelin en bij de kiosk het tijdschrift de Restaurantgids. Allemaal prachtig, maar mijn lijstje met preferenties wil ik je niet onthouden. Noem me een tripadvisor…
En je weet: experience is a driving force. Veel van mijn vrienden zijn Amsterdammer. Van die goolewachers die niet verder komen dan de Blauwbrug. Je kent ze wel. Maar oy gevalt !? ze komen buiten de stadsgrenzen. Kleine piechempies worden ze dan en weten de weg niet. Heg noch steg. Daar komt het Joodse gezegde vandaan: ‘Beter tien keer de weg vragen, dan één keer verdwalen’. Nou, een Amsterdammer heeft zo veel kapsones dat ie niks vraagt. Hij verdwaalt liever dan…
Voor die gasten en andere geïnteresseerden het volgende. Sommige lezers zullen het zich misschien nog herinneren. In mijn boek ‘Zolang er pekelvlees is, zal ik geen ham eten’ heb ik een opsomming opgenomen van mijn 10 favoriete restaurants. In dit kader wil ik de lijst actualiseren (updaten heet dat, geloof ik) en beperken tot Nederland. De volgorde is volstrekt willekeurig en… het gaat nu ’s niet over Amsterdam, maar over de rest van het land. Het land, de mediene.

1.     “Meenderink” in de Bierstraat, kleine (vee)markt in Lochem. De ziel zit er nog in. De Lochemse mosterdsoep en ook Naegelholt (zonder e mag ook). Nagelholt als voorgerecht: plakjes van de gerookte muis gedrapeerd op echte (Duitse) aardappelsalade.
2.     “De Gouden Karper” in Hummelo. Waar? Zoek maar op. Bennie Jolink en Normaal weten ook de weg. In De Gouden Karper waan je je in 1900 of zo. 1880. Prachtig. De dikke Perzische tapijten nog op tafel en de ober in het zwart. Ook veel gerechten van vroeger. Wie weet nog wat een huzarensalade is? Een echte? Kijk op de kaart. Ik verklap niks.
3.     “De Cuijt” in Mierlo. Ik ben geen fan van Eindhoven en op weg naar Limburg kun je dat dan ook het beste links laten liggen. Verderop voorbij Helmond ligt het dorpje Mierlo. Midden in het aspergegebied. Als het seizoen is, dan moet je daar naartoe gaan. De lekkerste asperges. Nu heb je er niks te zoeken. Ik zeker niet.
4.     “De Wanne”, Ootmarsum. Categorie top. Hoe lang kom ik er al niet? En als je even teveel hebt gedronken, dan heb je vooraf al gereserveerd bij “De Wiemsel”, van dezelfde eigenaar. Je moet wel snel zijn, surseance van betaling.
5.     “De Echoput”, Apeldoorn, hetzelfde als 4: Top! Ga beslist voor de Champignons Dordogne. En neem voor mij dan een blikje Echoputkruiden mee. De champignons in bierbeslag, gefrituurd en aan tafel door de warme roomlooksaus met Echoputkruiden. Alsof engeltjes over je tong piesen. Januari 1969 at ik dit voor het eerst. Als voorgerecht op mijn Bar Mitzwah diner, door mijn Moeder uitgekozen. Ik kan je dus volwassen dát verhaal vertellen. Peter Klosse zwaait de scepter en de pollepel. Zou het nog op de kaart staan? Vraag er zeker naar!
6.     “Van Es”, IJmuiden, visrestaurant. Velen zeggen dat er een betere zit in de haven, dat zal, maar dat is dan waarschijnlijk om gezien te worden, of te vertellen dat je daar was, of stug volhouden dat de vis van Van Es niet zo goed is. Nou, ik vertel je: hij (Van Es én de vis) is goed. De Noordzeetong is perfect en ik wissel vaak af met de rode poon (knorhaan, op z’n Grunnings). Zelf vind ik poon gekookt (10 minuten pocheren) het lekkerst, maar hier wordt ie in filets gebakken.
7.     “Princenhof” in Eernewoude. Op de menukaart staat mijn sentiment. Laat me. De biefstuk met champignons, jus en brood is heerlijk. Toen al dronk ik er een Colaatje bij. 1962. Met mijn Vader.
8.     “Spaander” Volendam. Een prima restaurant, je hoort me niet klagen, maar ik zit liever voorin, in het café. Je waant je in eind 19e eeuw, de meubeltjes, dikke kleden op tafel, de muren vól met schilderijen met prachtkoppen van ouwe Volendammers en de dames in klederdracht in de bediening. Volendams zodat je niets verstaat. Zonder te bagatelliseren, maar zelfs dan smaakt een omelet, of wat anders, als een delicatesse.
9.     “Simonis” in Scheveningen, In de zeehaven. Druk. Vol. Haags klootjesvolk. Maar daar kom je niet voor. De vis is met het Panorama Mesdag in gedachten vers, veel en lekker. En waar vind je nog een gelegenheid dat als nummer 39 omgeroepen wordt, jouw heerlijke visgerecht gereed is voor consumptie. Om in beweging te blijven mag je het zelf halen.
10.  “Toine Hermsen” Maastricht. Niet alle Maastrichtenaren zijn mijn favoriet. Verre van. Ik ken er een paar die ik niet voor mijn ogen getekend kan zien. De stad is zó niet Nederland. De wandelende en winkelende menigte kleedt zich. Kleedt zich aan! Aan de etalages van de winkels is zorg besteed. De sfeer is bourgondisch. De terrassen zijn vol. Een biertje op het Vrijthof en je bent onder de zon in het verre verre buitenland. Zo’n stad met smaak herbergt de beste restaurants, ik zal niemand tekort doen. Als eerste ga je naar de St. Servaesbrug en dan zie je op de hoek “’t Piepenhoes”. Alleen al een kop koffie (plus!) is een feest. Ook kalfskroketten van Van Dobben. Zorg dat je lang van tevoren gereserveerd hebt en eet ‘s avonds het sjiekst en lekkerst bij Toine Hermsen. Laat het water je alvast in de mond rollen als je even op Google kijkt.

Geloof me, je hoeft echt niet te verdwalen. Eet met plezier!

1 opmerking: